Skrik ~ Elske Schotanus

Elske Schotanus heeft in haar debuutroman een paar principiële keuzes gemaakt, die haar enorm beperken in haar mogelijkheden om wat te zeggen. Dat is jammer. Het is nooit prettig om te zien dat een auteur zich meteen in de voet schiet, om dan nog een hele roman met haar mee te moeten strompelen.

Skrik begint, na een gedicht, op het moment dat de hoofdpersoon naakt een isoleercel wordt ingeduwd. Na enkele pagina’s is duidelijk dat dit voor haar eigen bestwil was.

Hier lijkt op zich niets mis mee. Films beginnen zelfs vaak zo, omdat er meteen hoogspanning is. De ramp is buiten beeld al gebeurd, alleen moet het publiek nog uitvinden wat er precies plaatsvond. Daarbij weegt meteen de vraag mee of het nog goed zal aflopen, of niet.

Schotanus handicapt zichzelf alleen enorm door haar verhaal te vertellen in de eerste persoon enkelvoud. We kunnen dus nooit van een afstand naar haar hoofdpersoon kijken, zoals mogelijk is met een film. De keuze om de hele tijd alleen een ‘ik’ aan het woord te laten, betekent dat de lezer alleen via die ‘ik’ geïnformeerd wordt. Maar dit boek heeft wel een psychiatrische patiënte als hoofdpersoon.

Dus heb ik na een paar pagina’s lezen al een boel zekerheden.

Ik weet van deze roman meteen al dat die niet goed afloopt. Elke andere mogelijkheid had een ander begin vereist. En ik weet dat alles verteld gaat worden door een geestelijk onstabiel personage. Maar ik weet ook van psychiatrisch patiënten dat die tijdens hun wanen juist niet beseffen gek te zijn. Dit alles laat Schotanus wel heel weinig speelruimte om aan de lezer over te brengen wat er echt met de hoofdpersoon aan de hand is. En dus heeft ze haast geen mogelijkheden om interesse op te roepen voor haar verhaal. Om alleen deze technische problemen al te overwinnen is een enorm schrijftalent vereist — aanzienlijk meer dan van een debutant verwacht mag worden.

De enige vraag die ik over Skrik had na een paar pagina’s, was of de reis naar het onverbiddelijke einde nog een prettige reis zou worden. Of ik ondanks alle voorspelbaarheid nog verrast zou worden door inhoud, of stijl.

Maar dit mocht niet zo zijn. Inhoud valt bij Schotanus totaal samen met schrijfstijl. Er is vrijwel geen moment dat de ik-personage iets meedeelt dat door de lezer ook anders geïnterpreteerd kan worden. Doel is vooral om mee te geven om wat zich afspeelt in het hoofd van de hoofdpersoon.

De schrijfster doet haar mededelingen in vrij korte fragmenten, en zelfs ook gedichten. Als het heel erg is met de hoofdpersoon, gaat die over op een staccato. Een vrij willekeurig voorbeeld van pagina 113 luidt:

Kalk oerklaait in âlde wrâld… wisket boarnen fan galle… Sir Paynes syn sizzen lit my — Lit my… No godferdegodferdomme einlings ris… ALLINNE (de oarspronklike tekst: Leave me alone… of wie it oarsom…) Twivelriedich wyt woe dat ik wit wêr wie… Lagen dy’t ûnsichtber meitsje… it indigo en swart as tiid en romte dy’t… troch de sinne yn it opkommen skowe…

Dit zadelt de lezer op met een mozaïek van losse scènetjes en zinnetjes, die veel aan rauwe emotie doorgeven en maar zelden iets aan verhaal.

Deze roman knerste daarom op vrijwel iedere pagina — zoals een vers gestrooid grintpad je nooit laat vergeten dat je aan het lopen bent, was er geen moment dat ik niet wist dit boek liever niet verder te lezen.

Skrik laat de allerindividueelste expressie zien van een allerindividueelste emotie. Dit boek gaat erover hoe erg het is om wanen te hebben, en daarvoor zelfs opgesloten te worden. Alleen vergat de schrijfster de lezer hierbij. Haar keuze alles via de hoofdpersoon te tonen maakt dit een solipsistisch boek, waarvan de tekst voor dood op de pagina’s liggen blijft.

* zie ook: Over actie en reactie

Elske Schotanus, Skrik
Roman

148 pagina’s
Utjouwerij Fryslân, Ljouwert 2007
ISBN 978 90 78559 07 8
priis: € 14,50