dit is het dossier:

J.J. Slauerhoff

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Schuim en asch ~ J. Slauerhoff

Het werk van Slauerhoff behoort voor mij sterk bij een bepaalde tijd in mijn leven. Een emotioneel geladen periode die zo niet meer terugkomen zal. Ik las zijn werk als tiener. En erger nog, ik moest het toen helemaal per se bezitten ook, zonder daar eigenlijk het budget voor te hebben.

Mede daarom hoeven al die boeken nog niet weg. Tegelijk wist ik vrij zeker de hele Slauerhoff nooit meer te zullen herlezen. De herinneringen aan enkele romans en veel gedichten waren goed; en waarom zou ik die nog eens op de proef stellen? Als er nu twijfel is of die positieve emotie dan wel houdbaar blijft?

Opvallend genoeg staan me zo weinig regels bij die hij geschreven heeft; ondanks die hevige belangstelling voor deze schrijver uit Leeuwarden — die in Friesland overigens niet als een Fries schrijver geldt, omdat hij nooit in de tweede landstaal schreef; een typerend xenofoob trekje.

Hoogstens prevel ik nog weleens:

Geniet van schoone strophen,
Maar schuw het leeg gezelschap van hun dichters.

Want dat is een waar woord gebleken.

En er was een sterke herinnering aan het verhaal ‘Larios’, over een man die een vrouw zo erg mist dat hij haar overal ter wereld terugziet. Dat staat in de vroege bundel Schuim en As.

Die herinnering aan ‘Larios’ wilde ik dit jaar desnoods wel offeren, als dat enige zekerheid kon geven of Slauerhoff’s proza me nog iets te bieden hebben zou. Dus herlas ik deze verhalenbundel toch eens. Om daar vervolgens gemengde gevoelens aan over te houden.

De kwaliteit van de vijf verhalen wisselt nogal. Als Slauerhoff iets verzon, dan las dat voor mij ook meteen als verzonnen. Ik merkte een vrij groot verschil op tussen de passages die hij tenminste deels op eigen ervaringen gebaseerd kan hebben, en alles wat me pure fictie lijkt. Dat eerste verhaal uit het boek bijvoorbeeld, getiteld ‘De erfgenaam’, leest als een moderne bewerking van iets uit Duizend-en-éen-nacht.

Het enige dat als waarachtig voelde in die vertelling is dat de hoofdpersoon al zijn geld kwijt raakt aan een vrouw waarmee hij even iets had, aan boord van het schip waarmee ze reisden.

Slauerhoff werkte onder meer als scheepsarts. In alle vijf verhalen uit Schuim en As wordt gevaren; wat niet vreemd is als reisverhalen spelen in een tijd van ver voor de betaalbare luchtvaart.

En de twee verhalen die grotendeels aan boord van een schip spelen, zijn het best. Vooral het lange slotverhaal ‘Such is life in China’ bood genoeg aanknopingspunten om later dit jaar tenminste éen van Slauerhoff’s romans nog eens te willen proberen. Een schrijver moet beoordeeld worden aan het beste van wat hij of zij vermocht. En dat slotverhaal bevat opvallend sterke passages. Onder meer omdat er bijvoorbeeld nogal wat meer tussen de regels gezegd wordt over de schofterige omgang met arme vrouwen door zeelui dan indertijd direct kon worden vermeld.

Die aardse kant van Jan Slauerhoff was me toch eerder nooit zo opgevallen.

‘Larios’ bijvoorbeeld is allereerst een sterk romantisch verhaal, waarin het erom gaat de ideale vrouw terug te vinden. En niet om wat er vervolgens passeert eenmaal man en ideale vrouw weer samen zijn. De droom is daarin zo veel sterker dan de daad. En ooit was dat wat. Inmiddels niet meer.

J. Slauerhoff, Schuim en As
pagina’s 6 – 148
in: J. Slauerhoff, Verzameld proza 1
436 pagina’s
Nijgh & Van Ditmar, 1984

Varend eiland ~ J. Slauerhoff

Nut hebben bijboeken lang niet altijd, voor een liefhebber van het hoofdwerk van een auteur. Maar als zo’n afgeleide uitgave er eenmaal is, kan het bestaan daarvan wel gaan jeuken.

Ofwel, eigenlijk had ik niet veel lust om Een varend eiland van Jan Slauerhoff [1898 — 1936] te lezen. Mocht de samensteller dit boek nog zo zeer een autobiografie in brieven hebben genoemd.

Brievenboeken vallen nu eenmaal tegen 99 van de 100 keer. Als leeservaring. Waarmee niets gezegd zei over het nut van het bestaan van zo’n boek.

En tegelijk was het ook onmogelijk om deze recente uitgave te negeren. Al riep dit boek wel direct de vraag op of er nog ander origineel werk van Slauerhoff in druk is op het moment. Want terugkijkend naar mijn eigen leesgeschiedenis, dan valt me nu pas op hoe makkelijk het toen was, begin jaren tachtig, om zijn boeken te pakken te krijgen. Het Verzameld proza en de Verzamelde gedichten waren nog gewoon in de handel indertijd.

Wat toch opmerkelijk mag heten voor een Nederlands auteur die toen al een kleine vijftig jaar dood was.

Jan Slauerhoff schat ik gemakshalve in als een schrijver die bij slechts éen periode van mijn leven hoorde — van toen ik zelfs altijd een bloemlezinkje uit zijn gedichten bij me droeg. Die tijd ligt al even achter me. Herlezing van Slauerhoff’s werk blijft mede daarom uit. De herinnering is te goed; om de intensiteit. En het nogmaals lezen kan boeken ook heel makkelijk stuk maken.

Was wel nieuw wat in Een varend eiland stond. Kon een omtrekkende beweging me misschien iets meer duidelijk maken of herlezing van de echte boeken ondertussen weer mocht.

Werd alleen wel een vraag of de opgenomen brieven vooral de man Slauerhoff zouden tonen, en of er niet ook nog wat van de schrijver zichtbaar zou zijn.

En helaas gaat dit boek vooral over de wederwaardigheden van de man in eigen woorden. Wat me bij schrijvers doorgaans niet zo heel veel interesseert. Speelde bij Jan Slauerhoff weliswaar mee dat hij veel reisde. Alleen was de man nu net scheepsarts geworden om een rustig baantje te krijgen, waardoor er veel tijd zou zijn om te schrijven.

Dus als het in de brieven over zijn schrijfwerk gaat, is dit doorgaans al af.

Weetjes die ik terloops nog wel meepikte: Slauerhoff was 1,84 lang. En hij meldde aardig Fries te kunnen spreken, en amper te kunnen schrijven. Over hoe het met zijn Liwwadders stond evenwel geen woord.

Een negatief oordeel kwam dan weer van de samensteller van het boek, die constateerde dat Slauerhoff nogal eens raffelde — niets eens alleen met de brieven — altijd kampend met tijdtekort; mede om zijn eeuwige ziekten.

Samensteller Hein Aalders bedankt in dit boek omstandig de uitgever Vic van de Reijt; mede omdat deze lang zo actief was om het scheppende werk van Jan Slauerhoff in druk te houden. Ook nu nog zijn enkele van de originele boeken dus gewoon in de reguliere handel te krijgen, plus de Verzamelde gedichten en een verzameling van de verhalen. Waardoor het Een varend eiland gelukkig niet de enige actueel te verkrijgen uitgave van Slauerhoff is, zoals ik even vreesde. Want uiteindelijk blijft dat toch allereerst een bronnenboek, voor lezers die de auteur toch al zo liefhadden dat daarmee alles uit diens leven van belang zou kunnen zijn.

En zo verliefd worden op deze schrijver zal toch eerst door een gedicht moeten komen, schat ik zo in, of een verhaal, of een roman.

J. Slauerhoff, Een varend eiland
Brieven
Gekozen, bezorgd en geannoteerd door Hein Aalders

456 pagina’s
De Arbeiderspers, 2016
privé-domein nr. 288