Briefwechsel ~ Thomas Bernhard & Siegfried Unseld

Geliefde schrijvers kunnen uit de gratie vallen. En dat is raar. Uren werden eerder in de relatie geïnvesteerd door het werk te lezen. Moeite is gedaan om de boeken te verzamelen. En dan verloochent de auteur deze liefdeblijken door onleesbaar te worden.

Desondanks heb ik nog altijd het idee iets met Thomas Bernhard [1931 — 1989] te moeten. Hoewel ik de krullendraaierij in zijn manier van schrijven inmiddels niet meer verteer. Een belangrijk stijlmiddel bij hem is de herhaling, en die hypnotiseert niet meer, maar ergert me.

Dus toen de briefwisseling met zijn uitgever Siegfried Unseld [1924 — 2002] in de Duitse kritiek een postume en grootse roman werd genoemd van Bernhard noteerde ik de titel van deze uitgave op het lijstje ‘nog eens te lezen’. Ik vermoedde namelijk dat Thomas Bernhard in zijn brieven niet zo verschrikkelijk gemaakt zou schrijven.

En dit idee klopte. Alleen werd in de briefwisseling een ander kwalijk kantje van zijn karakter wel vrij onbarmhartig duidelijk.

524 brieven zijn er opgenomen in Der Briefwechsel; waarbij onder brief ook weleens een telegram of een eenregelig telexbericht is begrepen. Sommige van deze epistels zijn toegelicht met paginalange voetnoten — soms bestaande uit brieven van éen der correspondenten aan anderen.

En, het betreft hier een strikt zakelijke correspondentie. Niet zo’n brievenboek als dat van Coetzee & Auster, of Houellebecq & Lévy, waar twee begaafde scribenten in dialoog eventjes de wereld doornemen.

Thomas Bernhard schreef voor het eerst aan Unsfeld in 1961, zichzelf daarin beleefd als auteur aanbevelend. De uitgeverij Suhrkamp zou pas enkele jaren later Bernhard’s werk voor uitgave accepteren.

Die zakelijke relatie duurde tot Bernhard’s dood in 1989, en maakte in die tijd heel wat drama’s door. Telkens ging het om geld. Steeds ook was Thomas Bernhard ontevreden met de marketing die Suhrkamp bedreef voor zijn boeken. Dus verbood de auteur weleens alle heruitgave van al zijn werk. Of dan verbrak hij op hoge toon alle betrekkingen.

Almaar toonde Siegfried Unseld zich dan de wijste, en bleef hij beleefd. Als het weer eens tot een verzoening kwam, nam hij het initiatief. En als Bernhard weer eens schandaal gemaakt had in Oostenrijk nam hij vaak een bemiddelende rol op zich — al was het maar door om een goede advocaat te zoeken.

Ongeduld toonde Unseld hoogstens in de jaren tachtig. Toen Thomas Bernhard wel erg makkelijk werk uit liet geven bij anderen, daarmee Suhrkamp nogal arrogant provocerend.

En goed, dan liggen die conflicten er. Is het boek daarover vervolgens geslaagd?

Bij de speurtocht naar achtergrondinformatie voor dit boeklogje ontdekte ik dat de briefwisseling tussen Bernhard en Unseld door anderen is omgewerkt tot hoorspel. En dat nu lijkt me inderdaad de perfecte vorm voor deze teksten. Is die hele relatie in een fractie van het originele aantal woorden geschetst; zijn al die voetnoten niet nodig.

Want een roman is deze briefuitgave niet. Daarvoor is het boek vier keer te lang. Daarvoor krijgt de persoonlijkheid van Siegfried Unseld bijvoorbeeld veel te weinig tekening. Terwijl dat toch ook een ontstellend ijdele man moet zijn geweest. Die het telkens had over míjn uitgeverij, míjn schrijvers, en míjn fonds. De hele staf aan lektoren van de uitgeverij is nog eens tegen hem in opstand gekomen — en dat bij die gezagsgetrouwe Duitsers.

Thomas Bernhard & Siegfried Unseld
Der Briefwechsel
Herausgegeben van Raimond Fellinger, Martin Huber, und Julia Ketterer

869 pagina’s
Suhrkamp, 2009