Iedereen slaapt ~ Ysbrand van der Werf

Op de eeuwige vraag of onze hersenen inmiddels slim genoeg zijn om hun werking te begrijpen, luidt het antwoord nog altijd nee. En zolang wetenschappers dit maar erkennen, is er ook geen probleem.

Toch zijn er hele vakgebieden waar onderzoekers net doen alsof zij wel met rede vergaande uitspraken kunnen doen over bijvoorbeeld zoiets onvoorspelbaars als collectief menselijk gedrag. En helaas hebben sommigen van hen, zoals de economen, daarbij dan nog onredelijk veel maatschappelijke invloed ook.

Vandaar misschien dat ik altijd blij word van een boek waarin de wetenschapper eerlijk is over al wat zijn of haar vak nog niet heeft weten aan te tonen; ondanks alle mogelijke pretenties.

Ysbrand van der Werf nam bijvoorbeeld in zijn boek Iedereen slaapt een heel hoofdstuk op over alles wat hem als slaaponderzoeker nog onbekend is, en waarvan hij heel graag meer zou willen weten.

Een heel basale vraag waarop ik nooit een bevredigend antwoord heb gekregen is waarom we in cycli slapen. Het ziet er zo complex uit, die afwisseling van lichte slaap, diepe slaap en remslaap, en dat vijf keer per nacht, waarbij er ook nog een subtiele verschuiving optreedt in de loop van de nacht van meer diepe slaap aan het begin naar meer remslaap aan het einde van de slaapperiode. Is er een reden dat die slaapfases elkaar afwisselen? Hebben ze elkaar nodig?

Slaaponderzoek blijkt inmiddels ook grotendeels hersenonderzoek te zijn. Want het brein blijft actief, zij het in elke slaapcyclus anders, en het lichaam rust uit; de grote spieren tijdelijk lamgelegd. En tegelijk heeft Van der Werf nog altijd geen helder idee welke hersengebieden precies betrokken zijn bij welk type slaap.

De meetmethoden die er zijn om hersenactiviteit te onderzoeken, kunnen niet tegelijk worden toegepast. Evenmin kan een MRI-scan meerdere afbeeldingen per seconde vastleggen.

Is er ook dat tweede brein nog, in de mens, in het darmstelsel gezeteld, dat misschien invloed heeft.

Duidelijk werd in Van der Werf’s onderzoek al wel dat licht van grote betekenis kan zijn bij slaapproblemen, en zelfs bij geestelijke moeilijkheden. Daglichtlampen in verpleeginstellingen verbeteren de slaap van demente bejaarden. Het nut van lichttherapie wordt daarom nu breder onderzocht op tal van ziekten waarin slaaptekort een deel kan zijn van de problemen.

En goed, dan gaat dit boek grotendeels over de algemene waarheden die inmiddels over slaap bekend zijn. Daarvan zijn de meeste al sinds de jaren vijftig geweten. De vraag wáarom we slapen, bleef alleen nog altijd onbeantwoord. Evenmin is het nut van dromen bekend. Alleen slapen alle zoogdieren, op een vrijwel vergelijkbare manier, en kon inmiddels al wel worden aangetoond dat in de hersenen tal van herstel- en opruimactiviteiten plaatsvinden tijdens die slaap.

Slecht slapen betekent bovendien dat iemand minder gaat functioneren.

Staan er daarom ook tips in het boek, natuurlijk, voor een goede nachtrust.

Toch, Iedereen slaapt is vooral aanbevelingswaardig omdat Van der Werf niet bezig is de lezer zijn waarheden op te dringen. Vaak genoeg denkt de schrijver hardop na over de betekenis van iets, waarbij dan ook direct duidelijk blijkt dat hij de voors en tegens van een idee of theorie aan het wegen is.

Ysbrand van der Werf, Iedereen slaapt
Alles wat we weten willen over onze nachtrust

156 pagina’s
Athenaeum—Polak & Van Gennep, 2016