Duizendsten

Merkwaardig toch dat sportverslaggevers zo vaak problemen hebben om de relatie tussen tijd, snelheid en afstand te begrijpen. Gisteren eindigde Heras ruim een halve seconde achter Plaza in de afsluitende tijdrit van de Vuelta. Meteen werd er gesproken van een verschil dat met het oog nauwelijks zichtbaar moet zijn geweest.

Wa’ ‘ne quatsch.

Kijk nu eens naar de atletiek. Waar de beste mannelijke sprinters de honderd meter in tien seconden lopen. Dat is tien meter per seconde gemiddeld. Ofwel iedere meter verschil is een tiende seconde in tijd. Die meter verschil valt echt wel op. [Natuurlijk gaat dit voorbeeld over gemiddelden, in werkelijkheid ligt de eindsnelheid hoger, en staat die tiende seconde voor een grotere afstand]

De gemiddelde snelheid van die hardlopers over de honderd meter is 36 kilometer per uur.
Als 100 meter = 10 seconden, dan 36000 meter = 3600 seconden = 1 uur.

Wielrenners zullen nog een stukje hardje rijden dan dat. Laat ik er voor het gemak bescheiden van uitgaan dat ze aan het slot anderhalf keer zo snel gaan, ofwel 54 kilometer per uur. De 577 duizendsten van Heras leveren dan een verschil op van 8 meter 65. Toegegeven, dat is niet veel na een tijdrit van 39 kilometer, maar wel degelijk met het oog zichtbaar. Dat renners in een tijdrit niet op hetzelfde moment van de dag finishen is iets anders.

Maar goed, straks komt het schaatsen weer, en duikt het probleem opnieuw op.


[x]#1425 fan zondag 18 september 2005 @ 13:32:53


© eamelje.net 2001-2019. Alle rechten voorbehouden