Brassinga iii

Over

de wanhoop van het vele
overvolle onverklaarde –
dwalingen van het onvindbaar
dwingende, zich in altijd
overdane nooit te ronden
reikingen verhullende, het
onvervuld beschamende
als water in zee,

alleen te dragen als
handvol, een gave
die wegebt, verdrinkt
in getij: duizelend staan
onder helle lucht, de armen
vol aandoening, wassende
wee – te veel, spoorloos,
nooit af, nooit over.

Anneke Brassinga, uit: Aurora

Bij vrij veel gedichten van mevrouw Brassinga dringt weinig meer dan wat geruis door bij mij, met hier en daar een helder opklinkend woord. Maar soms rijgen woorden zich aaneen tot zinnen, die dan ook nog emotie weten over te brengen.

Ik vind dat een raadsel.


[x]#1463 fan dinsdag 11 oktober 2005 @ 22:50:53


© eamelje.net 2001-2019. Alle rechten voorbehouden