Te fietsen | week 11
de leegheid van die levens

Vele malen las ik De renner van Tim Krabbé. En nooit leverde de beginselverklaring uit de openingsparagraaf daarbij problemen op:
Meyruies, Lozère, 26 juni 1977. Warm, bewolkt weer. Ik pak mijn spullen uit mijn auto en zet mijn fiets in elkaar. Vanaf terrasjes kijken toeristen en inwoners toe. Niet-wielrenners. De leegheid van die levens schokt me.
Hoogstens zal me zijn opgevallen dat iedereen zulke ideeën wel heeft, maar dat ze zo zelden worden uitgesproken. Persoonlijke keuzes algemeen maken, en die daarmee uitroepen tot de beste keuzes, gebeurt alleen overal.
De voetbalfan snapt niet dat iemand geen lievelingsclub kan hebben. De autoliefhebber lacht schamper om de vrouwen die geen merk van het andere kunnen onderscheiden. De gelovige begrijpt de ongelovige niet. Principieel niet.
Het TV-programma Benali Boekt besteedde afgelopen weekend aandacht aan De renner. En daarbij bleek dat de schrijver die beginselverklaring meteen wilde uitspreken in het boek. Alleen duurde het even voor hij de juiste formulering had teruggebracht tot de huidige zeven woorden.
Op de still hierboven is te zijn dat er in een vroege versie stond:
De belachelijke zinloosheid van hun levens grijpt me diep aan. Het is mij niet duidelijk hoe mensen die niet aan wielrennen doen voor zichzelf kunnen volhouden dat hun leven een zekere betekenis heeft.
Schrijven is schrappen. Voor de meesten.
Tegelijk heeft Krabbé’s beginselverklaring ook iets grappigs binnen de Nederlandse verhoudingen. Iedereen fietst hier, gewoon om van A naar B te komen. Slechts heel weinig mensen met een fiets kiezen ervoor om in wedstrijdverband hard te gaan fietsen. De meerderheid weet wel beter dan om zich ongenadig te gaan inspannen. Dat een kleine fanatieke minderheid daar wel voor kiest, en die keuze verheiligt, maakt ze ook aandoenlijk.
Bij vele wielerkoersen ligt de start toch gewoon op dezelfde plek als de finish.
Krabbé’s woorden krijgen alleen een andere lading in een buitenlandse context. In de VS bijvoorbeeld, waar slechts gekken en fanatici de fiets als middel gebruiken om van A naar B te komen. Waar de fiets voor de meesten eerder iets is als hier de surfplank. Leuk om eens uit het berghok te pakken op een mooie zomerse dag.
Alle fietsers weten daar tot een kwetsbare minderheid te horen, die met regelmaat door automobilisten beschimpt wordt. De beleving is er daarom anders.
Toen ‘Velouria’ van het veelgelezen weblog Lovely Bicycle! onlangs The Rider las, moest ze het boek meteen na de eerste alinea wegleggen.
In the course of my own life, I’ve been fortunate enough to live and work in the midst of various “important” people – researchers dedicated to finding treatments for diseases, rescue workers in war-torn countries, politicians who have the power to effect change with a single signature, and fine artists whose work is exhibited in the worlds’ greatest museums. Not once have I heard any of them refer to others’ lives as empty. If anything, they often question their own choices and complain that their work is not as fulfilling in reality as they had imagined it would be. I’ve also known serious athletes, who, while passionate about their sport, were not consumed by it to the exclusion of all else. But I do know roadcyclists whose thoughts reflect that famous sentence in The Rider. In fact I’ve met quite a few.
Wie zei ook weer dat vertalen onmogelijk is?
[Het embedden van programma’s die de publieke omroep maakte, van onze belastingcenten, mag om éen of andere onnozele reden niet meer.
Benali boekt… De renner is daarom enkel hier te bekijken.]
[x]#9930 fan donderdag 15 maart 2012 @ 11:57:29