Te fietsen | week 17
Zzipper
Een mens kan best met éen fiets volstaan. Zo’n ding kan veel. Maar wie veel fietst, merkt al gauw dat elke toepassing met zijn eigen eisen komt. En dat er dan eigenlijk geen fietsen zijn die alles kunnen.
Zulke mensen bezitten dan al gauw meer fietsen. Een heel oude om naar de kroeg of het station te rijden. Eentje om mee op vakantie te gaan. Eentje om mee door de eindeloze polder te snellen.
En juist in de winderige polder openbaart zich het best wat er niet deugt aan de traditionele fiets. Die is geheel niet aërodynamisch. Terwijl wind daar nu net de grootste tegenstander wordt.
Wie harder rijden wil, merkt namelijk meteen dat de tegenwind kwadratisch toeneemt met de snelheid. Daarbij geldt bovendien dat de kracht die vereist is om deze weerstand te overwinnen stijgt met een derde macht.
Geen betere fiets voor de polder daarom dan een ligfiets, met een klein frontaal oppervlak.
Maar geen beroerder ding om op te rijden eenmaal uit de polder dan een ligfiets in de stad.
Mede daarom heb ik nooit veel gevoeld voor het bezit van een ligfiets, laat staan een velomobiel. Hard rechtuit kunnen rijden, is wel een heel beperkte specialiteit.
En daarom overweeg ik al een hele tijd om eens een Zzipper windscherm te importeren. Omdat die de tegenwind zo aardig breken dat je op een gewone stadsfiets al menige vrijetijdsracer zult passeren.
Wat me tegenhoudt, is de moeite. En dat ik in Nederland nog nooit iemand met zo’n scherm heb zien rijden. Hoogstens hebben moeders weleens iets vergelijkbaars om hun kindje voorop uit de wind te houden.
Tegelijk geldt ook dat er geen conservatiever wereld dan de fietswereld bestaat. Waarin de wielerunie UCI het liefst zou zien dat iedereen nog op dezelfde stalen fietsen zou rijden als Eddy Merckx ooit deed. Hoeveel innovaties aan het frame zijn er inmiddels wel niet verboden voor wedstrijdrijders?
En dat er zo weinig aan fietsen verandert, komt natuurlijk ook omdat het oerontwerp bijna volmaakt is.
Bijna.
[x]#10042 fan donderdag 26 april 2012 @ 10:46:41