Slowmo
Te fietsen | week 36

Tot voor een paar jaar was er éen duidelijk herkenbare groep fietsers die vrijwel altijd met een veel te zware versnelling rondtrapte.

Jonge moeders.

Die immers ook makkelijk te onderscheiden zijn aan de kinderzitjes achter of voor.

Enkel de vrouwen op een traditioneel rijwiel, met maar éen versnelling achter, ontkwamen aan deze trend. Al de rest, die wel fietsen met versnellingen heeft, trapt veel en veel te zwaar, vanwege die merkwaardige collectieve voorkeur voor ‘het grote mes’.

Toegegeven, Tim Krabbé signaleerde al begin jaren zeventig geërgerd dat ook tienermeisjes op racefietsen een tergend trage trapfrequentie hadden, vanwege hun vreemde voorliefde voor de allerzwaarste versnelling achter denkbaar.

Alleen kan het dus nog erger. Sinds de elektrisch aangedreven fiets massaal omarmd is, en talloze miljoenen nauwelijks nog hoeven te trappen om vooruit te komen. Tegenwoordig zie ik met regelmaat mensen met een werkelijk te idioot lage trapfrequentie rondrijden.

Zondag fietste ik achter een bejaard stel op e-bikes, dat beide net iets meer dan dertig omwentelingen per minuut maakten. Synchroon. Omdat ze allebei in een loeizware versnelling rondreden.

Niet dat dit zulke elektrische fietsen veel uitmaakt. Die zijn allemaal begrenst op 25 kilometer per uur — als het goed is — en rijden in de praktijk zelden meer dan 23.

En dan zou je zulke lui wel willen uitleggen over hoe het fietsen het gemakkelijkst gaat — zelfs met een elektrische hulpmotor. Omdat miljoenen jaren aan evolutie ons tweevoeters heeft opgezadeld met ideale bewegingsfrequenties. Waar trouwens nog behoorlijk rek in zit. Het kan best dat de ene mens het efficiëntst rijdt met zestig omwentelingen per minuut, waar een ander al boven de negentig moet zitten.

Maar dan bel je enkel, omdat zo belachelijk traag trappen pijn doet aan de ogen, en je dus heel gauw passeren wilt.


[x]#12000 fan maandag 14 september 2015 @ 20:34:17