Gewenning
Te fietsen | week 04

Aan het eind van elk jaar, in november meestal, is het ineens weer koud. Daarvoor hoeft de thermometer dan nog amper onder de tien graden Celsius te zijn gezakt.

En dan weet ik inmiddels dat die kou altijd wel weer went. Gevoelsmatig. Dat ik een paar maanden later een temperatuur van 6° C overdag ineens bijna behaaglijk kan gaan vinden, als het de weken daarvoor tenminste telkens rond het vriespunt was.

En in januari 2017 was het gemiddeld 1½° C.

Alleen kost gewenning steevast tijd. Kou is voor mij dus eerder een psychische last dan een lichamelijke ervaring.

Komt daar dan in de winter bij dat er weinig uren zijn om te fietsen zonder lamp op, omdat de dagen zo vreselijk kort zijn. En als het dan ook nog kwakkelt, zoals het in Nederland doorgaans doet, en er smeltende sneeuw, of andere troep, op de wegen ligt. Dan kan het nog tegenvallen om met blij gemoed de kou buiten in te willen.

Vrijwillig. Als het per se niet hoeft.

Voorzichtig glibberen is geen fietsen.

Strikt lichamelijk heb ik het nooit koud meer. Mijn schoenen houden mijn voeten goed warm, ook na 75 km. Het lichtste type handschoenen volstaat normaal wel. En sinds ik mijn kleding koop op hun vermogen om de wind niet door te laten, blijft ook mijn kern goed op temperatuur.

Heb ik inmiddels wel door dat je beter iets warms in een thermos mee kunt nemen als drinken onderweg, dan water dat toch maar bevriest. Dat is wel zo behaaglijk.


[x]#12948 fan zaterdag 4 februari 2017 @ 13:50:41