Fietsporno ii
Te fietsen | week 06

Op Instagram, en eerder al op Flickr, volg ik nogal wat accounts van hedendaagse framebouwers. Fietsen van staal interesseren me nu eenmaal meer dan die van plastic, of aluminium. In mijn jeugd waren er enkel begerenswaardige fietsen met stalen frames. De bijbehorende esthetiek geniet mijn voorkeur nog altijd.

Bovendien blijft het een intrigerend gegeven dat een ambachtsman in een schuurtje ergens in staat is om fietsen te maken die voor mij aanzienlijk begerenswaardiger dan zijn dan wat de grote fietsenmerken op de markt brengen zoal.

Tegelijk maakt het uiterlijk van een fiets heel weinig uit — behalve voor de aantrekkingskracht die het ding dan krijgt op kopers. Of dieven.

Veel belangrijker is hoe een fiets rijdt.

Al zijn ook daar forse kanttekeningen bij te plaatsen. In 2017 moest ik bijvoorbeeld nogal eens in Groningen zijn — waartoe ik met regelmaat de fiets pakte (à 2 x 45 kilometer). En voor die ritjes maakte het eigenlijk nooit uit op welke fiets ik reed. Ook al omdat het me er nooit om ging zo snel mogelijk te fietsen. Daarentegen was het comfort, van spatborden bijvoorbeeld, en geïntegreerde verlichting, wel van groot belang.

45 kilometer is te kort ook voor een redelijk getrainde fietser om moe te worden.

Van enkele fietsen in mij bezit heb ik wel gemerkt dat ik daar minder snel moe op wordt dan op andere, als de afstanden substantiëler worden. Waarbij de kritische grens waarschijnlijk ligt voorbij de drie uur pure zadeltijd.

Al mijn fietsen hebben hetzelfde type leren Brooks zadels, de B17, en hetzelfde stuur. Dus blijven als variabelen over: de banden, en het frame. Alleen stokt daar dan het inzicht. 25 mm bandjes blijken dan namelijk niet oncomfortabeler te zijn dan 28 mm brede bandjes. En dat ene raceframe van triple-butted lichtgewicht buizen is niet per se beter dan de frames van veel goedkoper staal.

Comfort hangt namelijk nog veel meer af van de weersomstandigheden, of de kwaliteit van de wegen waarover mijn route voert, dan de fiets waarop ik rijd.

Toegegeven, de lichtgewicht bandjes om de lichtgewicht wielen van mijn lichtste fiets geven me wel het gevoel snel te zijn — de fiets trekt daarmee zo leuk fel uit stilstand op. Toch is er in platland Nederland verder geen enkel voordeel te merken van die paar kilo minder als het om de gemiddelde snelheid of de topsnelheid gaat.

En hoewel het mooi is dat ik blijkbaar op een barrel even goed rijd als op een pure racefiets, maakt dat het volgen van al die ambachtelijke framebouwers ook wat raar. Want, bij éen van hen ooit nog eens een frame op maat laten maken, heeft om mijn fietsprestaties in elk geval geen enkel nut.
 


[x]#13732 fan maandag 5 februari 2018 @ 00:00:00