Eee

Gadgetlust is een moderne ziekte, waar ik redelijk immuun voor ben. Functionaliteit gaat voor mij nog altijd boven uiterlijk. En over twee jaar komt er toch wel weer iets dat nog mooier is, en met terugwerkende kracht lillijk maakt wat nu gehypet wordt.

Wel zag ik graag beter uitgevoerd wat nu al te koop is. Software is troep, en hardware blijft me ook nog altijd wat te primitief.

Zo verlang ik al zeker vijftien jaar naar een eenvoudige laptop, zonder bewegende delen, waarmee het stil en prettig een hele dag werken is op éen enkel penlight-batterijtje.

En de tekenen lijken er te zijn dat zo’n apparaat er binnen een paar jaar komen kan. Flash-geheugen maakt die zo kwetsbare harde schijf overbodig, en als die OLED-technologie eenmaal en masse geproduceerd kan worden, heeft zo’n laptop ook niet meer alle energie nodig om het LCD-scherm van achter te belichten.

Ik was daarom erg benieuwd naar de Asus Eee notebook; een eenvoudig apparaatje dat op Linux werkt en dat alles op zijn gemak met een 900 MHz-processor zou afkunnen. Bovendien weegt het apparaat niets, en kost het in de VS amper $ 399.

Toegegeven, het 7-inch schermpje van het apparaat is niet vreselijk groot. Maar hoe lang heb ik niet hele dagen met Apple’s gewerkt, die amper 9-inch aan beeldscherm hadden?

Enfin, ik heb er nu éen gezien. In het echt. Ik heb er zelfs even op mogen typen. En dan blijkt het toetsenbord zo klein te zijn dat ik de Asus Eee onmogelijk kan zien als het apparaat dat me voortaan op al mijn gangen begeleiden zal.

Maar misschien is het begin er nu wel… Misschien maakt het succes van de Eee andere fabrikanten wakker.


Nerd koopt volkscomputer i

De computer is voor mij in de eerste plaats gereedschap. En gereedschap hoeft maar éen eis te voldoen; het werk moet er makkelijker mee gaan. En dit valt met computers nog lang altijd niet mee.

Techniek is prachtig, maar alleen als die werkt. En omdat het met computers op zo veel niveaus mis kan gaan — van elektrische stormpjes op het moederbord tot trojaanse paarden in de e-mail — verkeert deze technologie goedbeschouwd nog in een vrij primitief stadium. Iets dat extra opvalt in retrospect; terugkijkend op de afgelopen vijfentwintig jaar die ik nu computers gebruik. Verbazingwekkend met hoeveel vreugde ik ooit een nu hopeloos ogend apparaat in gebruik nam.

Want dat is toch het rare aan die computer. Ik krijg toch altijd een band met zo’n ding die verder gaat dan de eerste blijheid over de aankoop. Dat was zelfs al zo voordat internet de computer ook tot een medium voor communicatie maakte. Gereedschap dat van nut is geweest bij het volbrengen van een taak, of een verplichting, wordt daarmee schijnbaar automatisch meteen ook nuttig gereedschap. Een wapen, in de strijd.

Van alle computers die ik ooit heb gehad, is de band met mijn laptops altijd het grootst geweest. Die reizen tenslotte overal mee naar toe. Daarop heeft zich mijn wereld samengevat. En in doodstille hotelkamers kunnen ze nog dubbel dienst doen als entertainmentcentrum ook. Zelfs toen een harde schijf van vier Gigabyte nog een luxe was, paste daar toch al voor dagen muziek op.

Vandaar dat ik binnen vijf minuten een nieuwe desktopcomputer kan kopen, en doorgaans de tijd neem voor er een nieuwe laptop komt. Weinig vervelender dan een apparaat mee te moeten slepen met net niet helemaal perfecte elementen, zoals een al te gauw zoemende koelingsfan, of een halfdove WiFi-kaart.

Eén storend element heb ik wel lang voor lief genomen. Een beetje laptop weegt altijd een kilo of drie. Of zeker vier, als je de beschermende tas meerekent, met de voeding daarin, en wat kabeltjeboel. En die luttele vier kilo gaan behoorlijk wegen, voor wie daar een dag mee zeulen moet.

Die laptop zadelt de zakelijke reiziger bovendien met het probleem op dat die het best in een rugzakje te vervoeren is, terwijl rugzakjes nog niet bij diens kostuum passen.

Nu waren er altijd wel lichtere laptops te koop, maar voor iedere honderd gram aan gewichtsverlies kosten die minstens honderd euro meer. En dat heb ik altijd zondegeld gevonden, voor een apparaat dat hoogstens twee à drie jaar meegaat. Voor minder koop je elke twaalf maanden een nieuwe zware.

Vandaar dat ik vorig jaar meteen enthousiast was over de introductie van de Asus EEE PC 4G. De eerste ‘netbook’. Omdat die lichtheid van gewicht en goedkoopte combineerde met simpelheid van constructie. Wat mooier dan een computer zonder bewegende delen?

Nu ja, een computer met een bruikbaar toetsenbord bijvoorbeeld. De eerste Asus bracht weliswaar veel, maar lang niet alles. Ik hoopte daarom dat de concurrentie goed naar de fouten zou kijken, en met iets beters zou komen. En daar wilde ik nog best een jaartje op wachten…

[gaat morgen verder]


Nerd koopt volkscomputer ii

Er was nog een vierde aspect aan de Asus EEE dat me erg beviel. Zodra de computer op de markt kwam, werd deze door rijen aan nerds, en geeks geadopteerd, die het hebbeding meteen verbeteren wilden.

Want, dat was toch altijd wel een groot nadeel aan laptops. Het zijn nogal gesloten kastjes. Hoogstens staat de fabrikant als gunst toe om zo’n apparaat later nog eens van extra werkgeheugen te voorzien. Verder valt er zelf eigenlijk niets aan te verbeteren. En als er eens iets stukgaat — wat mij nog opvallend vaak overkomen is — moet een laptop vrijwel altijd voor lang naar de dealer terug.

Maar voor het eerst sinds de stammenoorlogjes tussen de hobbycomputers begin jaren tachtig waren er eindelijk weer eens hele kluften mensen samen bezig om alle onderdelen van éen apparaat te ontleden, en verbeteringen voor te stellen waar dat kon. En dankzij internet kon iedereen bij al die verbeteringen meekijken.

Nu interesseren me de meeste hacks van de hardware niet zo heel bijzonder. Ik heb bijvoorbeeld nooit de aantrekkingskracht van het overclocken begrepen. Welk nut heeft het om met veel moeite de processorsnelheid van een computer op te voeren, als over een drie maanden een nog snellere chip gewoon in de winkel te koop is? De hacks van de Asus EEE PC 4G hadden alleen vaak een ander nut. Die lieten bijvoorbeeld zien wat de fabrikant allemaal aan technische uitbreidingsmogelijkheden geïnstalleerd had, zonder die al te gebruiken. Dus was het redelijk eenvoudig om Bluetooth te installeren op systemen die dit draadloze communicatieprotocol niet standaard meekregen. Dus bleek de zo kleine solid state drive gemakkelijk te vervangen door een standaard harde schijf. Of omgekeerd.

Terwijl ik wachtte tot de tweede generatie ‘netbooks’ op de markt kwam, viel me aan de eerste generatie van deze apparaten op dat ze technisch allemaal vrijwel hetzelfde waren. Elk gebruikte Intel’s Atom processor, elk gebruikte een op het moederbord meegebakken grafisch chipje, elk had 512 Megabyte of 1 Gigabyte werkgeheugen, en allemaal wegen ze iets meer dan een kilo.

Dus zou ik voor mijn aankoop niet alleen naar de technische specificaties moeten kijken, maar ook op andere zaken moeten letten. Zoals gebruiksgemak. En, wat voor accu er werd er meegeleverd. Wat kostte een accu los — wetende dat die op zijn best twee jaar goed werken?

[wordt morgen vervolgd]


Nerd koopt volkscomputer iii

Misschien dat ik overdreven veel tijd heb besteed aan het uitzoeken van de voor mij juiste netbook. Uiteindelijk zijn het nogal simpele plasticen bakjes. Kwaliteitje Tupperware, maar dan met wat elektronica erin. Ik kan de critici ook niet ongelijk geven die netbooks veel te duur vinden voor wat ze bieden.

Er even van afgezien dat met de Intel Atom-processor voor het eerst een echt zuinige chip ontworpen is, bevatten alle netbooks redelijk ouderwets te noemen technologie. De grafische mogelijkheden zijn nogal beperkt — voor wie van gamen houdt — wat ook de schermresolutie beperkt. En de geluidskwaliteit van de speakers is nog minder dan van de doorsnee laptop — waar die ook al niet overhoudt. Staat er ook nog Windows XP op de standaardmodellen.

Voor vijftig euro meer zijn er heel fatsoenlijke volwassen laptops te koop. Met Vista.

Mijn enthousiasme kwam dan ook vooral door twee elementen. Het lage gewicht van een netbook, gecombineerd met de redelijk grote autonomie. Omdat het altijd een overweging was om een laptop de hele dag mee te sjouwen of niet. Nam ik het ding mee, woog die ’s avonds vier keer zo veel als ’s ochtends. Liet ik hem thuis, drongen zich altijd mails op die ik dan via mijn telefoon moest gaan staan beantwoorden. Worstelend met die toetsjes. Vier keer drukken op de 7 om éen keer de letter ‘s’ te typen.

En aan een apparaat dat ik voortaan overal mee naartoe zou sjouwen, kon maar liever niets verkeerds zijn. Voor zover ik dat vooraf had kunnen voorkomen.

Dus heb ik ze allemaal onder handen gehad. Omdat de inwendige technologie van alle merken zo zeer overeenkomt, ging het me allereerst om twee zaken:

  • beviel het scherm me;
  • en hoe was het toetsenbord;

Op dat laatste punt vielen de merken Asus en Acer af voor mij. De HP Mini’s vind ik te duur, hoewel het toetsenbord me het best beviel, en de Dell E wordt nergens in winkels verkocht en kon ik dus niet uitproberen.

Bleven erover de MSI Wind 100, en de Samsung NC10. Waarbij de laatste voor hetzelfde geld een twee keer zo grote accu mee krijgt geleverd.

Is het uiteindelijk toch de MSI Wind geworden, voor mij. Om een aantal secundaire redenen. Zo werd me een leuke aanbieding gedaan, waarin de hoeveelheid werkgeheugen verdubbeld werd naar 2 Gigabyte. En het is de meest open netbook, met de meest actieve groep hackers en gebruikers. Doordat de MSI Wind ook onder andere merknamen verkocht wordt bij stampzaken, als Blokker of Aldi, zijn er veel van gemaakt. Wat het voor toeleveranciers weer interessant maakt accessoires te ontwikkelen.

En goed, dan is mijn netbook dus maar een volkscomputer. Uiteindelijk gaat het bij gereedschap niet om de exclusiviteit van het bezit, maar hoe er gebruik van wordt gemaakt.

De accu’s van laptops en notebooks zijn altijd het eerst aan hun eind. Dus is het vooraf al interessant te onderzoeken welk merk het goedkoopst is bij het vervangen van zo’n onderdeel.

[slot morgen: de eerste ervaringen in het gebruik]


Nerd koopt volkscomputer iv

Ervaringen na ruim een week gebruik zeggen wel wat, maar niet alles. Ik kom daarom over een half jaar op mijn ondervindingen terug. De belangrijkste vraag bij de aanschaf van een netbook is namelijk of het ding thuis wel enig nut heeft; of ik er ook spontaan naar grijp als er alternatieven zijn. Maar dat wordt pas duidelijk als de eerste nieuwigheid eraf slijt.

Processor [CPU]
De Intel Atom N270 heeft standaard een kloksnelheid van 1,6 GHz, en kan twee draden aan opdrachten tegelijk verwerken. Voor mij is dat zat. Na een opwaardering van de BIOS kan de MSI Wind nog iets sneller werken; dan is de ‘Turbo-mode’ mogelijk. Theoretisch kan de rekencapaciteit na overklokken oplopen tot 2,0 GHz. Ik ben meer iemand die zijn computers onderklokt. Blijven ze veel koeler bij; gaat de accu ook een stuk langer mee.

Grafische processor [GPU]
De grafische capaciteiten van deze computer zijn naar verhouding het minst in kwaliteit. De Intel GMA950 grafische chip is meegebakken op het moederbord, en snoept werkgeheugen af van het systeem om te kunnen functioneren. Bovendien is de al eerder genoemde opwaardering van de BIOS nodig om de volledige capaciteit te kunnen benutten. De GPU gebruikt dan 224 MegaByte ram. En daarmee zijn probleemloos alle MPEG4-video’s af te spelen die ik geprobeerd heb. Dus ben ik ruim tevreden.

Werkgeheugen [RAM]
Mijn systeem kwam met 2 GigaByte aan random access memory. Weliswaar gaat daar vanaf wat de grafische chip opsnoept, maar ik vind het ruim voldoende.

Harde schijf
Nog niet eerder genoemd in dit reeksje was de afweging of ik voor een ‘solid state drive’ [SSD] zou gaan, of gewoon een standaard harde schijf wilde hebben. SSD’s kregen de naam sneller en energiezuiniger te zijn, omdat ze geen bewegende delen hebben. Maar in praktijk blijkt dat nogal tegen te vallen. Bovendien is de technologie nog niet zo lang in gebruik – pas sinds de eerste MP3-spelers met dit soort opslagmedia werden uitgerust. Dus kon ik weinig informatie krijgen over de bedrijfszekerheid op lange termijn. Combineer dit met het gegeven dat de capaciteit van SSD’s de 16 GigaByte zelden overstijgt, de slechte verkrijgbaarheid in Nederland, en de aanschaf van een exemplaar met harde schijf lag voor de hand. De mijne heeft 160 GigaByte, en ook dat vind ik zat.

Beeldscherm
Vrijwel alle laptops worden tegenwoordig uitgerust met een breedbeeldscherm, in de verhouding van 16:9. Traditioneel was de beeldverhouding 4:3. Dus vreesde ik voor een ‘brievenbuseffect’ bij het schermpje van de MSI Wind. De schermhoogte bedraagt namelijk slechts 600 pixels, bij een beelddiagonaal van 10,2 inch.

Rondsurfen op het web is in praktijk ook vrijwel ondoenlijk zonder fullscreen mode. Anders is er te veel menubalk in beeld. Maar ik was altijd al gewend om vrijwel alles fullscreen te doen; oorspronkelijk omdat het beeld daar zo veel rustiger van wordt.

Heel positief aan het beeldscherm van de MSI Wind vind ik de enorme helderheid, en het grote contrast, ook in zonlicht. De ‘backlight’ is dan ook een LED, en geen standaardlamp. Wat bovendien betekent dat de helderheid beter gegarandeerd blijft de komende jaren.

Het breedbeeldformaat gecombineerd met de relatief kleine pixels, en de grote helderheid, maakten dit het eerste LCD-scherm waarop ik voor mijn plezier naar video keek. En dat is een kwaliteit die ik eerlijk gezegd niet verwacht had.

Geluid
De standaardspeakertjes zijn beter dan het blikken geluid dat ze laten horen, omdat ze onhandig in de bodem van de computer zijn gemonteerd; en het geluid zo naar onderen uitsturen.

Toetsenbord
Als een toetsenbord eenmaal goed is bevonden, besteed ik er ook geen tel bijzondere aandacht meer aan. En zo was dit met het toetsenbord van de MSI Wind. Waar anderen online klagen over de iets kleiner uitgevoerde ‘,’- en ‘.’-toetsen, heb ik daar nog geen enkel probleem mee gehad.

Wel aandacht vroeg de positionering van de function-key [Fn] en de linker CTRL-toets. Die is omgedraaid bij de MSI Wind.

Nu hebben meer fabrikanten die neiging. IBM/Lenovo heeft dezelfde eigenaardigheid op de meeste van zijn laptops. Apple ook wel. En zulks roept altijd de vraag op of de mens zich maar moet aanpassen aan de machine, of dat deze de machine beter aanpast naar zijn wens. Ik kon niet wegwuiven de linker CTRL-toets al 25 jaar blind met mijn linkerpink te bedienen. Dus was er een aanpassing nodig. In dit geval zelfs een opwaardering van de BIOS; omdat de Fn-key hardwarematig geprogrammeerd wordt, en niet softwarematig zoals alle andere toetsen.

Het grote voordeel van een volkscomputer is dat anderen hetzelfde probleem tijden geleden al hadden, en inmiddels hebben opgelost.

I/O
De MSI Wind heeft de voor een netbook gebruikelijke hoeveelheid aansluitingen. 3 x USB2, 1 x cardreader, 1 x VGA, éen gecombineerde analoge geluidspoort in, en ook éen uit.

Verder heeft het ding een ingebouwde webcam, van 1,3 Megapixel, en microfoon in de rand boven het beeldscherm. Bij mij staan die standaard uit.

Het touchpad van mijn MSI Wind is van Sentelic, niet van Synaptic. Dit laatste bedrijf heeft een patent op het vingerscrollen langs de rechterkantlijn van het touchpad. Sentelic heeft dit dus anders moeten oplossen. Boven- en onderaan zijn nu hotspots om het scrollen te starten. Ik vond dit geen enkel probleem, en had het zowel met mijn linker- als rechterhand onmiddellijk in de vingers.

Draadloze communicatie [WiFi en Bluetooth]
MSI bouwt niet altijd hetzelfde merk WiFi-kaart in de Wind in. Er schijnen drie verschillende mogelijkheden te zijn, die alledrie klachten opleveren. Mijn exemplaar kwam met een Ralink. Daar is verder niets over op te merken, omdat ik er nog geen problemen mee heb gehad [klop op hout]. De grote vraag met WiFi is altijd of de technologie ook probleemloos onder Linux werkt. Dit heb ik nog niet uitgeprobeerd. MSI levert overigens wel een Linux-driver, voor SuSe.

De ingebouwde Bluetooth herkende mijn telefoon zonder problemen. Wel wordt Bluetooth standaard geïnstalleerd met allemaal toepassingen – camera op afstand en dat soort kul – waar ik niet op te wachten zat.

Batterijleven
Standaard komt de MSI Wind in Nederland met een 3-cels accu. Het is goedkoper om los online een 6-cels, of 9-cels, batterij te bestellen, dan om een meerprijs te betalen bij aankoop. Daarom vond ik die 3-cels accu geen ramp.

Bij standaard gebruik, WiFi uit als die niet nodig is, scherm gedimd, econo-mode aan, is ruim 2 uur gebruik makkelijk te halen. Desnoods 2½ bij superzuinig gedrag. Dat is te kort, en bevestigde alleen maar wat me al bekend was, dat ik die extra accu erbij bestellen moest.

OS
Mijn MSI Wind werd geleverd met Windows XP Home edition. Verder wordt er software geïnstalleerd om DVD’s te branden – wat opmerkelijk is omdat het apparaat geen speler heeft – en kwam er een proefversie van Microsoft Office 2007 mee. Er is onzichtbaar op de harde schijf een herstelpartitie aangemaakt met dezelfde software van rond de 5 GigaByte.

Ik ben gewend om Windows XP te trimmen met nLite, en van zijn overbodige instellingen en vet te ontdoen. Dat ging nu niet anders. Dus was het niet vreemd om meteen na het uitpakken de BIOS op te waarderen, de herstelpartitie naar een andere computer te kopiëren, de harde schijf te wissen, en er een geheel schoon systeem op te zetten.

Dit had allemaal niet gehoeven, maar is nu eenmaal mijn lol.

Overige gebruikservaringen
Ik ben erg gevoelig voor het geluid dat mijn apparatuur maakt. Ook al omdat het meestal doodstil is tijdens mijn werk.

In winkels kan helaas niet goed uitgetest worden hoe stil een computer is onder belasting; daartoe staan er bijvoorbeeld al te veel andere machines aan. Daarom zijn de ervaringen van anderen in deze meestal leidraad.

De MSI Wind is stil, maar niet compleet geluidloos. Er zit wel degelijk een relatief grote fan in, die vier verschillende standen lijkt te hebben. De eerste dag had mijn exemplaar duidelijk last van nieuwigheid, omdat de fan weleens storend vibreerde; waarschijnlijk in eigentrilling gebracht door het draaien van de harde schijf. Dit verschijnsel is na de eerste dag niet meer opgetreden.

Eindconclusie
Beter dan verwacht. Vooral dat ik er meteen probleemloos mee werken kon, was een enorme meevaller.


Overwegingen | 0104

Het kerstnummer van het BMJ, zoals altijd veel luchtiger dan normaal, had aandacht voor een tal medische mythes;
Overigens, net als in 2007;
En hoewel ik dacht redelijk sceptisch te staan tegenover medische waarheden, waren er wel degelijk mythen bij die ook ik geloofde;
Zoals dat alle eten na 8 uur ’s avonds extra veel vet aanzet;

In een paar ledige uurtjes heb ik mijn MSI Wind netbook een tijdje als MacIntosh laten draaien;
Om te zien of ik dat kon, maar installatie stelde niets voor, en ook om eens te kijken hoe dat Mac OS X zich inmiddels gedraagt;

Niet dat ik me de verschillen tussen Windows, Linux, of OS X wezenlijk interesseren, maar Apple intrigeert me, omdat ik de hele jaren negentig met Apple’s heb gewerkt;
Tegelijk brengt het bedrijf telkens apparatuur uit met zulke rare eigenschappen dat ik nu geen aankoop meer overwegen zou. Laptops met accu’s die niet te verwisselen zijn; waardoor je weet dat die binnen anderhalf jaar voor veel geld naar de dealer terugmoeten. Laptops met maar éen USB-poort bijvoorbeeld, en onbruikbare grafische poorten;
Al die iPod’s met hun tamelijk beroerde geluidskwaliteit, zonder radio, hun ingekapselde accu’s, die alleen als geluidsrecorder willen werken met dure externe toevoegingen;
iPhones, die binnen enkele uren al hun stroom opgebruikt hebben als ze het UMTS-net benutten;

Stijl boven inhoud, dat is voor mij nooit de volgorde waarop het moet;

Terwijl vorige week het nieuws brak dat president Bush een ijverige lezer is, met een gemiddelde van bijna honderd boeken per jaar, bracht alle aandacht daarvoor toch éen antwoord niet;
Welke boeken waren zó interessant dat Bush zijn staatszaken er voor verwaarloosde — bijvoorbeeld in de nasleep van de verwoesting van New Orleans door orkaangeweld?


Nerd koopt volkscomputer vi

Dit artikel op Wired herinnerde me eraan dat er iets merkwaardigs is met die netbooks. Velen — en dan ook nog altijd mannen — zeggen bij het zien van mijn MSI Wind nogal laatdunkend ‘is dat nu wat?’ Vaak gevolgd door: ‘voor honderd euro meer heb je een echte laptop.’

Vrouwen zien het veel praktischer, en gelukkig ook maar. Die stellen bovendien veel nuttiger vragen.

Krijg je ook die tas erbij?
Ja.

Heb je er zo’n dongel bij?
Nee, ik gebruik mijn telefoon als internetmodem.

Is dat ingewikkeld?
Nee, de meeste telefoons hebben beheersoftware voor de computer, waarmee je meestal ook automatisch online kunt gaan. Telefoon aansluiten met de USB-kabel, of koppelen via Bluetooth, beheersoftware aanclicken, klaar.

Waar gebruik je die computer nu het meest voor?
E-mail, opvallend genoeg. Het loont alleen de moeite al om mijn MSI Wind aan te zetten, om op gemak een antwoord te kunnen typen. Maar toch ook weer niet e-mail alleen.

Ben je tevreden over de aankoop?
Ja. Het is heel prettig om een computer te hebben die altijd overal mee naar toe kan, omdat die zo weinig weegt. Waarop ik, uit nood, al mijn werkzaamheden zou kunnen verrichten. Die alles kan waar welke smartphone ook nog lang niet aan toe is.


Nerd koopt volkscomputer viii

Eerder deze week was er even wat brouhaha online om de netbooks. Iemand van Microsoft claimde namelijk dat het besturingssysteem Windows XP superieur was voor deze computertjes, omdat bijna iedereen die een Linux-netbook kocht die weer terugbracht.

Op zich was dit al een vrij onnozel vertoon van spierballen. Microsoft had XP al jaren geleden afgedankt, ware het niet dat nogal veel bedrijven iets op de opvolger Vista tegen hebben — nog afgezien van matige kwaliteit vereist Vista de aanschaf van geheel nieuwe computers.

En wat gebeurde er toen fabrikanten netbooks op de markt wilde brengen? Deze simpele bakjes konden evenmin Vista aan. Microsoft claimde al jaren XP af te schaffen. Licenties waren zowiezo duur voor een budgetproduct. Dus rustten de fabrikanten hun kleine goedkope laptops eerst met Linux uit.

Canonical — een bedrijf achter Ubuntu Linux — meldde dan ook fijntjes dat het eerste succes van de Linux-netbooks Microsoft gedwongen had om Windows XP in leven te houden én de prijs daarvan drastisch te laten zaken. Dus zelfs alle ongeïnteresseerde kopers mogen de Linux-freaks dankbaar zijn.

Deze eeuwige strijd tussen besturingssystemen — die alleen van belang is omdat weer eens duidelijk wordt dat bedrijven alles kunnen aangrijpen om marketing te bedrijven — dwong me alleen wel tot de vraag waarom ik het liefst Windows XP draai op mijn MSI Wind. Terwijl ik toch heel wat alternatieven heb uitgeprobeerd.

Windows 7, Ubuntu 8.10, Ubuntu Netbook Remix, Linux Mint, en OS X [Hackintosh] hebben allemaal op dat zelfde bakje gedraaid. Ik vind dat nu eenmaal leuk, zo af en toe een uurtje dingen uit te proberen.

En de ervaringen met al deze alternatieven waren ook bijna onveranderlijk goed. Windows 7 lijkt zelfs vlotter te werken dan XP. Ubuntu heeft speciale gebruikersinterfaces voor de kleine schermpjes van netbooks. Eigenlijk was alleen de Hackintosh niets bijzonders; behalve dan dat het idee telt dat Apple het gebruik van zijn software verbiedt op een computer als de mijne.

Punt is alleen, alle perifere functies van mijn MSI Wind samen werken het best onder XP. Windows 7 meldt de machine sneller aan op een WiFi-net, maar heeft weer moeite om mijn telefoon als modem in te zetten. Met Ubuntu werkt de ingebouwde microfoon niet, en ontwaakt de machine niet uit de standby-stand. Bluetooth-apparaten zijn niet altijd werkend te krijgen onder de alternatieve systemen, omdat goede beheersoftware ontbreekt.

De fabrikant MSI heeft alles afgestemd op het gebruik van Windows XP. Daar is nog van alles aan te verbeteren, bijvoorbeeld door XP af te slanken met NLite, maar door die keuze ligt veel nogal vast.

En uiteindelijk gaat het er alleen om hoe ik op het ding werk — wat het best gaat door niet over de onderliggende technologie te hoeven nadenken.


Kwantificeerbare onzin | 0427

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) presenteerde vandaag weer eens een wondertje aan cijfergoochelarij;
‘Computers kosten nu nog geen 10 procent van wat ze in 1996 kostten.’ staat er, in het persbericht;

Het CBS redeneert daarbij: technologie wordt steeds beter, maar ook almaar goedkoper; Een computer van zeshonderd euro nu, kan meer dan éen van duizend euro in 2004 kon. Dus is de prijsverlaging niet 40%. Nee, die is groter. De verbetering in technologie moet ook nog eens meewegen als factor in de prijs;
En daar begint de onnozelheid, wat mij betreft, om alles in cijfers uit te willen drukken;

Wat zijn bijvoorbeeld niet kwantitatief maar kwalitatief de verschillen tussen de computer waar ik in 1996 mee werkte, en die waarop ik deze woorden tik?

In aanschafprijs was er inderdaad een duidelijk verschil. Net als dat zelfs mijn netbookje tientallen malen meer werkgeheugen heeft dan bij mijn Apple toen aan opslag op de harde schijf paste;
Maar dat is maar éen aspect;

Die Apple uit 1996 startte sneller op, maakte minder lawaai, en hoefde geen virusscanner, spywarecatcher, of vuurmuur te draaien;
Mijn tekstverwerker van toen startte meteen op, en had er geen problemen mee om met langere documenten te werken — in tegenstelling tot het spul waar ik het nu mee moet doen;

Het 14k4-modem van toen bood meer dan genoeg snelheid voor websurfen — al was er nog niet veel web. Maar e-mail, usenet, en telnet hadden toen nog nut;
Bibliotheekboeken bestelde ik in 1992 al even makkelijk als nu online;

In het dagdagelijkse gebruik was er kortom wel verschil tussen de prestaties van het spul uit 1996, en dat van nu, maar is er niet direct sprake van een verbetering;

Alleen is er door het krachtiger worden van de processoren en grafische chips zo veel meer mogelijk geworden met de computer. Het ding werd sindsdien ook mijn doka, mijn muziekstudio, en mijn videobewerkingslab;
Mijn videotheek, mijn klassieke muziekbibliotheek, mijn videotelefoon, en mijn archief;
Daar een cijfer op plakken, zoals het CBS zo graag doet, is onzinnig. Dan zou bij de prijs van de computer uit 1996 ook de aanschaf van al die gespecialiseerde apparatuur mee moeten tellen, die sindsdien overbodig werd;

Gevoelsmatig wordt die 10% dan helemaal flauwekul;
Dat kan net zo goed 2% zijn;

Een apparaat van toen werd niet hetzelfde gebruikt als éen van nu wordt ingezet. Dat maakt het onzin het verschil tussen de prijzen van toen en die in 2009 te willen kwantificeren;

Tip voor een volgend CBS-onderzoek: het prijsverschil berekenen tussen een computer nu, en éen uit 1974;


Nerd koopt volkscomputer | x

Direct na aanschaf was ik zeer enthousiast over mijn MSI Wind 100. Maar, dat kon ook puur psychologisch bepaald zijn. De aankoop was nu eenmaal gedaan, dan kon ik er maar beter blij mee zijn ook.

Hoe luiden daarom mijn opinies na een half jaar van redelijk intensief gebruik?
 

invloed van de MSI Wind op mijn computergebruik
Vlak na aanschaf was ik vooral blij met de kwaliteit van het beeldscherm. De pixels zijn klein, en de backlight komt van een LED; wat het beeld niet alleen scherp, maar ook zeer rustig aan de ogen maakt. Als direct gevolg daarvan heb ik ook een betere monitor voor mijn belangrijkste bureau-PC gekocht. De aankoop van de MSI Wind leidde er daamee paradoxaal toe dat ik meer dan ooit met mijn bureau-PC ging werken.

Tegelijk betekende het lichte gewicht van het apparaat dat ik mijn netbook meenam op momenten dat ik anders geen computer had meegebracht.

Mijn computergebruik is dus gevoelsmatig toegenomen. Al weet ik dit niet helemaal zeker, ik houd namelijk de uren niet bij. En dit ging vooral ten koste van het e-mailverkeer via de telefoon. Mijn telefoon is nu vooral modem, in plaats van een petieterig communicatiecentrumpje.
 

gebruikerservaringen met de MSI Wind in de praktijk

Positief

  • is makkelijk mee te nemen;
  • start snel op;
  • heeft een toetsenbord dat nauwelijks gewenning vroeg;
  • heeft opslagruimte en rekenkracht genoeg voor mijn, toegegeven, niet bijzonder hoge eisen;

Negatief

  • heeft weleens moeite direct WiFi-verbindingen te leggen;
  • werd in december niet geleverd met een 6 cels accu, maar een 3 cels; die slechts een honderddertig minuten meegaat;
  • de accu die ik er los bij kocht, maakt dat het apparaat wat minder stabiel staat op een vlakke ondergrond;
  • de koelingsfans maakten wel degelijk geluid in een stille omgeving;
  • de ingebouwde webcam is niet bijzonder flatterend, om niet te zeggen een venijnig soort lachspiegel;
  • er zijn weinig mogelijkheden om de fans of processor softwarematig te beïnvloeden — bijvoorbeeld langzamer te laten lopen om zo elektriciteit te besparen;

 

aanpassingen en andere modificaties
Ik heb diverse besturingssystemen uitgeprobeerd op de MSI Wind, maar ben teruggekeerd naar Windows XP Home, waarmee het ding ook geleverd werd. Daar schreef ik al eerder over;

Die extra accu maakt dat beide accu’s minder hard slijten in gebruik. De meeste slijtage treedt namelijk op door een vol opgeladen batterij in het apparaat te houden, terwijl dat gewoon op netstroom werkt;

De koelingfans van de MSI Wind werken op zich goed, maar sloegen me wat te snel aan – wat daarmee geluidsoverlast gaf in een stille omgeving. Dat probleem heb ik op twee manieren aangepakt.

  1. Het koellichaam dat standaard meegeleverd wordt, bestaat uit niet meer dan een soort zilverpapiertje. Dit heb ik vervangen door een wat dikker plaatje aluminium, met de hand op maat gezaagd. Dergelijke koellichamen zijn ook te koop, maar dat leek me overkill voor zoiets simpels;
  2. Ook ben ik wat royaler met koelpasta geweest dan de fabrikant was. Waardoor de machine nu dus kouder blijft – ofwel, de fans minder snel aanslaan;

Verder kwam de voeding met een geaarde stekker, aan een dik snoer, die ongeveer evenveel woog als de hele computer. Die heb ik daarom voor op reis vervangen door een stekker zonder snoer;
 

duurzaamheid
Voor mij blijft het grootste vraagteken bij de MSI Wind hoe die zich op de lange duur zal houden. Het is tenslotte niet meer dan een lichtgewicht computertje in een soort hard plastic tupperware-bakje. Maar op dit moment zijn er nog geen problemen te melden.

Bij eerdere laptops was na een half jaar toch geregeld al eens het moederbord kaduuk, of was de DVD-speler ineens eenkennig geworden.
 

kritiek van anderen op netbooks als de MSI Wind

Het is geen apparaat om uren op door te werken
Nee, maar welke computer is dat wel? Zowiezo heb ik het concentratievermogen niet om langer dan twee uur aan éen stuk met iets bezig te zijn. Ik ben het daarom al jaren gewend om van werkplek, en dus computer, te veranderen op een erg drukke dag.

De technologie is verouderd / niet krachtig genoeg / die Intel Atom-chips kunnen niets
De technologie heeft zich dus ook grotendeels bewezen, en is krachtig genoeg voor wat ik er mee wil. Spelletjes interesseren me niet, en wie per se HD-Video wil bekijken op een 10-inch schermpje lijkt me behoorlijk idioot.

Het beeldscherm is te klein
Het scherm is niet groot. Met als gevolg dat ik de F11-toets vaak gebruik. Maar dat deed ik toch al.

Het toetsenbord is te klein
Valt erg mee. Belangrijker is dat het toetsenbord van de MSI Wind strak blijft aanvoelen, en de toetsen redelijk ver omlaag gaan. Ik heb een jaar met aanschaf gewacht omdat de toetsenborden van concurrerende netbooks te week aanvoelden voor mij, of te weinig respons gaven bij het typen.

Een nadeel is wel dat ik weleens over het touchpad strijk met mijn hand tijdens het typen, en de cursor ineens heel ergens anders in de tekst staat.

Je neemt al gauw een verkrampte houding aan bij het werken met een netbook
Dit bezwaar geldt voor alle laptops, ook voor die met 17 inch-schermen.

Het is een wijvencomputer
Dat zal. Veel plezier moet uw echte mannen-PC. Feit blijft dat er weinig machines zijn geweest in de 26 jaar dat ik zo meteen computers gebruik die me zo tevreden hebben gesteld. Het ding doet wat het moet doen, en doet dat zelfs goed.


Google Chrome OS

Op zich interesseert het me niet welk besturingssysteem mijn computer draait — of mijn telefoon, moet ik daar tegenwoordig bij schrijven. Maar dat ik nogal wat verschillende systemen heb uitgetest op mijn netbook, had wel een reden.

Mijn computers thuis staan meestal te sluimeren, en werken binnen een paar tellen. De computers die ik meeneem, staan uit. Die moeten eerst aangevuurd worden voor er iets nuttigs mee kan. En dat opstarten duurt altijd te lang. Ook al omdat een besturingssysteem als Microsoft Windows net doet of het al bedrijfsklaar is, terwijl onzichtbaar nog allerlei processen worden afgerond.

Verschillende Linux-versies beloofden speciaal te zijn aangepast aan mijn MSI Wind, en die onder meer razendsnel te kunnen opstarten, plus een langer batterijleven te schenken. Onder de distributies die ik probeerde was Moblin. Dat is een Linux-versie die oorspronkelijk ontwikkeld werd door Intel; wat nogal veelbelovend leek omdat Intel zowel de rekenprocessor als de grafische chip van mijn netbook geleverd heeft. Als er éen besturingssysteem op maat zou zijn te maken voor mijn wensen, dan toch Moblin wel.

Maar helaas, Moblin verkeerde in een nog te primitief stadium. Misschien dat dit systeem over een jaar of twee interessant wordt om te gebruiken. Als zich tenminste mensen geroepen blijven voelen aan Moblin te werken.

Want, dat was toch mijn eerste idee toen Google aankondigde met een eigen besturingsysteem te komen, speciaal voor netbooks — dat ook al van Linux uitgaat. Prettig dat zich een groot bedrijf achter de ontwikkeling van open source software zet, maar o wat jammer daarmee van al die andere interessante open source projecten.

Google levert op het moment vooral online-diensten, die een browser vereisen om te kunnen gebruiken. Daarom verscheen eerder al de Google Chrome browser, om het werken in deze ‘cloud’ te veraangenamen.

Die browser is zeker geen slecht product, maar laat stiekem allerlei diensten draaien op mijn computer waar ik niet op zit te wachten. Dus gebruik ik in plaats van Chrome het gestripte zusje Iron, in voorkomende gevallen.

In die zin vrees ik ook dat Google allerlei informatie over de gebruiker van zo’n Google Chrome OS gaat opslaan op zijn servers, en weet ik tegelijkertijd anderen de code zullen strippen van al te grove invasies van de privacy, en er vast een ‘Iron OS’ komt.

Maar dit duurt allemaal nog jaren. Dus heb ik daar nu weinig aan.


Lezen van een scherm

Lezen van een scherm, wordt dat ooit wat? Het antwoord op vragen of iets in de toekomst gebeuren zal, luidt voor mij vrijwel altijd: ja, maar. Er zal zeker iets veranderen, niemand kan alleen zeggen wat; omdat niet met zekerheid te zeggen is hoe het beeldscherm er over vijftien, twintig jaar zal uitzien.

De laatste weken heb ik meerdere malen de vraag gekregen of ik een e-reader kopen zou. Daarop luidde het antwoord niet anders dan op al die vragen over PDA’s, iPods, en andere specialistische apparatuur die jaren terug even flink gehypet werd. Het lijkt me meestal te vroeg om zulk spul aan te schaffen. De technologie is nog te primitief, te lelijk, en er zijn nog te veel vragen over licenties en prijzen.

En ik begrijp het voornaamste bestaansrecht van de elektronische boekenlezer ook niet zo goed. Het ding wordt aanbevolen omdat je een boek dat je niet hebt onmiddellijk kunt bestellen, en dus direct in bezit kunt hebben.

Ik lees en verzamel boeken toch heel anders. Daar speelt snelle behoeftebevrediging bijna geen rol in. Een goed boek is ook eeuwig actueel, en niet alleen geldig op dat ene moment.

Van tijdschriften, of kranten, snap ik weer wel dat het prikkelen kan om die onmiddellijk te willen hebben; vanwege het nieuws dat ze brengen, of het direct gewenste amusement. Maar elektronische boekenlezers worden zelden of nooit aanbevolen om hun kioskfunctie. Al was het maar omdat vrijwel geen kranten en tijdschriften aantrekkelijke digitale versies kunnen leveren.

Uiteindelijk gaat het ook bij e-readers om drie zaken; en onderscheidt het ding zich niets van alle draagbare apparaten die de laatste vijftien twintig jaar op de markt verschenen. Die eerste vraag luidt altijd: wat is de speciale functionaliteit? Daarop gevolgd door: wat is de kwaliteit van het scherm? En de derde vraag is: hoe lang houdt de accu het vol?

En dan valt op dat de boekenlezers altijd op die laatste twee kwaliteiten worden gepromoot. Ze werken met elektronisch papier, en daarvan zou de resolutie, en dus leesbaarheid, groter zijn dan van wat een computerscherm biedt. Bovendien kunnen e-readers het dagenlang volhouden zonder te worden bijgeladen; mits de WiFi of andere communicatiefunctie wordt uitgezet.

Maar andere apparaten zijn ook steeds zuiniger aan het worden. Mijn netbook heeft een autarkie van ruim zes uur, maar er zijn er ook al die acht uur van het stroomnet kunnen, of meer. En dat is een hele werkdag.

Het voornaamste voordeel van elektronisch papier is op het moment dat het geen belichting van achteren nodig heeft, zoals computerschermen. Want zo’n backlight vreet de meeste stroom; meer in elk geval dan de voortdurende verwisselingen van het beeld.

Maar toen Nicholson Baker deze zomer over de Kindle schreef, Amazon.com’s e-reader, merkte hij daarbij op net zo lief van het scherm van een iPod te lezen. Omdat de pixels daarvan zo klein zijn, en dus de schermresolutie zo hoog wordt. Het duurde even voor ik iemand tegenkwam die de Kindle-applicatie op zijn iPhone had, voor die uitspraak te controleren viel. En toen zag ik dat Baker gelijk had.

Mede daarom denk ik dat de huidige e-readers doodgeboren kindjes zijn. En dat toekomstige elektronische boekenlezers in functionaliteit veel meer op een notebook of netbook lijken, dan een apparaat waarop alleen boeken zijn te lezen.

Of er dan nog met beeldschermen wordt gewerkt, lijkt me wel een vraag. Wetenschappers die ik daar over sprak, inmiddels alweer bijna tien jaar terug, verwachtten een ontwikkeling naar heel groot, en heel klein. Elektronisch papier krijgt nut, maar dan op muren, als behang met extra functies. En voor individueel gebruik heeft irisprojectie zo zijn voordelen.

Dus denk ik zelfs dat een discussie met experts over hoe de hersenen reageren op het lezen van een scherm, hoe interessant ook, een tijdelijke discussie is.

Boeklog over Nicholson Baker
Boeklog over Maryanne Wolf


Nerd koopt volkscomputer | xi

Drie vragen had ik na aanschaf van de MSI Wind 100 vorig jaar december.

  1. Hoe vaak zal ik spontaan deze computer gebruiken?
  2. Hoe bedrijfszeker blijft al die elektronica in dat hardplastic Tupperware-bakje, als ik dit overal mee naartoe sleep?
  3. En hoe houden de specificaties het tegenover wat er de maanden na aanschaf op de markt komt?

Die laatste vraag is eigenlijk een verboden vraag, omdat bij elke aankoop van elektronica geldt dat er al snel leuker spul in de winkels komt. Psychologisch gezien kan daar maar beter afstand tot worden gehouden. Toch valt mij op dat de netbook zich nauwelijks ontwikkeld heeft, sinds vorig jaar.

Toegegeven, er lijkt door de fabrikanten vooral te zijn ingezet op autarkie. Er zijn nu modellen op de markt die een hele werkdag van het stopcontact kunnen — terwijl de mijne daar nog twee accu’s voor nodig heeft. Maar de processor is dezelfde gebleven, met dezelfde kloksnelheid bovendien. Netbooks worden nog steeds vrijwel standaard verkocht met Windows XP, en één MegaGigaByte aan werkgeheugen, en een harde schijf van 160 GigaByte; net als in 2008.

Een nieuwe doorbraak is dus pas te verwachten met de volgende Atom-chipset; als werkgeheugen en grafisch geheugen gecombineerd worden. Wat ongetwijfeld apparaten oplevert die nog zuiniger met stroom zijn.

Wel breiden de fabrikanten hun aanbod aan lichtgewicht computers uit, waarbij de verschillen tussen netbook en notebook lijkten te verdwijnen. De schermen van de nieuwste apparaten worden groter — maar het 9 inch-scherm van de eerste generatie was me ook te klein — net als de toetsenborden, die daarmee beter te gebruiken zijn.

Moest ik op dit moment een nieuwe machine aanschaffen, weet ik ook niet of dit een netbook als de MSI Wind zou zijn. Dezelfde fabrikant brengt nu bijvoorbeeld de modellenreeks X-Slim uit; die op zich technisch niet eens veel geavanceerder is, maar wel een prettig draagbaar gewicht paart aan een scherm van normale grootte.

Want dat is na een jaar mijn enige klacht over de MSI Wind. Hoewel het ding een prettig beeldscherm heeft — door mijn tevredenheid over de LED-backlight heb ik zelfs de monitoren van mijn bureaucomputer vervangen — is dat scherm net te klein om er prettig meer dan anderhalf uur naar te turen.

Dit is overigens totaal geen kritiek. Integendeel zelfs. Ik heb de MSI Wind niet gekocht als primaire werkmachine, maar als apparaat om makkelijk mee te nemen. Omdat ik smartphones nog altijd overdreven gehypete ondingen vind, en onderweg liever over een echte computer beschik.

Maar een netbook als deze kan het mij dus wel doen, zo blijkt. Meer is echt niet nodig. Behalve dan een wat grotere scherm om het de enige computer te laten zijn die ik op een dag gebruik. De enige andere wensen zijn franje, van het soort dat de luidsprekers van een computer altijd beter kunnen, of dat Apple wat eleganter uitziende apparaten maakt.

Is er wel nog de vraag hoe lang mijn MSI Wind 100 het blijft volhouden.

Na een paar maanden leek het of de WiFi-chip problemen begon te geven. Maar dit bleek aan de router thuis te liggen.

Verder ratelt de grootste koelingsfan weleens kort erg onaangenaam hard. Wat nog schrikken was, toen ik dit geluid niet kende, omdat het leek of de harde schijf plots een hevige dodesstrijd voerde.

En ook was mijn keuze om een apparaat van glimmend zwart plastic te kopen niet zo slim, omdat alle stofjes er op zichtbaar blijven.

Benieuwd wat ik volgend jaar december aan ervaringen te melden heb.


Nerd koopt volkscomputer | xii

Twee jaar oud is mijn exemplaar van de MSI Wind 100 inmiddels. En al twee jaar lang is het mijn meest intensief gebruikte computer. Zij het dat ik er nooit heel lang aan éen stuk op werk. Daar heb ik andere apparatuur voor.

En, het apparaat vertoont inmiddels ook wel enige sleet. Zo maakt de belangrijkste koelfan duidelijk meer lawaai dan voorheen.

Ook de standaard-accu, die bij aankoop meekwam, is niet zo vers meer. Al valt de slijtage me toch mee. Vergeleken met het moment vlak na aankoop, bedraagt de capaciteit nu nog 70% à 75%. En dat heb ik veel beroerder meegemaakt.

De Belastingdienst rekent met een afschrijftermijn van drie jaar, voor apparaten als deze. Ik heb in het verleden weleens na twee jaar een nieuwe laptop gekocht. Deze MSI Wind kan het nog wel een jaar doen, voor mij. Wat een nieuw netbook voornamelijk aantrekkelijk zou maken, is de langere autarkie. Terwijl dat element me nu toch minder zegt dan voorheen.

Leuk dat er een hele werkdag met een apparaat te werken is vergelijkbaar met dit. Maar het beeldscherm is bijvoorbeeld gewoon te klein om dat een heel aantrekkelijke optie te maken.

Wil ik wat anders, dan moet dat een notebook worden met een even laag gewicht, maar een groter beeldscherm; een computer die desnoods als enige computer dienst zou kunnen doen.


Nerd koopt volkscomputer | xiii

Drie jaar is de afschrijvingstermijn van computerapparatuur volgens de Belastingdienst. En net geen drie jaar ging mijn MSI U 100 Wind netbook mee. Wat me behoorlijk meeviel voor zo’n plastic Tupperware-bakje met wat elektronica erin, dat telkens vrij gedachteloos door mij in mijn rugzak werd gepropt. Mee naar alles.

De accu was het eerste onderdeel waar problemen mee kwamen. Maar dat viel te verwachten. Accu’s verliezen al na een half jaar flink aan capaciteit, en zijn zelden na twee jaar nog nuttig te noemen, in vergelijking met een nieuw exemplaar.

Daarna was er de fan die er moeite mee kreeg dat de computer weleens werd aangezet. Die begon dan meteen te zeuren van tegenzin, en te kreunen, zo niet te krijsen. En het duurde altijd even, voor het ding dan uit die trilling schoot naar een andere frequentie waarin ie geen lawaai maakte.

Vervolgens raakte een toets op het toetsenbord los — maar gelukkig niet éen die ik vaak nodig heb.

Dus is de MSI Wind thans een laatste plek gegund. Er hangt nu een grote monitor aan en een extra toetsenbord. Nu is de volkscomputer slechts nog in gebruik als reservetekstverwerker. Wat ik heel aangenaam vind. Want zeker als er meerdere projecten lopen, is het prettig éen werkplek aan éen activiteit te kunnen koppelen.

De MSI Wind was tot een jaar geleden misschien wel de beste computer die ik ooit gekocht had, gezien het gebruiksplezier. Daarna merkte ik dat twee, drie jaar een lange tijd is voor dergelijke apparatuur. Nieuwere apparaten kunnen het zo maar acht uur zonder netstroom af. Nieuwe laptops en netbooks gaan handiger met draadloze netwerken om. Nieuwe beeldschermen zijn nog weer scherper.

Nostalgie over een gepensioneerde computer duurt nooit zo heel lang.

[ dit is het slot van een reeks die vier jaar geleden begon ]