Poe: A Life Cut Short ~ Peter Ackroyd

Ik had de naam Peter Ackroyd verward met die van Peter Carey. Daardoor kreeg ik een boek in handen dat niet was wat ik verwachtte. Dit is geen biografische schets van een fictie-auteur over een beroemde voorganger. Dit is een biografie geschreven door iemand die al zo veel meer biografieën heeft geschreven. Waarvan ik al meer gelezen had, dat dan lang niet altijd meeviel.

Wist ik bovendien ook veel al wel over het leven van Edgar Allen Poe [1809 – 1849]. Want dat is éen van de auteurs die me als puber het Engels inlokte, met zijn griezelverhalen. Die interesseerde me ooit eerder eens.

Dat zijn zo al twee zaken die het lezen tot een teleurstellende ervaring hadden kunnen maken. Toch beviel dit boek me wel. Door het voor een schrijversbiografie bescheiden aantal van honderdvijftig pagina’s, met ruim gezette tekst, was het bovendien allang uit voor het ergernis had kunnen oproepen.

Er zit vaart in dit boek. Er wordt niet getreuzeld. Al heeft Ackroyd vaak wel de neiging om ontwikkelingen heel vanzelfsprekend te achten.

Ackroyd maakte verder terloops éen opmerking die de waarde van de biografie overstijgt; omdat een wet is dat zelfs het meest overbodige boek altijd wel éen zo’n nuttig dingetje oplevert. En ditmaal is dat dan de constatering dat Poe een beroepsschrijver was in een tijd waarin de markt voor beroepsschrijvers niet bestond. Dus werden zijn mogelijkheden nogal beperkt door de grote armoede waarin hij telkens moest leven.

Norbert Elias plaatste ooit een vergelijkbare opmerking over Mozart; die vrij kunstenaar werd in een tijd waarin zo’n positie niet bestond.

Beide malen wist ik natuurlijk dat wel, van die positie van kunstenaars aan de marge, maar besefte ik daarvan de betekenis niet. Of zoiets. In elk geval trek ik zo’n opmerking als die over Poe meteen door naar het heden, om te wegen wanneer het wel ging lonen om beroepsschrijver te zijn; welke genres daarbij het lucratiefst waren; of dit per land verschilde; en wat dit zegt over het literaire landschap van dit moment.

En daarmee werd de zelfkennis van Poe toch ook interessant:

I have perseveringly struggled, against a thousand difficulties, and have succeeded, although not in making money, still in attaining a position in the world of Letters, of which, under the circumstances, I have no reason to be ashamed.

En goed, dan leerde ik ook wel iets over de ontstaansgeschiedenis van een aantal werken van Poe. Zoals het gedicht ‘The Raven‘. Maar dat Poe zelf, met zijn bleke uiterlijk, in zijn zwarte kleding, en met zijn donkere ogen, de Raaf als bijnaam had, heb ik ooit al eerder geweten. Zoals dit boek vaker een hernieuwde kennismaking bood.

Peter Ackroyd, Poe: A Life Cut Short
170 pagina’s
Chatto & Windus, 2008