dit is het dossier:

Douglas Adams

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Hitchhiker’s Guide to the Galaxy ~ Douglas Adams

Er bestaan boeken waarvan je de inhoud kent, zonder die inhoud te kunnen kennen. Adams’ Hitchhiker’s Guide to the Galaxy was zo’n uitgave voor mij. Al kan ook niet worden uitgesloten dat me heel lang geleden een Nederlandse vertaling onder ogen is gekomen.

Ooit las ik SF per strekkende meter.

Maar als ik inderdaad Het Transgalactisch liftershandboek heb gelezen als tiener, dan was dat waarschijnlijk op een te jonge leeftijd. Adams’ werk steekt namelijk net wat anders in elkaar dan de standaard Science Fiction. Zijn boeken parodiëren het genre op hetzelfde moment. En er is leeservaring nodig om dit te zien; laat staan om daar van te kunnen genieten.

En dan schrijf ik hier wel boeken. De reeks begon ooit als een hoorspel, op de BBC radio. Adams had als enige opdracht een stuk te schrijven dat op éen of andere manier over het einde van de aarde ging. Hij bedacht toen dat het wel logisch was om iemand van buiten die aarde als personage te hebben, om het geheel wat in perspectief te zetten.

Daarop bedacht hij de man die uiteindelijk Ford Prefect ging heten — een reiziger van ergens in de buurt bij Betelgeuze — die zijn naam kopieerde van wat hij aanvankelijk dacht dat de dominante levensvorm op aarde was.

Auto’s.

Ford Prefect is onderzoeker voor de Hitchhiker’s Guide to the Galaxy. En hij ontleent er trots aan het lemma over de aarde in dit elektronische liftershandboek in omvang te hebben verdubbeld. Eerst was de aanduiding namelijk ‘harmless’. Door zijn grondige research staat er nu ‘mostly harmless’.

Minder aan onze wereld is wel dat het Ford Prefect pas na vijftien jaar lukt om die te verlaten. Hij kan dan eindelijk met een ruimteschip meeliften, dat in de buurt is omdat de aarde wordt opgeruimd. De planeet lag maar vervelend op het pad van een hyperruimtelijke expresroute, en wordt daarom vernietigd. De plannen daartoe lagen al geruime tijd ter inzage in de buurt, slechts enkele lichtjaren verderop, en dat de aardbewoners te lui waren om daar te gaan kijken, wreekt zich.

Metgezel van Ford Prefect is de aardbewoner Arthur Dent. En de twee belanden uiteindelijk op het ruimteschip van Zaphod Beeblebrox; een oude kennis van Ford Prefect, die inmiddels President of the Galaxy is geworden. Beeblebrox heeft bovendien Trillian bij zich — voorheen Tricia McMillan — de enige andere menselijke overlevende van de vernietiging van de aarde.

En Arthur Dent had ooit een oogje op Tricia McMillan, alleen werd zij veroverd door Beeblebrox, op een feestje in Islington, waar ze alle drie toen waren. Ineens was ze verdwenen.

Bij het lezen van al dit viel me op alle deze verwikkelingen al te kennen — en nog veel meer. Alleen dan niet precies zo in detail. Verder biedt dit boek tal van tropes die zich volledig hebben losgezongen van de oorsprong; en die zeker in de eerste jaren van internet volop gebruikt werden als wisselgeld in de conversatie.

En zulks blijft raar.

Bovendien kleeft aan deze roman toch ook dat de oorspronkelijke verhalen als radiofeuilleton geschreven werden. Er mist iets aan eenheid. Het boek struikelt zich wat voort.

[ wordt vervolgd ]

Douglas Adams, The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy
224 pagina’s
Del Rey 1995, oorspronkelijk 1979

Restaurant at the End of the Universe ~ Douglas Adams

De vrees is inmiddels dat het lezen van de hele Hitchhiker’s Guide-trilogie een soort voortstrompelen blijft. Nogal eens vroeg ik me tijdens het tweede deel af wat de schrijver nu weer gerookt had. Ik mis logica in het verhaal. Omdat logica vaak zo’n prettige kruk is waarop de gebeurtenissen in een boek dan kunnen steunen.

Van Douglas Adams was bekend dat hij zelden op deadline produceerde. Het werk werd hem soms echt onder zijn handen vandaan getrokken, omdat ook anderen verder moesten kunnen met hun activiteiten.

En die hele Hitchhiker’s Guide was eerst een hoorspel, in afleveringen; en dus met cliffhangers en andere trucs om de luisteraars een reden te geven de volgende keer weer te willen luisteren.

Dus mogen de romans uiteindelijk dan wel de canonische teksten zijn geworden. Helemaal negeren dat de inhoud in beten en brokken al improviserend totstandkwam, is onmogelijk, volgens mij. Naast dat er die merkwaardige momenten in de tekst zijn waarin even een climax moest; omdat de inhoud van het hoorspel die week liep tot daar.

The Restaurant at the End of the Universe blijkt overigens ook echt een restaurant te zijn, waar Ford Prefect en de anderen naar toe gaan, om het einde van het heelal mee te maken. Wat in de titel wellicht op een plaatsaanduiding lijkt, is in werkelijkheid een tijdsaanduiding.

Slagen de helden van het boek er toch ook nog in om in de tijd terug te reizen. Twee miljoen jaar liefst. Waarbij ze op een planeet belanden die best eens aarde zou kunnen zijn. Primitieve mensachtigen zijn daar dan ook al. Maar met het ruimteschip waarmee ze reisden, kwamen anderhalf miljoen kolonisten mee.

En onze aarde is vanzelfsprekend ook een supercomputer — gebouwd om de vraag te vinden die bij het antwoord ’42’ hoort; dat een eerdere supercomputer gaf na 7½ miljoen jaar te hebben nagedacht te hebben over wat het nut was van het leven, het universum, en alles.

Toch is het ook weer geen straf om een roman als deze te lezen. Adams had humor. Alleen vind ik die dan vooral in de terzijdes, en de observaties die niet altijd evenveel met het hoofdverhaal van doen hadden. En dus zullen de andere delen uit de reeks nog weleens volgen. Zelfs al zal voelt dat nu als het afstrepen van een verplichting, als iets lezen van een verplicht lijstje.

Douglas Adams, The Restaurant at the End of the Universe
250 pagina’s
Del Rey 1997, oorspronkelijk 1980