Other ~ Ryszard Kapuściński

Iedereen die wil begrijpen wat normaal is, moet op reis. Fysiek naar andere oorden, of liever nog een verplaatsing maken in de geest, terugkerend naar het verleden. Juist met de geschiedenis erbij is te zien aan hoe veel ongeschreven regels wij ons houden — meestal zonder dat te weten.

Dan pas valt bijvoorbeeld op dat hoe recent het idee nog maar algemeen leeft dat ‘de ander’ ook een mens is, die niet per se doodgeslagen hoeft te worden vanwege dat anders-zijn.

Toegegeven, er zijn altijd mensen geweest die ‘hen’ niet meteen veroordelend bekeken. Die ‘de ander’ neutraal durfde te bekijken. Verwonderd, dat ‘zij’ de dingen anders deden, zonder daarbij die vreemde zeden meteen ook minderwaardig te achten.

Kapuściński’s grote held Herodotus veroordeelde niet, maar beschreef liever de eigenaardigheden van de anderen. Ook dat is een manier.

In The Other zijn een aantal lezingen gebundeld die de Poolse reportageschrijver Ryszard Kapuściński gaf, voor het merendeel in 2003 en 2004.

Heel veel nieuws had hij mij daarbij niet te vertellen. Maar dit komt simpelweg omdat Kapuściński zo vaak gedachten wijdde aan ‘de ander’ in zijn aantekenboeken; die verschenen onder de verzameltitel Lapidaria. En deze aantekeningen heb ik recent vrijwel allemaal gelezen — voor zover ze vertaald zijn in een voor mij begrijpelijke taal.

De ontvangst van een boek hangt zo af van de al aanwezige kennis bij de lezer.

Ik vond de nu gebruikte formuleringen ook niet opvallend veel beter of sterker. Ondanks dat de lezingen wel een context gaven, en Kapuściński’s gedachten wel voor even een definitieve vorm hadden gekregen. De schok — zo die er kwam — van de eerste kennismaking was al geweest.

Zo heb ik ook ooit dienst geweigerd. Dus hoeft Kapuściński me niet uit te leggen dat het heel moeilijk is om oorlog te rechtvaardigen; omdat iedereen in oorlogen verliest; behalve een stel wapenfabrikanten.

Uiteindelijk rest een mens drie mogelijkheden in confrontatie met ‘de ander’.

he could choose war, he could fence himself in behind a wall, or he could start up a dialogue. [82]

Het is niet moeilijk te raden waar voor Kapuściński’s of mij de voorkeur bij ligt. Punt wordt dan wel dat zo’n dialoog ook eisen aan onszelf stelt. Want in hoeverre laten we ‘de ander’ bepalen wie wij zijn?

Tot nu toe heb ik in mijn dossier over de geschiedenis van het ik vooral gekeken naar wat mijn positie zoal bepaalt.

Kapuściński’s grootste verdienste in The Other is wat mij betreft dat hij me wees op wat de positie van ‘de ander’ kleurt. Nogal wat landen ontlenen ineens een groeiend bewustzijn aan hun plotselinge economische groei, bijvoorbeeld. Maar dan had hij ook religie mogen noemen — of kunnen verwijzen naar de talloze naamlozen die in een ander land ineens vrijheid van meningsuiting hebben, en die dan zullen gebruiken ook.

Vorige week liepen in Londen bij een betoging Moslims rond met het protestbord:

Onthoofd iedereen die de Islam een agressieve godsdienst noemt.

En dat was geen grap. Zo’n uitspraak wordt pas idioot buiten zijn directe context.

Ryszard Kapuściński, The Other
with an introduction by Neal Ascherson

100 pagina’s
Verso Books, 2009