Travels with Herodotus ~ Ryszard Kapuściński

► door: A.IJ. van den Berg

Kapuściński’s verhaal over zijn reizen met Herodotos eindigt anders dan het begint. En dat is jammer. Nu kleeft er iets haastigs en makkelijks aan het boek. Terwijl het toch al indruk maakt. Dus had het een waar meesterwerk kunnen zijn, zonder dat uiteindelijk te worden.

In de eerste hoofdstukken is Travels with Herodotus een autobiografie over het werkzame leven van een Poolse journalist. Ryszard Kapuściński moest voor zijn eerste opdracht bijvoorbeeld meteen al naar India. En hij stuitte daar onmiddellijk op het probleem geen enkele taal te kennen die daar gebruikt wordt — nog afgezien van alle andere moeilijkheden die hij had om voor het eerst van huis te zijn.

Later belandt hij in China, waar dezelfde taalproblemen opduiken. Bovendien is Kapuściński zich er telkens goed van bewust dat hij als buitenstaander tegenover veelgelaagde culturen staat. Waardoor een grotere kennis van de taal hoogstens het begin is van een beter begrip van het land. Laat staan het continent Azië.

Dus verlegt hij zijn werkterrein naar Afrika — waar hij zich redden kan met de talen van de kolonisatoren. En bij al dit is een Poolse uitgave van Herodotos’ [ca. 484 – ca. 425] Verslag van mijn onderzoek zijn vaste metgezel. Omdat het boek van deze Griekse oer-historicus zo veel verhalen en waarnemingen bevat. En ook omdat Kapuscinski een verwantschap voelt met de oer-reportages die zijn vroege collega schreef. Ook deze man reisde — in een tijd bovendien zonder dat de wereld al begrijpelijk was gemaakt in landkaarten. Ook deze schrijver probeerde zelf te zien, zonder meteen al de vooroordelen over te nemen die er indertijd leefden.

In dit eenentwintigste-eeuwse boek verdwijnt Kapuściński’s levensgeschiedenis alleen vrij snel uit beeld. Hij is weliswaar telkens in Afrika, maar jaartallen en gebeurtenissen doen er dan niet meer toe. Vele pagina’s worden ook slechts gevuld met citaten uit Herodotos. Waarbij Kapuściński daar dan hardop over nadenkt.

Dat boekgedeelte heeft daardoor wat onafs, iets haastigs zelfs. Alsof de lezer aantekeningen voorgeschoteld krijgt — van als ik hier nu dat stukje Herodotos geef dan heb ik daar dat en dat over te zeggen.

Wat dit boek uiteindelijk dan weer redt, is dat Kapuściński wel de juiste vragen heeft gezien. Want, wat zijn de taken eigenlijk van de journalist, de reportageschrijver, of de historicus? En wat betekent het om bij dat werk telkens zo afhankelijk te zijn van horen-zeggen? Verhalen door te geven die op zich al gereduceerd en gestroomlijnd zijn tot verhaal?

Ook heeft Kapuściński groot gelijk dat er weinig mensen echt nieuwsgierig zijn, en zelf willen weten wat er zoal gebeurt. Wat het dan zo geweldig maakt — als je wel met dat virus behept bent — om ineens op iemand met dezelfde afwijking te kunnen vertrouwen.

scheiding

There aren’t many enthusiasts born. The average person is not especially curious about the world. He is alive, and being somehow obliged to deal with this condition, feels the less effort it requires, the better. Whereas learning about the world is labor, and a great, all-consuming one at that. Most people develop quite antithetical talents, in fact–to look without seeing, to listen without hearing, mainly to preserve oneself within oneself. So when someone like Herodotus comes along — a man possessed by a craving, a but, a mania for knowledge, and endowed, furthermore, with intellect and powers of written expression — it’s not so surprising that his rare existence should outlive him. [267]

Ryszard Kapuscinski, Travels with Herodotus
275 pagina’s
Penguin Books 2007, oorspronkelijk 2004

[x]