Homo Academicus ~ Pierre Bourdieu

Klassieke studie, van een vrijwel onleesbare socioloog. Pierre Bourdieu (1930 – 2002) onderzocht wie er zoal carrière maakten aan de Franse universiteiten, in de jaren ’50 en ’60. Daarbij ook de vraag stellend óf en waarom de ‘revolutie’ in 1968 onafwendbaar was.

Dit boek had enkele opvallende nadelen. Zo produceert Bourdieu zelfs in vertaling nog ellenlange zinnen. Waarbij me opviel dat hij vaag werd door precies te willen zijn.

Een tweede punt is dat Homo Academicus alleen over Frankrijk gaat, en voor een Frans publiek geschreven werd; waarvan aangenomen mag worden dat het wist hoe het onderwijssysteem in elkaar stak. Ik weet dat niet, of hoogstens toch in heel grove lijnen.

In elk geval is me bijvoorbeeld onduidelijk hoe het huidige stelsel aan hoger onderwijs zich verhoudt tot dat van veertig vijftig jaar geleden. Goed, ik neem onmiddellijk aan dat hoger onderwijs ontoegankelijker was dan het nu is; omdat dit in de gehele westerse wereld zo was.

En dan is daar nog het gegeven dat Bourdieu conclusies trok die een verstandig mens al weet zonder daarvoor onderzoek te doen; enquêtes te houden, of grote schema’s op te stellen.

Zo is het voor buitenstaanders altijd moeilijker om carrière te maken binnen een elite, als de universiteit, dan voor kinderen die al van jongs af aan mensen in die kringen kennen. Meritocratieën bestaan er amper — behalve misschien in de sport.

Toegegeven, misschien moet je wel een buitenstaander zijn, om deze discriminatie op te kunnen merken.

Bourdieu onderscheidde in zijn onderzoek verschillende soorten sociaal kapitaal die iedereen meekrijgt, of zelf verdienen kan. En legt zo het personeel van hele faculteiten langs de meetlat. Daarmee illustrerend dat niet elk dubbeltje een kwartje worden kan. Maar ik kon bij het lezen slechts denken, dit heb ik eerder zien doen. Alleen beter. Was het bij Elias, was het De Swaan?

Pierre Bourdieu, Homo Academicus
226 pagina’s
Acco, 2002
vertaling uit het Frans door Patrick Claeys, Freddy Mortier en Jacques Tacq