Necropolis ~ Vladislav Chodasevitsj

Dit was mijn tweede poging om Necropolis van de Russische schrijver Vladislav Chodasevitsj [1886 – 1939] te lezen. De eerste keer strandde omdat het boek niet voldeed aan mijn eigen overspannen verwachtingen.

Chodasevitsj was namelijk getrouwd met Nina Berberova. Met haar was hij in 1922 uit de Sovjet-Unie gevlucht. En van haar had ik de autobiografie Cursivering van mij gelezen. Dus was ik benieuwd naar zijn kant van dat verhaal.

Maar Berberova komt in dit hele boek slechts enkele malen op de achtergrond voor. In verwijzingen hoogstens. Zij was daar en daar ook.

Bovendien gaan relatief weinig van de opgenomen schetsen over die tijd na 1922. Evenmin is er aandacht voor de ballingschap; of de problemen buiten het land van oorsprong een nieuw bestaan op te bouwen.

Necropolis is voor een klein part levensverhaal, en voor groter deel een portrettengalerij van anderen. Vrijwel steeds van mij geheel onbekende anderen. Al eindigt het boek met drie portretten van Maksim Gorki [1868 – 1936], en de rol die deze enkele malen speelde in het leven van Chodasevitsj.

Zo maakte hij, met Nina Berberova, een tijd deel uit van Gorki’s menage in Italië.

Eerder al redde Gorki hem, met zijn tuberculose, van de militaire dienstplicht. De eeuwig met zijn gezondheid worstelende Chodasevitsj was ineens goedgekeurd, bij een soort ronselactie, en had de invloed van de ander nodig om een keuring door echte artsen af te dwingen.

En misschien heb ik hier een constante uit dit boek te pakken. Veel van de portretten gaan erover wat de een voor Chodasevitsj heeft betekend, of andersom. Daardoor zijn ze vreemd genoeg wel interessant, maar tegelijk niet zo heel memorabel.

Ook las dit boek of er nog steeds de censuur op zat die er ongetwijfeld geweest zal zijn in diens tijd.

Het leesplezier van dit boek beperkte zich dus tot een waarneming hier, en eens een zinnetje daar.

Vladislav Chodasevitsj, Necropolis
Over boeken en mensen

Gekozen, vertaald en van aantekeningen
en een nawoord voorzien door
Yolanda Bloemen en Marja Wiebes
312 pagina’s
De Arbeiderspers, 1987
privé-domein nr. 128