dit is het dossier:

Bret Easton Ellis

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

American Psycho ~ Bret Easton Ellis

Donald Trump is God in deze roman van Bret Easton Ellis — en dat was de voornaamste reden om dit boek uit 1991 toch eens te willen herlezen.

Helaas bleek Ellis te intelligent te zijn om niet te weten dat God altijd heel goed uit het verhaal weg kan blijven, want Zijn kracht toont zich misschien wel het best in het gedrag van de volgelingen. Meer dan wat zijdelingse verwijzingen naar uitspraken en meningen van Trump biedt American Psycho niet. Wel blijft hij het hele boek als voelbare macht aanwezig.

Tegelijk is dit hele boek éen commentaar op een totaal narcistische Amerikaanse manier van denken, en doen. Mag de lezer vervolgens zelf invullen waar de gewetenloze en sadistische hoofdpersoon precies voor staat, als metafoor.

Toegegeven, er bestaan ook interpretaties van deze roman die stellen dat al dat martelen en moorden van Patrick Bateman, de ik-figuur in de roman, enkel in diens gedachten plaatsvindt. Want komt hij in het verhaal niet overal mee weg? Hoe zeer de omstandigheden ook tegen hem pleiten?

Nog merkwaardiger reactie op America Psycho is voor mij dat het boek een hype werd, begin jaren negentig.

Daardoor waren er Engelstalige landen waarin de roman enkel ingeseald verkocht mocht worden — want klanten mochten eens gaan bladeren in de boekhandel, en daardoor op verkeerde ideeën komen. Bibliotheken in tal van landen wilden de titel niet uitlenen aan lezers onder de achttien jaar.

Ooit hadden bibliotheken en boekhandels dus nog een immens geloof in wat het woord vermag.

Want, ik vond American Psycho indertijd, bij eerste lezing, al meer een invuloefening dan een goed boek. En vijfentwintig jaar later is mijn oordeel over de roman niet anders. Zelfs al waren er wel degelijk verschillen bij het lezen met toen en nu.

Patrick Bateman is in het boek een man van zesentwintig, wat indertijd ouder was dan ik. Toch had dit personage al een vage baan op Wall Street, die immens goed betaalde; wat hem oneindig veel meer mogelijkheden leek te geven dan ik er had op dat moment.

Thans vind ik de meeste mannen van zesentwintig jongetjes. Blagen. Dat alleen al maakte mijn verhouding tot de hoofdpersonage van het boek opvallend anders.

Wat ik overigens wel een vreemd automatisme vind, dat eeuwig die positiebepaling plaats heeft ten opzichte van belangrijke boekpersonages. Alsof het gegeven dat Bateman mogelijk een psychopathische moordenaar is niet al volstaat om een afgeronde mening over hem te kunnen hebben.

Maar, elk boek wordt nu eenmaal ook gevormd door de lezer, en zijn of haar autobiografie.

De belangrijkste gimmick van deze roman is dat immens veel beschreven wordt wat er nauwelijks toe doet; zo merkt de hoofdpersoon bij vrijwel iedereen uit zijn wereldje op welke kleding zij aanhebben, tot en met de merknamen daarbij. Daarentegen blijft informatie die normaal in romans als nogal significant wordt gezien geheel weg.

Bateman’s baan? Behalve een zijdelingse verwijzing naar ‘vijandelijke overnames’ van bedrijven wordt daar niets over gezegd. Met onze inmiddels algemeen bekend geraakte informatie over roofinvesteerders is daarover alleen wel van alles bij te bedenken. De roman gaat vooral over de avondjes van de hoofdpersoon na het werk, en diens sociale leven daarbij.

Bateman’s emoties? Die worden nogal opvallend weggelaten, vond ik bij deze herlezing; wel wetende wat er zoal komen zou. Hoogstens wordt eens beschreven hoe jaloers hij zijn kan op het nog fraaiere visitekaartje dat een ander uit zijn wereldje heeft laten maken.

De auteur laat Patrick Bateman overigens, in een opvallende stijlbreuk, wel weer essaytjes schrijven over muziekartiesten die hij oprecht bewondert: het Genesis van Phil Collins, Whitney Houston, en Huey Lewis and the News. Makers dus van tandeloze muziek. En deze ferme tong in de wang is voor mij de belangrijkste aanwijzing hoe deze roman allereerst gezien moet worden.

Toch, door de vele leegten die de schrijver liet, zijn er tal van andere interpretaties mogelijk over wat Bret Easton Ellis nu eigenlijk wilde met American Psycho.

Want is het boek niet allereerst een aanklacht tegen het Yuppie-tijdperk van de jaren tachtig? Is het daarmee niet éen fel betoog tegen de immoraliteit van het kapitalisme? Een klacht zelfs tegen het Amerikaanse idee unieke rechten te hebben om met de rest van de wereld om te gaan?

Waarop ik enkel meen dat de levensloop van de lezer waarschijnlijk het meest aan opinie over deze roman bepaalt.

Bret Easton Ellis, American Psycho
418 pagina’s
Picador, 1991

Less Than Zero ~ Bret Easton Ellis

Vijfentwintig jaar oud is de roman Less Than Zero dit jaar. En Brett Easton Ellis heeft er nu een vervolg op gepubliceerd, met de titel Imperial Bedrooms. Of ik dat boek ooit lees, is nog afwachten. Over een paar jaar misschien; als ik het eens aantref in een bak met uitgeversrestanten.

Less Than Zero wilde ik altijd nog eens herlezen, omdat het boek op een rare manier indruk maakte toen ik het voor de eerste keer las. In 1987.

De roman werd geen lievelingsboek, zo bedoel ik het effect niet dat Ellis op me had. Maar er lag gewoon het simpele gegeven dat iemand van mijn leeftijd — wat dan gold voor toen hij het boek schreef — dus al had gezien wat hij zag, en daar met kille afstandelijkheid over had weten te schrijven. Ik voelde me toen op een werkelijk onoverbrugbare achterstand staan; een enorme sukkel uit de provincie.

Pas later begreep ik dat het nihilisme uit dit boek een houding is die heel goed bij jonge mensen past — die hebben niets te verdedigen dat al helemaal van henzelf is. Die kunnen zich nog de luxe permitteren alles volkomen nietszeggend te vinden.

En verder geldt dat Ellis daarna nooit meer iets gemaakt heeft dat me werkelijk raakte. American Psycho deed me bijvoorbeeld niets. Het zinloze psychopatengedrag van de hoofdpersoon in die roman vond ik meer het resultaat van éen tot in het absurde detail uitgewerkt idee dan wat anders.

Ook Less Than Zero had bij herlezing meer iets van een stug volgehouden gimmick, dan meer. Zo bleek me.

De auteur laat daarin een jongen teleurgesteld van de universiteit naar huis in Californië terugkeren, voor een kerstvakantie. Daar belandt hij al meteen weer in een bekende sleur. Tussen vrienden en vriendinnen die allemaal stevig illegale medicatie gebruiken, en tegelijk nog te jong te zijn om legaal in een bar alcohol te kunnen bestellen.

Ellis heeft er simpelweg voor gekozen om niemand van die mensen een doel te geven. Bovendien laat hij stelselmatig alle vreugde weg die het weerzien met vrienden zou horen te brengen.

En, dan zitten er een aantal extra onaangename momenten in het boek. Zoals een scène uit een snuff-movie. Of dat een verkrachting wordt aangekondigd van een twaalfjarig meisje. Dat een bekende drugsverslaafd is, en zich moet prostitueren om zijn schuld bij de dealer te voldoen, vormt al bijna een gewoon verhaalelement.

Het verhaal eindigt als de jongen in arren moede maar weer vertrekt om verder te gaan studeren.

Als ik dit nu zo opschrijf, lijkt het haast of Ellis alles kil gepland heeft; of zijn doel was om zo met minimale middelen een succès scandaleuse te behalen. Maar dat zal niet zo zijn. Het recept voor een roman zegt meestal ook weinig over de uitvoering van een roman.

Less Than Zero is in de eerste plaats een boek van het midden van de jaren tachtig. Het bood me bij de tweede kennismaking niet vreselijk veel meer dan die herinnering.

Bret Easton Ellis, Less Than Zero
208 pagina’s
Picador 1987, oorspronkelijk 1985