100 mooiste Friese gedichten ~ Jetske Bilker en Babs Gezelle Meerburg (sam.)

Dit is het tweede boeklogje uit een reeks van vier, die hier begint

Ooit kon de uitgave van een poëziebloemlezing een beginselverklaring zijn. Een groep, of een eenling, zette zich daarmee even flink in stelling. Zo’n boek was hun visie op de poëzie, hoe gekleurd die misschien ook zijn mocht, en daar had iedereen voortaan maar rekening mee te houden.

Daarnaast bestonden natuurlijk ook altijd al de bloemlezingen voor school, waarmee poëzie voor vele generaties kinderen verpest werd. Anthologieën waren dat met de pretentie voor eeuwig de canon vast te leggen.

Noem het verschil tussen deze twee het verschil tussen een subjectieve en een objectief bedoelde verzameling. En merk dan op dat geen van de recente Friese poëziebloemlezingen geheel subjectief, of totaal objectief genoemd worden kan — zelfs al pretenteert éen de poëziecanon te tonen.

Droom in blauwe regenjas leek weliswaar die sterk gekleurde visie op poëzie te brengen. Alleen was die subjectiviteit maar tijdelijk, omdat zo veel van de in dat boek opgenomen dichters inmiddels zo breed erkend zijn.

Mede daarom is De 100 mooiste Friese gedichten wat mij betreft de meest eigenzinnige van de vier bloemlezingen. Weliswaar komen er geen opmerkelijk andere dichters in voor als in de andere boeken. Maar Jetske Bilker en Babs Gezelle Meerburg kozen telkens meestal net andere gedichten van hen uit dan de overige bloemlezers. Minpuntje aan dit boek voor mij is slechts dat zij door een uitgever gevraagd moesten worden om een keuze samen te stellen. Jammer dat het niet uit eigen initiatief voortkwam.

Aan dit boek valt bijvoorbeeld op dat het als enige de Friese gedichten hun juiste plaats geeft, door ze op de oneven pagina’s rechts te publiceren. De Nederlandse vertaling staat links, op de even bladzijden; op papier waarvan de ondergrond met opzet wat grijzig is gemaakt.

Dus richten de overige drie bloemlezingen zich blijkbaar in eerste plaats op het strikt Nederlandstalige publiek, door juist de vertalingen de ereplaats te geven. Maar het kan natuurlijk zijn dat de samenstellers van die anthologieën het talig vermogen van hun Friese lezers niet al te hoog aanslaan.

Goed aan De 100 mooiste Friese gedichten is ook dat de samenstelsters de gedichten met zorg op elkaar laten aansluiten. Hun indeling lijkt in eerste instantie misschien willekeurig, maar ik vond het enorm prettig dat de poëzie niet, zoals gewoonlijk, in kluitjes per dichter gepubliceerd werd. Ging het omslaan van de bladzijde tenminste samen een prettige onbevangenheid voor wat komen zou.

Helaas kleurden omstandigheden van buiten dit boek de ontvangst indertijd. De 100 mooiste Friese gedichten verscheen in een reeks, met De 100 mooiste Groningse gedichten, en De 100 mooiste Drentse gedichten. En dat een uitgever het geknauw uit Groningen, en dat spraakgebrek uit Drenthe op dezelfde hoogte durfde plaatsen als die wel volwaardige Friese taal, kon menigeen maar moeilijk zetten.

Ook werd het de samenstelsters kwalijk genomen dat zij hun eigen voorkeur lieten spreken, boven de traditie; door bijvoorbeeld niets uit de negentiende eeuw mee te nemen. Dat heb ik altijd een zeldzaam dom argument gevonden. Alsof iedere bloemlezing enkel bedoeld is om scholieren te traumatiseren.

Maar goed, hoe eigenzinnig verder ook, zelfs De 100 mooiste Friese gedichten hielp mee om de canon te vervolmaken. Want, hoewel het gedicht nog ontbrak in de Spiegel van de Friese Poëzie uit 1994 — mischien omdat Pier Boorsma die bundel mede samenstelde — en eveneens niet in Droom in blauwe regenjas meegenomen werd, was ‘In memoriam matris’ onder liefhebbers al wel geroemd. Pas in De 100 mooiste Friese gedichten heeft ook het grote publiek er kennis mee kunnen maken; welk voorbeeld de hierna verschijnende bundels zonder meer volgden.

in memoriam matris

mem, hjoed is dyn ein
dyn libben skrillet
yn nauwer ingten tobek
de tiid stiet stil
yn dit fortrek

noch harkest nei de ljurk
dy’t boppe tiid en romte stiicht
en sjongende dyn stjerren liicht
sa is it goed seisto
sa is it ivige libben no
en mei dyn leave lytse hân
seinigesto myn ûnferstân

dan litst my los
as yn in stil dûzjen
ik hear de kosmos
yn myn eare sûzjen
en djipper yn de siele dreaun
stiet ivich my dyn byld beskreaun

Pier Boorsma

wordt morgen vervolgd

Jetske Bilker en Babs Gezelle Meerburg, De 100 mooiste Friese gedichten
240 pagina’s
Uitgeverij De Kleine Uil, 2006

Zolang de wind van de wolken waait ~ Teake Oppewal e.a. red.

Eigenlijk voldoet dit boek niet aan de criteria die ik mijzelf gesteld heb om hier besproken te worden. Ik heb het namelijk niet voor minstens de helft gelezen. Het bleef bij doorbladeren. Bij plaatjes kijken, inzetjes lezen. Slechts zo af en toe kwam er iets van het betoog door. Maar goed, het meeste wist ik ook wel.

Een afgebeeld kranteknipsel van het Bokwerder Belang deed me ook meer plezier dan alle opgenomen essays. Er mist iets aan dit boek.

Komt bij dat het boek fraai werd vormgegeven en rijk geïllustreerd is. Dit maakt het onhandig in het gebruik. Zo glimmen de bladzijden te veel als er lamplicht op schijnt.

Nee, Zolang de wind van de wolken waait is een salontafelboek. Voor de heb, veel meer dan voor de lees. Handel, onder het mom van cultuur. Iedereen die ooit ergens een letter in het Fries gepubliceerd heeft, zal het willen hebben.

Her en der heeft deze doelgroep ook al kritiek op dit boek geuit. Zo zou de methode om al die eeuwen Friese literatuur te beschrijven niet goed zijn. Anderen weer, toonden zich verbaasd nergens genoemd te zijn.

Helaas lijkt me dit boek niet voor hen bedoeld. Het richt zich allereerst op een niet-Fries publiek, dat misschien wel meer wil weten over de tweede taal die in het Koninkrijk gesproken wordt. Maar in die zin is dit boek te traditioneel opgezet. Het schrijversteam heeft dezelfde fout gemaakt als ook menige biografie teistert. Een levensbeschrijving chronologisch beginnen met de jeugd is domweg saai, want een jeugd is zo zelden bijzonder.

Een ander probleem dat ik met dit boek heb, is dat er alleen over schrijvers verteld wordt, niet door hen. Eigenlijk is het hoofdstuk over Friese poëzie het aardigst, omdat daarin nog weleens een gedicht staat. Van romans worden enkel de omslagen getoond.

Het is alsof je in een boek over Hollywoodfilms leest hoe prachtig iemand bewoog en sexy ze was, en het dan moet doen met een statisch geposeerde publiciteitsfoto erbij. Beschrijven is niets, tenzij de beschrijvingen iets extra’s brengen in toon, of invalshoek. En dat lukte de makers van dit boek niet.

Teake Oppewal e.a. red., Zolang de wind van de wolken waait
Geschiedenis van de Friese literatuur
400 pagina’s
Uitgeverij Bert Bakker © 2006