dit is het dossier:

John Gray

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Provocaties ~ John Gray

Gray’s Provocaties maken vooral duidelijk dat iemand die voornamelijk reageert op de actualiteit zelf ook gauw oud nieuws wordt. Ik las dit boek zes jaar te laat om er echt iets aan te hebben, al was het toentertijd nog niet eens uit.

In deze bundel staan korte essays, die in 2002 en 2003 eerder verschenen in de New Statesman. Voor een groot deel gaan ze daarom over wat toen speelde: die illegale inval van Amerika in Irak bijvoorbeeld, en de leugens die verteld werden om deze invasie publiek te verkopen. Over die leugens is inmiddels het meeste wel bekend. Daardoor kan ik misschien nu wel terugredeneren hoeveel John Gray toen al doorzag, en hoeveel ook niet, maar dit is niet vreselijk interessant om te doen.

John Gray — met nadruk niet die man met de winkel in Venus en Marskul — was hoogleraar European Thought aan de LSE. Zijn achtergrond is de politieke filosofie. En dit kleurt de betogen in dit boek nogal. In veel daarvan wordt van nogal zuurstofarme hoogten geredeneerd. Waarbij Gray niet zo zeer aanvallen richt op wat gebeurt — op de stukken over de Irakoorlog na dan — maar op welke ideeën er over die werkelijkheid bestaan.

Dit had een wat merkwaardig effect op mij. Ideeën van politieke filosofen over de werkelijkheid zijn me al gauw te hoogdravend, of te makkelijk abstract. Dus als zo’n schrijver zijn collega’s dan op details gaat aanvallen, is dit niet verhelderend en prikkelend, zoals de blurb claimt achterop, meer vaak onbedoeld wat lachwekkend.

Zo is een belangrijke these in deze bundel dat onze ‘vooruitgang’ ernstig gerelativeerd moet worden. Maar Gray’s invulling van de idee ‘vooruitgang’ is nogal totalitair; en wellicht zelfs alleen gebruikelijk onder politiek filosofen van een zekere school. Voor Gray is bijvoorbeeld ook de industriële vernietiging van mensen in concentratiekampen onderdeel van de vooruitgang — om de schaalgrootte, en de rationalisering daarachter. En dit maakt het vervolgens niet moeilijk zijn relativering te begrijpen.

Maar voor mij bestaat de hele idee ‘vooruitgang’ niet, alleen al omdat het niet waardevrij is. Het is me te teleologisch, om ook maar eens het dieventaaltje te gebruiken dat de club hanteert. Hoogstens is ‘vooruitgang’ voor mij een kwalitatief label, waarmee een verbetering benoemd wordt, in een vergelijking.

Ik heb dan ook niet zo veel met de meeste filosofie. Nogal wat beoefenaren van wat de wijsbegeerte heet, bekampen slechts de problemen die ze eerst zelf bedacht hebben.

John Gray, Provocaties
Gedachten over de vooruitgang en andere illusies

215 pagina’s
Ambo, 2004
Vertaling door Thijs Bartels van Heresies, 2004

Zwarte mis ~ John Gray

Gray is geen lachebekje. En tegelijk stoorde me zijn somberheid nog niet eens het meest aan dit boek over de laatste tien à vijftien jaar. John Gray kleurde Zwarte mis meer door eerst de werkelijkheid naar zijn ideeën te kneden, en vervolgens daar commentaar op te geven.

De schrijver verdient de kost dan ook als filosoof.

Voornaamste these van Gray in dit boek is dat vrijwel alle overtuigingen — of die nu politiek, economie, of samenleving betreffen — religieuze trekjes hebben. Zelfs de voorvechters van de vrije markteconomie streven een utopie na. Alleen blijft in hun betogen meestal wel verborgen dat ze een heilsleer verkondigen.

Vervolgens doet Gray weinig anders dan om allerlei recente politieke en economische ontwikkelingen zo te beschrijven, dat die perfect zijn idee volgden dat iedereen utopieën najaagt.

Dit ergerde mij. Het is al ingewikkeld genoeg om te weten wat er precies gebeurde in deze eeuw tot nu toe. Laat staan waarom dit dan plaatsvond. Misschien zullen we zelfs wel nooit weten waarom de VS zo nodig Irak binnen wilde vallen.

Gray’s verklaringen voor deze illegale oorlog houden allereerst een felle veroordeling in van het neo-conservatieve gedachtegoed, dat zo bloeien kon onder de regeringen van de jonge Bush. En tegelijk verklaart hij daarmee niets, naar mijn idee.

Ideeën over de werkelijkheid zijn nu eenmaal niet hetzelfde als die werkelijkheid.

Dus las Zwarte mis nogal moeizaam. Gray is absoluut geïnformeerd, en dit boek bood me misschien ook wel nieuwe inzichten; het is te vroeg daar iets over te zeggen. Alleen verzette ik me telkens tegen de opgelegde patronen, en de stelligheid van de auteur. Omdat ik zo vaak naast Gray’s verklaring ook een andere over gedrag kon zetten — bijvoorbeeld uit de evolutionaire biologie — die dan even waar was, want even onbewijsbaar.

John Gray, Zwarte mis
Apocalyptische religie en moderne utopieën

319 pagina’s
Ambo, 2007
Vertaling door Rogier van Kappel en Albert Witteveen van: Black Mass, 2007