Zaak Kooistra ~ Joost van Kleef & Henk Willem Smits

De universiteit in Groningen is mijn Alma mater. Ik ben in Groningen uitgegaan. Mij was de naam Sjoerd Kooistra [1951 – 2010] bekend, en het gegeven dat hij in Stad vele café’s en eetgelegenheden zou hebben bezeten waar ook ik weleens kwam.

En hoewel ik journalistiek studeerde, en niemand ooit een goed woord overhad voor Kooistra, prikkelde hij toch mijn nieuwsgierigheid niet. De Horeca is een te vage wereld, waarin te veel zwart wordt gedaan, om in Sjoerd Kooistra niet ook een halve crimineel te vermoeden. Dat hij voor sommigen Sjoerd de ploert heette, wist ik ook.

Later kocht Kooistra met gretigheid café’s op in Amsterdam, en nog weer later in Nijmegen. Toen werd hij ineens landelijk bekend; vooral omdat personeel en bezoekers van enkele Amsterdamse etablissementen het niet konden zetten dat een Groninger boertje hun prachtzaak ineens bezat. Nog later voerde Kooistra ineens rechtszaak na rechtszaak tegen bierbrouwer Heineken. En toen pleegde hij ineens zelfmoord, waarop bleek dat zijn imperium aan Horecazaken een soort piramidespel was, waarvan ook hijzelf ineens het slachtoffer was geworden.

Alles kon goed gaan, en betaald worden, zolang de omzet maar steeg. Alleen daalde het cafébezoek, en daarmee de bieromzet, nogal door het rookverbod, en de economische crisis in 2007 en 2008.

Het boek De zaak Kooistra bleek voor mij vooral nuttig te zijn om me meer te vertellen over de soms zo schimmige wereld van café’s, snackbars, restaurants, en discotheken. Dat banken nauwelijks leningen willen verstrekken aan mensen die zo’n bedrijf beginnen, vermoedde ik slechts. En dat de bierbrouwers daardoor een gevaarlijk grote macht hebben, omdat ze ook als geldschieter of huisbaas functioneren, werd me pas in volle omvang duidelijk door dit boek.

En goed, dan zijn de wetten op dit gebied de laatste jaren iets aangescherpt. Feit blijft dat het bier voor iemand met een Horecazaak aan inkoop meer kost dan elke sukkel er in de supermarkt voor betaalt. Daar zit dus iets fundamenteel fout.

Sjoerd Kooistra werkte dan weer vooral als tussenpersoon. Hij zorgde voor een pand, een inventaris, en bier, en liet dan iemand de anders zo’n Horecazaak runnen, tegen een pachtsom. Die pachtsom lag volgens de meesten veel te hoog, want hij eiste wel tot 33% van de omzet. Bovendien inde hij elke maandag zijn geld.

Uit het boek leerde ik bijvoorbeeld dat normaal in de Horeca 10% winst voor een zaak een heel behoorlijke marge is. Dan zit zo’n uitbater op een goede locatie, en komt er altijd veel volk.

Jammer genoeg werd dit soort basale informatie slechts in bescheiden geutjes geserveerd. De zaak Kooistra is allereerst een boek van journalisten, die met hardnekkigheid de meest kleine details hebben uitgezocht. Er daarbij vanuit gaand dat de lezer het meest geïnteresseerd zou zijn in de mensen die een rol spelen in het verhaal.

Toch. Hoeveel zaken had Kooistra nu echt, op het hoogtepunt van zijn imperium? Hijzelf had het over 81, de auteurs komen tot 50.

En pleegde hij wel zelfmoord? Er zijn genoeg stemmen die beweren van niet. Waaronder die van zijn advocaat, Oscar Hammerstein. Die weet zeker dat hij omgebracht werd.

Dus is er over de feiten en de meningen die het boek brengt niet te klagen. Alleen maken losse feiten en al die vaak zo tegengestelde meningen tezamen nog geen verhaal. Terwijl de figuur Sjoerd Kooistra zo veel larger than life lijkt, dat bijvoorbeeld een roman over zo iemand nauwelijks geloofwaardig te maken zou zijn.

Neem een homoseksuele man, met een aanvankelijk zwaar Gronings accent — iets waardoor hij door velen voor achterlijk wordt versleten. Maak hem tot grootste Horecamagnaat in het land, vanuit vrijwel niets. Laat zien hoe hij goedkoop Horeca-pand na -pand kon krijgen, door telkens dezelfde truc uit te halen. Hij stopte na overname al snel met betalen, en eiste korting, omdat de boekhouding zou aantonen dat er te veel zwart geld in het bedrijf was verdiend. Kwam er geen korting, dan zou de fiscus worden ingelicht. Laat hem bovendien trucs uithalen ten koste van de grootste harddrugsdealers van het land — de bierbrouwers, die ook zo vaak bankier spelen voor de horeca; en daarmee een legale Mafia zijn.

Het is een Icarus-verhaal. En die lijn mistte ik wat in het boek; dat gegeven veronderstelden de auteurs me te makkelijk bekend.

Joost van Kleef & Henk Willem Smits
De zaak Kooistra
Opkomst en ondergang van een Horecamagnaat

320 pagina’s
Uitgeverij L.J. Veen, 2011