Man Who Invented the Twentieth Century ~ Robert Lomas

Graag zou ik nog eens een goede biografie lezen over Nikola Tesla [1856 — 1943]. Dit boek bood die namelijk niet. The Man Who Invented the Twentieth Century is allereerst een vlotte leestekst. Het boek biedt veel te weinig technische details. En dit vaak wat geromantiseerde portret werd daarmee hoogstens een voorafje, dat hongerig maakte naar meer. En naar beter.

Het boek is te veel blijven hangen op het niveau: rare man, leuk verhaal daarom.

Zelfs een basale vraag, die ik al tijden heb, en die me toch net niet genoeg interesseert om zelf uit te zoeken, komt niet gedetailleerd genoeg aan bod.

Tesla’s voornaamste blijvende uitvinding is nu die van de wisselstroom — en deze vorm van elektriciteit verandert in een vaste frequentie van richting. In Nederland biedt het lichtnet ongeveer 220 Volt, bij 50 Herz. In de VS is gekozen voor een ander voltage, bij een ompoolfrequentie van 60 Herz. Maar waarom zijn deze keuzes ooit gemaakt?

Dit moet wel met efficiëntie te maken hebben, en dus met optimale waarden. In de eerste wisselstroommotoren die Tesla ontwierp komt die ompoolfrequentie van 50 Herz ook al voor.

Punt is: negeer het waarom van een simpele vraag als deze, en heel verklaarbare technologie lijkt ineens vooral op tovenarij. En weliswaar promootte Nikola Tesla aan het einde van de negentiende eeuw de wonderen van de wisselstroom als een showman op toneel. Een biograaf zou toch enige moeite mogen doen om diens vindingen niet alleen heel oppervlakkig te beschrijven — waardoor ze allereerst mirakels lijken.

Toegegeven. Doordat Tesla ooit verkondigde een dodelijke straal te kunnen ontwikkelen, is veel van zijn werk lang uit de openbaarheid verdwenen. De Amerikaanse overheid had dit tot staatsgeheim gemaakt.

Kwam daar bij dat Nikola Tesla [1856 — 1943] voornamelijk in zijn hoofd leefde, nauwelijks aantekeningen maakte, en geen talent had om mensen voor zich in te nemen.

Toen zijn hele laboratorium eens afbrandde, kostte het hem jaren voor hij sommige vondsten weer werkend kreeg. Nog afgezien van de moeite die hij had om de fondsen bijeen te krijgen om een nieuwe werkplaats in te richten — alleen bleven die problemen er zijn hele leven. Wat deze biografie wel goed toont, is wat de Amerikaanse samenleving beloont; en daarmee hoe het grootkapitaal werkt.

Bankier J.P. Morgan was de belangrijkste financier van de ontwikkeling van wisselstroom. En daar was nogal wat geld voor nodig. Centrales moesten worden gebouwd. Palen in de grond gezet, om daar kabels aan te hangen. Een heel nieuwe infrastructuur moest worden ontwikkeld.

Maar toen Nikola Tesla verkondigde dat het ook mogelijk was om elektriciteit via de ether te versturen, en alle kabeltjeboel niet nodig was, steunde Morgan hem net zo goed. Als er dan een concurrent zou komen voor de vaste elektriciteitsnetten, dan graag een concurrent waar de bank toezicht op had.

Misschien maakt die nadruk op geld, of op het gebrekkige zakeninzicht van Tesla deze biografie dus wel allereerst een Amerikaanse biografie. Nikola Tesla stierf arm; ondanks dat hij ooit alle belangrijke patenten had bezeten op wisselstroomgeneratoren en zulk basaal tuig. Door zijn Servische afkomst was er enkel nog een pensioentje van zijn voormalige vaderland — dat zo éen zijner grootste zonen eerde.

Alleen houd ik altijd een kater over aan boeken die me met meer vragen achterlaten dan er waren voor het lezen. The Man Who Invented the Twentieth Century had me horen te vertellen of Tesla’s dodelijke straal werkelijkheid had kunnen worden. En of de aarde zelf als stroomgenerator werken kon, zoals de uitvinder claimde.

Of dan is er nog Tesla’s onderzoek naar trillingen, en diens idee dat elk gebouw instort als je dat op de juiste plaats met een klein apparaatje kietelt, zodat het in eigentrilling komt; die zich daarop versterkt; met onherstelbare gevolgen.

Robert Lomas, The Man Who Invented the Twentieth Century
Nikola Tesla
Forgotten Genius of Electricity

282 pagina’s
Dowager 2013, oorspronkelijk 1999