dit is het dossier:

Monika Mann

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Fahrende Haus ~ Monika Mann

Lezen om meer te leren over een ander boek is een merkwaardige vorm van lezen. Omdat het allereerst om de informatie gaat. Uitgangpunt is al niet eens dat zo’n aanvullend boek een prettige leeservaring op moet leveren.

Das las ik Monika Mann [1910 – 1992], om meer te weten te komen over haar broer Golo Mann , en daarmee het gezin waaruit zij stamden. Om daarbij van twee mogelijkheden eigenlijk niets te krijgen. Veel extra informatie bood het niet.

Bovendien bleek Das fahrende Haus een postuum bij elkaar geraapt allegaartje te zijn, dat daarmee geen moment een aardig leesboek werd. De samensteller heeft werkelijk alles opgenomen wat er aan autobiografisch materiaal lag. Van brieven tot gedichten en aforismen. Van ongepubliceerde memoires tot columns die wel ergens eerder verschenen.

Belangrijkste zaak voor de Mann-vorsers zal vast zijn geweest hoe Monika reageerde op de dagboek-kwestie. Vader Thomas Mann sprak daarin namelijk openlijk zijn voorkeuren uit over zijn zes kinderen. En dit kwam uit toen de dagboeken gepubliceerd werden. Monika en Golo stonden op het tweede plan. Zorgenkinderen waren dat. Vader had meer op met Klaus en Erika, en het nakomertje Elisabeth.

In Das fahrende Haus reageert Monika Mann zich slechts zijdelings op deze kwestie. Mooi is wel de ironische opmerking dat het opvallend is dat buitenstaanders door de dagboeken nu precies menen te weten hoe het toeging bij de familie Mann.

Terecht stelt ze ook vraagtekens bij de status die dagboeken van beroemdheden krijgen — alsof die meer dan de waarheid van een moment kunnen bieden en nooit iets anders dan de waarheid spreken.

Monika Mann schijnt de meest introverte en dromerige te zijn geweest van alle Mann-kinderen. In een boek waaraan zij de hele tijd aan het woord is, valt zo’n aspect natuurlijk niet op.

Verder maakte zij het meest dramatische moment door van alle Mann’s tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen het schip waarmee zij naar de VS voer getorpedeerd werd, en verging; waarbij haar Hongaarse man stierf.

Dit boek biedt niets over dat verhaal, waarmee ik dus waarschijnlijk de verkeerde koos van de twee uitgaven van haar hand die nog in de handel zijn.

Meest intrigerende wat zij over broer Golo schreef, en wat dus wel mijn lezing van diens Erinnerungen und Gedanken aanvulde, ging over zijn tijd in Tsjecho-Slowakije.

Nadat de Nazi’s de Mann’s hun nationaliteit had afgenomen, wist vader Thomas Mann namelijk via een Boheemse connectie te regelen dat allen een Tsjechische pas kregen. Op dochter Erika na dan; die was al Brits door haar huwelijk met W.H. Auden. Schijnt Golo Mann toch ook nog even die taal erbij geleerd te hebben tussendoor, en zich in het land nog duchtig geweerd te hebben in de kranten.

Eerder was zijn Frans al goed genoeg gebleken om in Frankrijk leraar te kunnen worden op een lycée.

Monika Mann, Das fahrende Haus
Aus dem Leben einer Weltbürgerin

365 pagina’s
Rowohlt, 2007

Familie Mann ~ Tilmann Lahme

Met de familie Mann had ik al eens een rite, in het voorjaar van 2013. Om het simpele gegeven dat bijna iedereen in dat gezin boeken schreef, op de moeder na. Waarop mij benieuwde of er iets was in al die publicaties waar ik verder nog wat mee kon, en ik me behoorlijk verdiept heb in levens en werk. Een lezer zoekt altijd naar nog weer nieuwe verten. Om die misschien een keer te verkennen.

Van Golo Mann had ik voordien de meeste boeken gelezen; vooral aan historisch werk. Van zijn oudste broer Klaus Mann is me dan weer niet duidelijk of ik behalve de film Mephisto ook de roman ken die daaraan ten grondslag lag. En met de krullendraaierij van Thomas Mann, de stamvader, is het altijd worstelen geweest. Een Nobelprijs literatuur garandeert niets over de houdbaarheid van boeken een kleine eeuw later.

In 2013 kwam daar ook woorden bij van de oudste dochter Erika, en de middelste dochter Monika.

Dus toen de biografie Die Manns verscheen begin 2015, en daar veel in de Duitstalige media over geschreven werd, heb ik lang overwogen om die uitgave te bestellen; om mijn belangstelling eerder. Alleen was de gebonden uitgave me te duur — mede gezien mijn onoverkomelijke problemen met de schrijversbiografie als genre — en kwam uit de recensies geen boek naar voren dat echt niet gemist mocht worden.

In de levens van Thomas Mann en zijn kinderen had ik me immers ook al ingelezen. Daarvan leken de hoofdlijnen me bekend. Hoeveel nieuws was mij daarover nog te vertellen?

Die Manns, door mij in de Nederlandse vertaling gelezen, is uiteindelijk ook niet meer dan een vlot vertelde familiekroniek, waarin de jaren van de twintigste eeuw razendsnel passeren. Weging van de boeken van alle gezinsleden blijft bijvoorbeeld uit. Tilmann Lahme bleef nergens al te lang bij stilstaan, dus had het inzoomen op zo’n detail ook een stijlbreuk opgeleverd.

Niettemin is het knap wat Lahme gepresteerd heeft. Hij had een overvolle cast aan personages, met die vader, de moeder, en hun zes kinderen; die allemaal op eigen wijze door de wereld hebben bewogen, en die onderling nogal eens strubbelingen hadden. En de schrijver heeft van al hun wederwaardigheden toch een goed lezend verhaal gemaakt; daarbij gretig gebruik makend van de briefcorrespondentie van het gezin onderling. Moest daar de evenementiële geschiedenis van de vorige eeuw nog eens dwars doorheen worden verteld.

Het boek begint als Thomas Mann [1875-1955] en zijn vrouw Katia Pringsheim [1883-1980] al vier kinderen hebben, en de Nobelprijs hem al spoedig zal worden toegedeeld. Het verhaal eindigt, logischerwijs, als éen voor éen alle protagonisten sterven.

Deze biografie zette me alleen vooral aan tot gedachten over de status van de kunstenaar; en wat daarin veranderde. Want het lijkt me uitgesloten dat ergens nog een auteur ooit zo op een schild wordt gehesen als Thomas Mann gebeurde. Zodat een heel land waarde aan zijn woorden hechtte; waardoor de Nazi’s weinig anders restte dan hem de Duitse nationaliteit af te nemen toen Mann zich te langen leste eindelijk tegen hen had uitgesproken. Zijn kinderen hadden hun stem daarover al jaren eerder laten horen.

En gezien de kloof in de tijd had Tilmann Lahme me juist ook over zo’n verschijnsel meer mogen vertellen. Hoe zat het nu precies met die verering van Schriftsteller in de Duitse cultuur? Moet ik die gelijk stellen aan de aanwezigheid alom in de media van grote filmsterren of beroepsvoetballers in onze spektakelmaatschappij — met als cruciaal verschil dat van schrijvers wel nog eens wijsheid werd verwacht? Was dat van een even ademloze aandacht gecombineerd met een eerbied van het soort dat nu niemand meer opbrengt?

Tilmann Lahme, De familie Mann
Geschiedenis van een gezin

480 pagina’s
De Arbeiderspers, 2017
vertaling door Ria van Hengel van: Die Manns, 2015