dit is het dossier:

Amoz Os

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Tale of Love and Darkness ~ Amos Oz

Eén van mijn vele vooroordelen over boeken is dat in een autobiografie de kindertijd van een schrijver meestal overgeslagen kan worden. Helemaal als die auteur een landgenoot is, en daarmee onder voorspelbare omstandigheden opgroeide. Geen kind bestaat er dat al dingen doet die moeite van het vermelden waard zijn.

Maar dan lees ik nu eens een boek dat vrijwel alleen gaat over de eerste twaalf levensjaren van iemand, die pas veel later schrijver zou worden. En dan biologeert me dat van begin tot eind.

Toegegeven, Amos Oz kwam in 1939 in Jeruzalem ter wereld, dat toen nog in het Britse protectoraat Palestina lag. Zijn kinderjaren vielen samen met de Tweede Wereldoorlog, en de onafhankelijkheidsstrijd van Israël.

Daarbij waren zijn ouders gevluchte Europese joden, elk met een eigen geschiedenis, ieder met ook een uitgebreide familie weer, die door de omstandigheden getekend zou worden.

Die donkerte uit de titel is daarmee wel verklaard En toch biedt dit boek ook weer genoeg lucht en humor.

A Tale of Love and Darkness wordt pas ondraaglijk op de allerlaatste bladzijde, als Oz de dood van zijn moeder beschrijft. Tegelijk is zelfs die passage razendknap geschreven, omdat die dood al vanaf het begin wordt aangekondigd. Relatief kort nadat hij een halve wees was geworden viel ook het hele gezin uiteen. Oz veranderde zijn naam — hij werd geboren als Amos Klausner –- en vertrok alleen naar een kibboets. Over al deze stappen heeft de lezer al lang gelezen, voor de redenen daarachter wat begrijpelijker worden.

In latere interviews zei Amos Oz over dit boek dat hij daarmee twee mensen had geïntroduceerd bij de rest van zijn familie, die hen nooit gekend hadden, of in elk geval niet heel erg goed. Zijn vader en zijn moeder. Die zo van hun enigst kind, de zoon, hoopten dat hij wel zou gaan presteren wat hen door omstandigheden weerhouden was.

En wat een onvergetelijke kennismaking leverde dat op…

Amos Oz, A Tale of Love and Darkness
517 pagina’s
Chatto & Windus, 2004
vertaald uit het Hebreeuws

Zo beginnen verhalen ~ Amos Oz

Tegelijk met Brieven aan een jonge schrijver kwam dit boek mijn huis in, tien jaar terug. Maar het bestaan en het bezit was ik inmiddels vergeten.

Dat bleek niet zo vreemd te zijn.

Zo beginnen verhalen is wat de titel beloofd. Oz bekijkt van een aantal, deels klassieke verhalen en romans hoe die beginnen, en hoe de auteur daarbij manoeuvreerde. Dat klinkt boeiender dan het is. Wat volgens de uitgever groots ‘essays’ heten, zijn dit namelijk niet. Het zijn lessen. Schoolse lessen, zonder ruimte voor de leerling om zelf na te denken. Die toch niet meer brengen dan dat Oz met heel veel woorden uitlegt wat elke ervaren lezer zo al ziet.

Dit is nu eenmaal het probleem met het lesgeven over sommige onderwerpen. De leraar moet dan soms nogal minieme vondsten behoorlijk opblazen om de hem toegedachte tijd te vullen.

Enfin, misschien dat iemand door Oz’ colleges er nu eindelijk aan toekomt zelf Tsjechov te gaan lezen. Of Kafka. Carver.

Dit boek was toch niet helemaal zonder waarde, omdat er achterin nog twee algemene lezingen staan van Oz. Eén daarvan gaat over de vraag wat lezen tot een plezier maakt. In de tweede stelt Oz de vraag wat fictie toch waarachtig kan maken, terwijl hij als schrijver nogal wat vrijheden heeft tot verzinnen.

Voor hem is het uiteindelijk simpel:

Er bestaat geen fictie op de wereld. Er is geen zekerheid, en er is ook geen fictie. Alles is echt. De verhalenverteller en de geleerde verschillen niet van elkaar in de manier waarop zij omgaan met feiten, of met realiteit, waarheid of zekerheid, maar in de manier waarop zij met woorden omgaan. [143].

Amos Oz, Zo beginnen verhalen
Essays
144 pagina’s
Meulenhoff, 1999
vertaling uit het Hebreeuws door G. Daniel Bugel-Shunra