Nieuws in drie regels ~ Félix Fénéon

‘Hij is nog niet jarig geweest dit jaar…’

Sommige zinnetjes horen bij een tijdperk, want die worden daarna nooit meer gehoord of uitgesproken.

Ik heb nog net de periode meegemaakt dat politieberichten persoonlijk gehaald moesten worden op het politiebureau. Waar dan ’s ochtends vroeg de persvoorlichter van dienst — altijd een brigadier of adjudant op leeftijd, altijd met snor — zure automaatkoffie ronddeelde, en een stapeltje processen verbaal bij zich had met wat er gisteren en in de loop van de nacht allemaal gebeurd was.

Op de maandagochtenden was dat stapeltje altijd dikker, want dan waren de drankgelagen van heel het weekend erbij.

Zo’n voorlichter kon dan nooit alles vertellen wat in zo’n proces verbaal stond. Niet dat dit heel erg was. De journalisten konden ook lang alles niet gebruiken. Namen voluit komen in Nederland toch niet in de krant. Alleen leverde dit soms problemen op in de nieuwsberichten waarin meerdere personen voorkwamen. Want om die in het bericht een beetje handig van elkaar te onderscheiden was het vervolgens wel nodig om een woonplaats te weten, een beroep, en dus ook de leeftijd.

En dan zei zo’n voorlichter nooit: de man is 33. Dan ging het altijd: hij werd geboren in 1980 — bij wijze van spreken dan, want dit speelt ruim twintig jaar terug — en hij is nog niet jarig geweest dit jaar. Aldus vermijdend om in ons bijzijn een simpel sommetje te moeten doen uit zijn hoofd.

Op basis van vrij summiere aantekeningen, opgevist uit het altijd te lange betoog, schreef je dan je politieberichtjes. Waarbij het doorgaans sterk afhing van het andere nieuwsaanbod wat er precies mee ging in de courant. Want nieuws was er ooit altijd te veel.

Wetten in de selectie waren er daarbij zeker. Doden moesten bijvoorbeeld altijd mee. Hoogstens als het plotseling geijzeld had, of er toevallig bovenmatig veel auto-ongelukken waren geweest, enkel dan kon er weleens een dode passeren zonder vermelding in een bericht.

Tegenwoordig schrijven politiekorpsen de politieberichten zelf, en komen deze gewoon online te staan — en dit materiaal wordt vervolgens wel heel makkelijk, en vaak nauwelijks bewerkt, overgenomen door de lokale en regionale media. Daardoor lees ik dergelijk nieuws vrij zelden nog. Mijn ergernis groeit anders snel.

Het schrijven van een goed politiebericht was ooit een ambacht. Helemaal omdat je er zo veel moest schrijven, achter elkaar door. En omdat alle informatie er dus liefst in éen geut prettig leesbaar diende te staan.

In wat ik nu als politiebericht langs zie komen, mis ik te vaak de scheiding tussen feit en opinie. Het ontbreekt me te vaak aan relativerende bijzinnetjes als: ‘zo meldt de politie’.

Ondertussen worden gewonden altijd wel met de ambulance naar het nabije ziekenhuis gebracht. Net als dat soms zelfs de naam van het bergingsbedrijf genoemd wordt dat een verongelukte auto heeft weggesleept. Wat nu net gegevens zijn die er niet toe doen. Alleen is er online nu eenmaal geen gebrek aan ruimte; dus hoeft de journalist van dienst geen keuzes meer te maken.

Gisteren begon ik al aan dit boeklogje over de opvallende nieuwsberichten van Félix Fénéon, vandaag is het vervolg.

Want de Nouvelles en trois lignes riepen bijvoorbeeld vooraf éen vrij principiële vraag op bij mij. Verwerkte Félix Fénéon enkel het nieuws dat hij oppikte uit andere kranten? Of zat er ook weleens eigen nieuwsgaring bij?

En waarop selecteerde hij zijn berichten?

Ik miste bijvoorbeeld een aantal typen politienieuws in de 1210 ultrakorte berichten die hij schreef.

Zo komt openbare dronkenschap nauwelijks voor in het boek. Terwijl ik me niet kan voorstellen dat die er niet was 1906.

Potloodventers en andere exhibitionisten ontbreken eveneens. Terwijl er wel telkens aandacht is voor incestzaken — alleen gaat het dan al vaak om rechtszaken, waarbij iemand was gedaagd.

Verkeersongevallen waren daarentegen blijkbaar zo zeldzaam dat zelfs de ongelukken waarbij enkel gewonden vielen nog in de krant kwamen — wat in mijn tijd dus lang altijd niet gebeurde.

Meest curieuze constante in de Nouvelles en trois lignes waren voor mij de burgemeesters die erop stonden dat er crucifixen in de schoollokalen moesten hangen. Deze werden dan telkens door de prefect van het district uit hun functie gezet.

Mijn vermoeden werd daarmee dat Fénéon een herschrijver was, die de veel te lange en al te bloemrijke teksten van collega’s bij andere media uit die tijd even kernachtig samenvatte; in die 126 tekens. En die daarbij duidelijk zijn voorkeuren had in wat hij in Le Matin wilde doorbrieven.

Overigens had het nut om zowel de Engelse als de Nederlandse versie te lezen van Nouvelles en trois lignes. Want beide bewerkers stonden voor een onmogelijke vertaalopdracht. De Engelse vertaler koos er daarbij sneller voor om details weg te laten, waar de Nederlandse vertaler die dikwijls net wat vetter aanzette.

Door beide vertalingen te ondergaan, leerde ik om meer te zien in het origineel.

Want dan staat er in Novels in Three Lines:

Frogs, sucked up from Belgian ponds by the storm, rained down on the red-light district of Dunkirk.

Terwijl Het nieuws in drie regels meldt:

Belgische kikkers die door een wervelstorm uit hun vijvers waren gezogen, regenden neer op Duinkerken, daar waar geen meisje nog in prinsen gelooft.

Of in het Engels:

Around seven o’clock in the evening a few fripperies burned up in a costume shop, Place du Théàtre Français.

Waar het Nederlands heeft:

Rond zeven uur in de avond is in een winkel aan de Place du Théatre Français de eenakter Brand in een kostuumwinkel gespeeld.

Dat ‘in een winkel’ kan overigens wel weg, lijkt me. Wat Ruud Ronteltrap wel goed heeft gezien, is dat de Nouvelles en trois lignes uniek is door de eigen toon die Félix Fénéon aanbracht in de berichten. Toch leidt dit er niet toe dat ik daardoor de Nederlandse versie van dit boek prefereer boven de Engelse vertaling.

Novels in Three Lines is sowieso een veel mooier uitgegeven boek, dat prettiger leest door de kwaliteit van het papier. Bovendien telt deze versie illustraties.

En met regelmaat maakte die droge vertaling in het Engels het nieuwsbericht nog navranter. Vergelijk:

Three is the age of Odette Hautoy, of Roissy. Nevertheless, L. Marc, who is 30, did not consider her too young.

Versus:

Zij is pas drie, Odette Hautoy uit Roissy. Niettemin vond L. Marc, alweer dertig, haar niet te jong.

Waarbij het ‘pas’ en dat ‘alweer’ er voor mij dan net te veel aan zijn. Die inkleuring heeft de oertekst ook niet in het Frans.

Trois ans, c’est l’âge d’Odette Hautoy, de Roissy. Néanmoins, L. Marc, qui en a trente, n’a pas trouvé qu’elle fut trop jeune.

Félix Fénéon, Het nieuws in drie regels
Nederlandse bewerking: Ruud Ronteltrap
160 pagina’s
Uitgeverij Vrijdag, 2009