Bavianehaar & Chipolatapudding ~ Jaap Scholten

Toevallig las ik laatst ineens weer iets over de literaire activiteiten van schrijver Jaap Scholten. Hij leeft nog. Nu goed, Scholten heeft een column in een krant, helemaal ontgaan was me dit niet. Maar er is eindelijk een nieuwe roman, voor het eerst in acht jaar.

Scholten debuteerde ooit veelbelovend, zo vond ik, met deze bundel verhalen. Er zat iets laconieks in zijn toon dat me heel erg aantrok, toen.

Nu is het altijd gevaarlijk om favorieten te lezen van lang terug. De lezer ontwikkelt zich. Ik had indertijd dezelfde leeftijd als Scholten’s personages uit dit boek, maar heb die niet meer. Dus waren mijn verwachtingen niet vreselijk hoog.

En dat was deels ten onrechte. Scholten heeft een paar verhalen geschreven die nog altijd iets raken. Dat zijn voor het grootste deel de verhalen die in Nederland spelen, waarin ook telkens dezelfde personages terugkomen. Huisgenoot Elvis bijvoorbeeld, en de onbereikbare Anja Possa. Ik zie in die verhalen de rommeligheid zo goed in terug die het leven kan hebben in een bepaalde fase. Zo aan het eind van een studie, als het volwassen leven dreigt aan te breken, maar ook best nog even uitgesteld kan worden.

Helaas was ik vergeten dat er ook behoorlijk wat reisverhalen in deze bundel staan. En die vind ik veel minder, op een enkele uitzondering na. De breed uitgemeten avonturen van de auteur in Spanje bijvoorbeeld, zeiden me niets.

Jaap Scholten, Bavianehaar & Chipolatapudding
164 pagina’s
Thomas Rap, 1990

Reisavonturen & bedevaartstochten ~ Jaap Scholten

Zelfs in de meest matige boeken staat altijd wel éen observatie die bijblijft, hoe luttel die ook is. Maar in dit boek ontbrak die voor mij, terwijl Jaap Scholten toch niet slecht schrijft.

Blijft dus staan dat ik de verhalenbundel waarmee hij debuteerde nog steeds het meest interessant vind. In Bavianehaar en Chipolatapudding staan een paar pagina’s die gewoon niet beter kunnen, over Anja Possa. Daarna brengen zijn boeken het steeds weer allemaal net niet, voor mij.

Reisavonturen & bedevaartstochten bezorgt dan wel wat de titel belooft. Al valt het met die avonturen wel mee, en blijft bij de bedevaarten naar de schrijvers Salinger en Burroughs vrijwel achterwege waarom de hoofdpersoon zo veel moeite doet hun gangen na te gaan. Wat is het toch in hun werk dat hij zo bewondert? Toon dat alsjeblieft nou eens.

Voor de rest is het vooral een verzameling van verhalen die veelal eerder elders gepubliceerd zijn. Typisch een tussendoortje derhalve. Maar goed, boeken als deze zijn vermaak. Daar moet niemand meer van willen maken.

Jaap Scholten, Reisavonturen & bedevaartstochten
206 pagina’s
Uitgeverij Contact, 2002

website Jaap Scholten


Wet van Spengler ~ Jaap Scholten

Misschien moet ik Propp er nog eens op naslaan, maar dit lijkt me een boek met een nieuw soort archetypisch verhaal, dat ergens in de twintigste eeuw nogal populair werd. Het is de zoveelste kroniek van een aangekondigde dood, en het boek wordt verteld ditmaal door een broer van de stervende. Diens taak bestaat er voornamelijk uit om aan te geven hoe bijzonder het gezin was waar de zieke deel van uitmaakte, ooit. Om zo te verduidelijken wat de band met hem betekende. Zo kan er bij de lezer sympathie groeien. Daardoor gaat die dood iets zeggen, zo hoopt de auteur.

Bij zo’n relatief voorspelbaar en larmoyant gegeven hangt alles van de uitvoering af. Lukte het Scholten om de waarde van de familieband aan te geven? Bleef deze roman vrij van al te zoete sentimentaliteit?

Jaap Scholten grijpt in dit boek terug op waar hij eerder over schreef. De roman Tachtig uit 1996 gaat over een soortgelijke familie. De opa’s van de hoofdpersoon waren Twentse textielbaronnen. Met landgoederen, veel personeel, en alle bijhorende verplichtingen. Met kenmerkende rituelen, en met andere typerende gewoonten zoals de jacht. Dit is een boek vol met mannen.

Door de familietradities nogal te benadrukken, maakt Scholten de clan waartoe zijn personages behoren speciaal. Des te groter de schok daarom dat de clanoudste, de stamhouder, dreigt te gaan sterven. Er is al zoveel weg. Bovendien is die broer dan nog maar vijftig.

Dit boek wordt wat mij betreft gered door Scholten’s schrijfstijl. Daar zit vaak iets laconieks in, dat niet zelden prettig contrasteert met de dramatiek van het verhaal.

Een hoogtepunt in de geschiedenis van de Nederlandse letteren is dit derhalve niet, maar ik heb me er geen moment mee verveeld. De roman lijdt aan voorspelbaarheid, maar dat kan weleens prettig zijn.

Jaap Scholten, De wet van Spengler
272 pagina’s
Uitgeverij Contact, 2008