dit is het dossier:

Betsy Udink

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Achter Mekka ~ Betsy Udink

Sterk boek, al kende ik een deel van de inhoud zonder het ooit gelezen te hebben. Gedeelten verschenen eerder als column in het weekblad Vrij Nederland; al ontbreekt daar elke verwijzing naar.

Er staat me ook nog vaag bij dat Betsy Udink’s teksten indertijd enige reuring gaven.

Het uitgangspunt van Achter Mekka is simpel. Vrouw van verhuist mee naar Riyad, in Saoedi-Arabië, opdat de carrière van haar echtgenoot in de Nederlandse diplomatieke dienst voorspoedig blijft verlopen. In Saoedi-Arabië bestaat alleen een totale apartheid tussen de sexen. Vrouwen mogen er vrijwel niets. En daar kan de auteur steeds minder goed mee leven.

In het begin van het boek zijn de problemen van het leven in een door en door Islamitisch land vooral onhandig. Want, hoe bepaal je of een pak melk nog vers is, als de houdbaarheidsdatum in een ander soort jaartelling staat?

Maar langzamerhand kan Udink steeds slechter omgaan met de beperkingen die haar worden opgelegd, enkel omdat ze een vrouw is. Variërend van het niet met haar man in éen zwembad mogen zwemmen, tot een verbod op autorijden, en het passen van kleding in winkels, tot het domweg ergens helemaal niet naar binnen mogen.

Halverwege het boek begint ze de lezers voor te lichten over Islamitische leefregels, door samen te vatten wat de probleemrubrieken in de Saoedische kranten behandelen. Zo heerst er nogal wat paniek in het land over moedermelk, omdat het gevolgen heeft als die per ongeluk door de echtgenoot van de zogende vrouw wordt ingeslikt.

Udink is in haar boek ook scherp in het schetsen van het ex-pat milieu, en dan natuurlijk vooral over de vrouwen van; die voornamelijk leven om te winkelen. Al hoefde ze tegelijk niets anders te doen om dat milieu te bekritiseren dan de mensen gewoon aan het woord te laten.

Evenmin is het bestaan als diplomatenvrouw een zegen, met alle dulle soireetjes, de plicht van alles te organiseren, eeuwig klaar te staan, en de permanente druk toch vooral niets te doen wat het landsbelang zou kunnen schaden.

Een bezoek van een zelfingenomen inspecteur van het ministerie aan het slot is dan nog net te overleven op tranquillizers en alcohol. Al dreigt dan ineens wel verbanning naar Luxemburg; omdat Buitenlandse Zaken nu eenmaal beschikt.

Dat laatste hoofdstuk was me dan net iets te karikaturaal, waar het boek voordien toch zo veel scherpe observaties bevat. Maar de kwaliteiten overstijgen ruim de gebreken, zoals dat voor mij toch wel zichtbaar bleef dat de inhoud over geruime tijd in stukken en brokken tot stand is gekomen.

Betsy Udink, Achter Mekka
218 pagina’s
Poema Pockets 2005, oorspronkelijk 1990

In Koerdische kringen ~ Betsy Udink

De meest cynische gedachte over de Midden-Oostenproblematiek is domweg: koester vooral geen illusies, geen bewind daar deugt.

Helpen de Europese en Amerikaanse bemoeienissen al sinds het Sykes-Picotverdrag uit 1916 niet weinig mee aan alle ellende in dat deel van de wereld. Politiek is een vies spel. Helemaal als er grote belangen spelen, zoals de toegang tot olie. Dat bijvoorbeeld iemand als Jan-Peter Balkenende zo makkelijk is weggekomen met een oorlogsmisdaad zint me al evenmin.

Toch besefte ik voor de Koerden dan nog wel enige sympathie te hebben. Maar ook dat dit heel goed kon zijn omdat ik domweg niets over hen wist. Mede omdat ik Betsy Udink wel vertrouwde als waarnemer werd daarom In Koerdische kringen gelezen.

Dat boek hielp alleen niet erg om sympathie voor de Koerden te blijven koesteren. Ik was te onwetend geweest. Al projecteer ik daarbij vast allerlei Westerse ideeën op die regio. Zo verbergt de verzamelnaam dat de Koerdische bevolking uit verschillende stammen bestaat, die de belangen van het eigen stamverband en de families daar weer binnen al gauw nog net even wat belangrijk vinden dan die van het totaal.

Mulla Mustafa Barzani leverde zonder blikken of blozen de Koerdische vijanden van zijn bondgenoten uit of executeerde ze zelf en roeide Koerdische dorpen uit die niet wilden meedoen aan zijn strijd tegen het regime in Baghdad. Het zijn kwaadaardige, buitengewone wrede daden van de grote Koerdische held. Het is een gedrag — het verraden, het martelen en het doden van mede-Koerden — dat elke vriend van de Koerden op den duur van hun streven naar zelfstandigheid verwijdert.

Wijdde Udink bovendien een tamelijk vernietigend gedeelte van het boek over de positie van de vrouw bij de Koerden. Om daarbij alleen al dan te constateren dat vrouwenbesnijdenis nogal vaak voorkomt, in de Koerdische provincies van Irak. Om nog te zwijgen van andere vormen van onderdrukking.

Het aantal vrouwen en meisjes dat (levend) verbrandde doordat hun kooktoestel ontplofte is onvoorstelbaar. Een conclusie die de Koerdische politie overigens in de meeste gevallen ook heeft getrokken.Vermoed wordt dat de meisjes en vrouwen in brand zijn gestoken door hun familie. Maar nooit, zelfs niet in hun doodstrijd, geven de slachtoffers toe dat ze door hun familie tot hun daad gedwongen werden. Alsof zij tot het laatste toe willen volhouden dat het hun eigen schuld was, hun zelfverdiende straf. Ook al zijn ze tot 80, 90, 98 procent over hun lichaam verbrand, hun, mond blijft gesloten; ze blijven loyaal aan de familie. […]

Goed aan In Koerdische kringen is dat het boek zo veel meer biedt dan een simpele momentopname, of een strikt afstandelijk vertelde geschiedenis. De tekst beschrijft ook de persoonlijke ontwikkeling van de auteur. Betsy Udink reisde al in 1974 naar de bergen van Noord-Irak, als prille redacteur buitenland voor het Utrechts Nieuwsblad. Daar ontmoette ze leeftijdsgenoten die er vochten om zich te bevrijden van het Ba’athregime van Saddam Hussein. Argeloos koos zij partij voor hen.

Toen nog wel.

Enkele van die jonge Koerdische strijders belandden wat later als vluchteling in Nederland. Daardoor kon Betsy Udink even een band met hen krijgen. En op middelbare leeftijd namen deze mannen vooraanstaande posities in binnen de Koerdische vrijstaat in Noord-Irak.

Zij hebben na de val van Saddam Hussein de vrijheid gekregen waar ze zo voor gestreden hebben. Al zijn de grenzen van hun land rafelig, daarbinnen is het relatief veilig, en kunnen ze hun eigen taal spreken, en eigen baas zijn.

Maar Betsy Udink mist hun geloof dat het vanzelf wel goed zal komen met Koerdistan. Want zij ziet dat er ondanks al die vrijheid in naam ook zo veel niet is veranderd;

De teleurstelling ligt bij mij, een persoonlijke teleurstelling omdat met het verdwijnen van Saddam niet de corrupte, het nepotisme, het tribalisme, het sektarisme, de politieke moorden, de intimidaties en de etnische zuiveringen zijn verdwenen. […]

Bijzonder is kortom dat het persoonlijke element nogal aanwezig is in het boek. En ook dat zo’n geschiedenis van een volk, een regio, een gebied juist daardoor leesbaar wordt. Want een puur objectieve beschrijving over wat er zoal gebeurd is met Koerden, onder Saddam Hussein bijvoorbeeld, had me om alle wreedheid en ellende nooit aangezet om verder te willen lezen.

Betsy Udink, In Koerdische kringen
315 pagina’s
Uitgeverij Augustus, 2010