Traffic ~ Tom Vanderbilt

Popsci levert vaak heerlijke boeken op. Tot je gaat nadenken over wat de schrijver nu eigenlijk beweert, in diens versimpelde weergave van zo veel verschillende wetenschappelijke inzichten. En dan draagt Vanderbilt toch wel heel opvallende zaken aan.

Want, wat zegt hij over het grote verschil in verkeersdoden tussen Nederland en België – twee verder toch zeer vergelijkbare landen? Vanderbilt wijst erop dat België ook veel lager scoort op de ranglijst van minst corrupte landen. En als het tot de landscultuur hoort om algemene regels liefst naar eigen inzicht te interpreteren, brengt dit ook meer ongeregeldheden mee in het verkeer.

En waar komen die almaar groeiende files toch vandaan? Vanderbilt wijst erop dat het vooral vrouwen zijn die erbij kwamen op de weg. Omdat ze meer zijn gaan werken, maar ook omdat zij al de korte ritjes rondom hun woonplaats doen; om de kinderen overal heen te brengen.

Dus is het feminisme de oorzaak van het fileprobleem, denk ik dat Vanderbilt zegt. Plus dat alles ook in de steden is opgeofferd aan de auto; ten koste van de veiligheid en gezondheid van ieder ander.

Nu ja, het feminisme, en het feit dus dat al die schatjes van kinderen zelf nergens meer naar toe mogen. Feminisme en verstikkende moederliefde dus; een opvallend combo.

Tegelijk moet ik niet al te badinerend doen over dit boek. Zeker in de eerste hoofdstukken legt Vanderbilt zeldzaam goed uit hoe slecht wij eigenlijk in staat zijn tot autorijden. Daarmee implicerend dat het een wonder is hoe veel er nog goed gaat op de weg. Vooral zijn uitwijdingen over de beperkingen van het menselijke waarnemingsvermogen maakten indruk.

Dat snelwegen zulke prikkelarme omgevingen zijn, heeft een duidelijke reden. Iedereen wordt door onverwachtheden afgeleid. Dus is het veiliger op snelwegen een verkleuterde versie van de wereld aan te bieden, waarin de enige prikkels groot en fel gekleurd zijn.

Tegelijk treedt daardoor het probleem op dat autorijden gauw té saai wordt, en het verkeer evenmin gebaat is bij chauffeurs die makkelijk in slaap soezen. Dus zorgen wegontwerpers er tegenwoordig voor dat wegen om de anderhalve kilometer een flauwe bocht maken; die gewoon op volle snelheid kan worden genomen, maar toch even tot een hernieuwd opletten dwingt.

En zo zijn er meer maatregelen genomen, om de veiligheid op de weg te vergroten, waar Vanderbilt een voorbeeldig overzicht van aanbiedt. Zo komt mijn woongemeente zelfs nog langs, met alle plekken waarop verkeerskundige Hans Monderman autobestuurders heeft willen verwarren; zodat die veel beter gaan opletten; met al de kruisingen die meer van een plein hebben dan iets anders. Tegelijk maakt Vanderbilt ook een prettig voorbehoud bij Monderman’s werk. Misschien werkt diens aanpak wel alleen in Nederland omdat Nederlanders gewend zijn zich keurig aan de regels te houden.

Elk land heeft niet alleen een eigen verkeerscultuur, zo veel geef ik hem zeker mee.

Tom Vanderbilt, Traffic
Waarom wij rijden zoals we rijden
(en wat dat over ons zegt)

336 pagina’s
De Bezige Bij, 2008
vertaling door Pon Ruiter van: Traffic. Why We Drive the Way We Do
(and What It Says About US)
, 2008