Encyclopedie van op het nippertje geredde kennis ~ Hans Vervoort

Het boekenlandschap is veranderd sinds 1 januari 2005 — al is zo’n uitspraak te doen over elke periode van tien jaar. Voor mij geldt in elk geval dat ik een boek inmiddels niet meer per se van papier hoef te lezen.

Bij muziek, of video, is het verschil overigens nog groter. Weinig kans dat ik die nog koop op een fysieke drager, als CD of DVD.

En ware boeklog meer geweest dan een leesdagboek, en had ik hier ook een kroniek willen bijhouden van de ontwikkeling van het e-boek in Nederland, dan was de naam Hans Vervoort al eerder langs gekomen.

Vervoort heeft namelijk al op verschillende manieren met het elektronische boek geëxperimenteerd. Zo zette hij eind 2010 zijn hele ‘back catalogue’ gratis als e-boek online. Dit tot afgrijzen van zijn uitgever; die overigens geen van deze boeken in druk had gehouden op papier.

Hans Vervoort [1939] adverteerde zelfs met deze actie in de bladen die naar hij hoopte door zijn doelgroep gelezen werden. Wat hem dus spaargeld kostte.

Toen Vervoort zijn eerste boeken uitbracht, had hij ook niet de verwachting ooit van zijn schrijverij te kunnen leven. Hij heeft altijd een serieuze baan naast het schrijven gehad. Dat geeft hem nu dus de ruimte om te experimenteren met zijn werk; en daar op een nieuwe manier belangstelling voor te oogsten.

Dat het werk bestaat, omdat het ooit werd uitgegeven, is immers niet meer genoeg.

Dat de ideeën van de generaties aan auteurs na hem over hun werk, en hoe zij dat in de wereld brengen, anders kunnen zijn, is overigens een tweede..

Maar als iets opvalt aan de uitgeverij momenteel in Nederland, is het toch dat nogal wat auteurs meer sjoege hebben van wat er kan en moet dan de uitgevers zelve.

Hans Vervoort werd 75 dit jaar, en dat gaf hem aanleiding vele doorgaans heel luchtig gehouden ‘nippers’ en ‘snippers’ te bundelen die hij eerder op Facebook had opgetekend. Deze korte teksten werden onder meer geschreven tegen het vergeten, omdat het de auteur er om ging alledaagse zaken op te tekenen; die hoogstens collectief door zijn generatie zullen zijn onthouden. En daarmee zo makkelijk kunnen verdwijnen zonder iets na te laten.

Niet altijd vertelde hij me daarbij overigens iets nieuws. Vaak was wat Vervoort aantekende eerder een verbijzondering van een algemeen verschijnsel, dan iets mij geheel vreemds. Dat ooit iedereen rookte was bijvoorbeeld normaal. Alleen verwijt Vervoort in de Encyclopedie van op het nippertje geredde kennis zijn rookverslaving aan de koningin — want met haar complimenten kregen dienstplichtig soldaten een pakje sigaretten terwijl ze nat en koud op veldoefening waren. Dankzij dat pakje, en het zelfmedelijden van dat moment, ging hij toch weer roken. Hoewel dat eigenlijk te duur was bij de minieme soldij.

Nieuw was overigens weer wel de zekerheid dat de dichter Hans Faverey zijn naam uitsprak als Faverie. Hans Vervoort weet dit zo goed, omdat hij diens assistent was op het marktonderzoekbureau NIMM. Dus, wie Faverei zegt, is een poseur.

Vervoort’s Encyclopedie bevat twee afdelingen, met ‘nippers’ en ‘snippers’. Uit dat eerste deel zijn diens persoonlijke herinneringen aan andere mensen het meest bijzonder — logisch wellicht, want niemand anders heeft deze zo gehad.

De ‘snippers’ bestaan uit observaties en opinies. Daaraan bevielen me de autobiografische stukken het best. Misschien omdat ik Hans Vervoort ook al las voor hij zijn werk online zette, en me nu weer delen van zijn geschiedenis herinnerde.

* ook van de Encyclopedie van op het nippertje geredde kennis is een gratis versie beschikbaar via de website van de auteur. Maar wie hem betalen wil, kan dat.

Hans Vervoort, Encyclopedie van op het nippertje geredde kennis
(en andere stukjes om te lezen)

144 pagina’s
© Hans Vervoort, 2014

Er is niets poëtischer dan de waarheid ~ Ivan Wolffers (red.)

Ooit was de schrijver Multatuli nog niet herdacht met een standbeeld. Een schande was dat, vond menigeen, waaronder de arts en schrijver Ivan Wolffers. Dus werd er geld ingezameld. Onder meer door dit actieboek uit te geven, waartoe tal van bekende Nederlandse auteurs hun gedachten over Eduard Douwes Dekker hadden opgeschreven.

Althans. Willem Frederik Hermans zag niet zo veel in het plan. De tijd van standbeelden was voorbij. Maar hij gaf wel weer toestemming om de beide brieven af te drukken die hij met Wolffers over het onderwerp had gewisseld.

Het boeiendst in deze bundel schreven de mensen die echt over Douwes Dekker hadden nagedacht, en niet enkel goede herinneringen bewaarde aan een flard Woutertje Pieterse op school, of de fabel van ‘Saïdja en Adinda’. Probleem werd alleen wel dat Multatuli dan meestal een nogal onsympathiek mens werd bevonden. Hoe goed hij soms ook schrijven kon.

Ook was er nog een ander probleem, volgens Hans Vervoort.

Op de televisie zie ik wel eens het programma ‘Wordt u al geholpen?’, een platte Engelse serie over komische gebeurtenissen in de modeafdeling van een warenhuis. Floor-chef is captain Peacock, die als twee druppels water lijkt op latere foto’s van Douwes Dekker. Heiligschennis, maar áls er ooit een beeld van Multatuli in Amsterdam komt, zal het op veel fotografische belangstelling van Engelse toeristen kunnen rekenen. [94]

Prettig duidelijk vond ik vooral de bijdrage van Maarten ’t Hart, die geen goed woord over heeft voor Multatuli, of diens status als auteur.

Te lang reeds werd in Nederland Multatuli de hand boven het hoofd gehouden. Volkomen misplaatste bewondering is zijn deel geworden. [141]

scheiding

Maar, zal men zeggen, hij kwam toch op voor ‘de verdrukte Javaan’. Ach, hoe nobel! Bedenk daarbij wel dat Mutatuli twee jaar lang op verlof in Nederland was, niet naar Indonesië terugwilde, daartoe geprest moest worden. Bedenk wel dat hij in die twee jaar grootmoedig andermans geld erdoor joeg en uiteindelijk wel terug moest en daarover zo verontwaardigd was dat hij de eerste de beste kans aangreep om amok te maken. [143]

scheiding

Onze grootste schrijver? Vanwege die schaarse toevalstreffers in zijn werk, die enkele schitterende formuleringen? [145]

scheiding

Z’n kennis was minimaal. Hij wist minder dan een kind wat nu van de lagere school afkomt. Hij was geborneerd, bekrompen, eigenwijs, meende Kant, Stuart Mill, Goethe, Sterne, ‘die vuile Richardson’, Diogenes (‘Ik houd Diogenes voor een bluffer’) en tientallen anderen van wie hij weinig tot niets gelezen had, rustig terzijde te mogen schuiven. [146]

scheiding

Hoe komt het dan toch dat hij zo algemeen bewonderd wordt? Het antwoord daarop is simpel: men kent z’n werk niet. [147]

Voorts was ’t Hart opgevallen dat maar éen soort auteurs werkelijk grote bewondering had voor Multatuli. De polemisten onder de Nederlandse schrijvers konden inderdaad wat een voorganger in hem zien.

Maar, misschien onbedoeld, Maarten ’t Hart toonde in zijn afkeer toch ook aan hoe prettig het kan zien om iemand te zien fulmineren tegen een ander; of de misverstanden die ieder over die ander heeft.

Er is niets poëtischer dan de waarheid
Schrijvers over Multatuli

157 pagina’s
Uitgeverij Contact, 1986

* in dit boek zijn bijdragen opgenomen van:

  • A. Alberts
  • Belcampo
  • Eva en J.M.A. Biesheuvel
  • Marion Bloem
  • Jan Blokker
  • Boudewijn Büch
  • Kees Fens
  • Margaretha Ferguson
  • Rudolf Geel
  • Hermine de Graaf
  • Hella S. Haasse
  • Maarten ’t Hart
  • W.F. Hermans
  • D. Hillenius
  • Mensje van Keulen
  • Annie van den Oever
  • Karel van het Reve
  • Nico Scheepmaker
  • Jan Siebelink
  • F. Springer
  • Pramoedya Ananta Toer
  • Marten Toonder
  • Adriaan van der Veen
  • Ger Verrips
  • Cornelis Verhoeven
  • Hans Vervoort
  • Hans Warren
  • Ivan Wolffers