Argentijnse avonden ~ Carolijn Visser

Bob den Uyl leeft voort in een naar hem genoemde prijs. Ingesteld door omroepvereniging VPRO gaat deze prijs jaarlijks naar het beste reisboek van een Nederlandstalig auteur.

En in 2013 zou Carolijn Visser het beste reisboek hebben geschreven, volgens de toenmalige jury. Ik kan Argentijnse avonden alleen niet echt tot dit genre rekenen. Zelfs niet met de verzachtende omstandigheid dat Bob den Uyl ook amper een reiziger was; en dat zijn verhalen onderweg vooral hielpen om het ironische feuilleton over zijn leven te vervolmaken.

Argentijnse avonden is de biografie van éen gezin, dat nogal getekend werd door omstandigheden buiten henzelf. De twintigste eeuw had nu eenmaal dat effect op nogal wat mensen. Zou ik dit boek tot een genre moeten rekenen, dan toch eerder tot het zeldzame slag boeken dat de gevolgen van de geschiedenis verduidelijkt door het leven van slechts enkele mensen te beschrijven.

Zitten er overigens wel reizen in dit boek. Aanleiding om het te lezen, was zelfs het gegeven dat éen van de hoofdpersonen in 1937 op de fiets vanuit Rotterdam naar Nederlandsch-Indië toog. Een kaartje voor de boot was te duur. Maar in Nederland aardde Rinus van Mastrigt niet meer. Opgeleid tot bouwkundige was er weinig voor hem te doen. Door de crisis werd er niet of amper nog gebouwd.

Maar fietsverhalen zijn nauwelijks te vertellen, zo bleek weer eens; laat staan dat een buitenstaander daar nog iets van maken kan dat verder gaat dan een opsomming van plaatsnamen die gepasseerd werden.

Van Mastrigt strandde, na veel problemen onderweg, in een ziekenhuis in Singapore. Waar hij alsnog bijna bezweek aan de wonden aan zijn onderkant.

Carolijn Visser meldt daarbij dat Van Mastrigt hierdoor nooit meer zou lopen zonder te manken. Maar veel later brengt ze ineens het detail in dat een Japanse kampbewaker hem met een moker op zijn knie zou hebben gemept. Enfin.

Overigens is die fietsreis niet meer dan een wat lange introductie tot het eigenlijke verhaal, van Rinus van Mastrigt en zijn dochters Ida en Miep. Want, Van Mastrigt vond op Java al spoedig een vrouw, en kreeg daaruit twee kinderen. Alleen was er toen ook die oorlog al gauw, met zijn interneringskampen en andere ellende.

Het gezin viel al uiteen voor dat tot iets hechts had kunnen worden. En Van Mastrigt scheidde naderhand van zijn vrouw. Kreeg daarop de kinderen toegewezen — door het overspel van zijn echtgenote — hoewel hij deze amper nog kende.

Na de Japanse capitulatie probeerde Van Mastrigt even zijn carrière in Indië voort te zetten. Om vervolgens al gauw zijn geluk te gaan beproeven in Argentinië — want Nederland was hem nog altijd te klein.

En de belangrijkste ontdekking van dit boek lijkt me dan dat op de pampa’s in Argentinië een dan bloeiende gemeenschap bestond van eerdere Nederlandse emigranten. Gereformeerden, die er graag aan hun oude zeden bleven vasthouden, en hun kinderen wilden opvoeden in de juiste leer. En daarom onder meer uit eigen zak een school met internaat bekostigden.

Parallellen met enige emigrantengroepen in het hedendaagse Nederland lijken me niet moeilijk te trekken.

Het grootste deel van Argentijnse avonden gaat erover hoe Ida en Miep van Mastrigt op de pampa in die gereformeerde kostschool komen, en hoe het daarop verder met hen ging — en met die Nederlandse gemeenschap in den vreemde. Wat een goed boek opleverde, door het unieke gegeven. Maar waar ik als lezer toch ook niet genoeg aan had. Omdat de schrijver reconstrueert, en daarmee een verhaal schreef dat aan de buitenkant van alles bleef.

Bij een korte reportage had me die afstandelijkheid niet gestoord. In een heel boek groeide daardoor juist bij mij afstand tot de tekst.

Carolijn Visser, Argentijnse avonden
Van de Zwart Janstraat naar de pampa

254 pagina’s
Augustus, 2012