Illusie van de bewuste wil ~ Daniel M. Wegner

Als een boek heel anders uitpakt dan je dacht, valt het dan tegen? Of heb je dat dan vooral jezelf en je verwachtingspatronen te verwijten?

De illusie van de bewuste wil gaat breed in op wat rond de eeuwwisseling bekend werd uit hersenonderzoek. Voor het eerst werd het toen mogelijk om te scannen hoe een levend mens denkt en doet. En dat leverde nogal verrassende resultaten op.

Noodzakelijke hersengebieden vertonen namelijk vaak al activiteit voordat iemand ‘denkt’ bewust een handeling te gaan verrichten. We menen dat we beslissen om iets te gaan doen, maar zijn er al aan begonnen voor we die gedachte kunnen hebben formuleren. Er is namelijk geen causaal verband tussen denken en doen.

De beste samenvatting van wat dit betekent, staat in de conclusie van dit boek:

Hoe dingen lijken is soms belangrijker dan hoe ze zijn. Dit is waar in het theater, in de kunst, bij tweedehands autoverkoop, in de economie, en — zoals nu blijkt — in de wetenschappelijke analyse van de bewuste wil. Het is een feit dat we allemaal de indruk hebben dat we beschikken over een bewuste wil. Het lijkt of we een ‘zelf’ hebben. Het lijkt of we een geest hebben. Het lijkt of we handelende personen zijn. Het lijkt of we de oorzaak zijn van onze handelingen. Hoewel het ontnuchterend en uiteindelijk accuraat is om dit een illusie te noemen, is het onjuist om deze illusie triviaal te noemen. Integendeel, illusies die boven op de ogenschijnlijk geestelijke veroorzaking gestapeld worden zijn bouwstenen van de menselijke psychologie en het bewuste leven. Alleen met dit gevoel van bewuste wil kunnen we proberen de problemen op te lossen over wie we zijn als individu, onderscheiden wat we kunnen en wat niet, en onszelf moreel goed of slecht noemen. [355]

Punt is dat dit gegeven niet helemaal nieuw voor mij was. En omdat dit boek in 2010 uitkwam, had ik een wat diepere uitwerking van de gevolgen van deze ontdekking verwacht.

Ofwel, ik had niet gezien dat dit een boek uit 2002 is, dat pas laat een vertaling heeft gekregen. Dus ken ik al discussies over de effecten van wat in dit boek besproken wordt, die Wegner nog niet kennen kon.

Maar, op zich staat er dan weer genoeg interessants in de tekst, en het is ook doorgaans prettig geschreven. Wegner is een psycholoog, en heeft dit boek vooral opgezet om van effecten uit beroemde psychologische testen uit te leggen waarom die waarschijnlijk zo zijn. Die soepele vermenging van theorie en praktisch bewijs op zich is al razendknap.

Uitgebreid, en illustratief, zijn ook de hoofdstukken over de verschijnselen die zo veel mensen verklaren door krachten buiten hen. Wegner debunkt op een prettige manier de wichelroedeloper, en diens speciale gevoeligheid. En verder werd een boekgedeelte gewijd aan hypnose, dat zeer verhelderend is; zelfs al wordt nog nauwelijks begrepen waarom sommige mensen zo goed hypnotiseerbaar zijn, of hoe het kan dat zij zich zo makkelijk laten manipuleren.

Het gekke was dus, ik dacht een actuele stand van zaken te krijgen, maar las een nu al klassiek boek waarin de auteur telkens de breedte opzocht, in plaats van de diepte. En dat ik pas na het lezen goed besefte wat me tijdens verbaasd had. Puur omdat ik wilde dat dit een ander boek was dan het is, las ik te weinig onbevangen.

Daniel M. Wegner, De illusie van de bewuste wil
404 pagina’s
Uitgeverij Bert Bakker, 2010
Vertaling door Jaap Laan van The Illusion of Conscious Will, 2002