functies van de media ii
Herinner me er bij gelegenheid nog eens aan McLuhan te quoten, als die probeert te omschrijven wat de media nu precies zijn en doen. Het lukte hem niet.
Niemand kan dat waarschijnlijk ook. En op het moment al helemaal niet meer, nu zo langzamerhand alle traditionele media ook online vertegenwoordigd zijn, en daarbij dat internet niet eens alleen als distributiekanaal benutten.
Bovendien is er dat tweewegverkeer online. Of het simpele feit dat alles wat een privé-persoon op een website zet door de hele wereld te bekijken is.
De Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid (WRR) probeert aan de spraakverwarring over wat de media nu precies zijn en doen te ontkomen door zich enkel op de functies te concentreren. Daarbij onderscheidt deze raad er zes:
- de nieuwsvoorzieningsfunctie;
- het bieden van mogelijkheden voor opinievorming & achtergrondinformatie (platformfunctie);
- de functie van vermaak (amusement & vermaak);
- de functie van uitingen van kunst & cultuur;
- de functie van de ‘specifieke’ informatievoorziening;
- de functie van commerciële (advertentie-)uitingen en andere vormen van op gedragsverandering gerichte beïnvloeding (zoals overheidscampagnes).
Ik mag graag naar dit soort indelingen kijken, omdat deze zoiets als overzicht pretenderen te brengen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) had ook al zo’n fijne indeling vorig jaar.
Want volgens het SCP zijn de functies van de media er vier:
- informeren en opiniëren;
- gezelschap bieden en verbondenheid creëren;
- socialiseren en cultureel integreren;
- amuseren.
Alleen al door deze twee indelingen te vergelijken, vallen de gebreken in beide op. De SCP ziet niet dat de media nogal wat ruimte biedt aan reclame en andere vormen van propaganda – de WRR onderkent daarentegen niet duidelijk dat de media delen van het publiek kan binden en tot gezelschap kan zijn.
Maar goed, het definitieve inzicht hoefde de WRR ook niet te formuleren. Het enige wat deze Raad als opdracht kreeg was het kabinet te adviseren welke uitwerkingen de ontwikkelingen in het medialandschap op het beleid zouden hebben. En te signaleren in hoeverre er mogelijkheden zijn voor de overheid om te reguleren of op een andere manier daadwerkelijk in te grijpen.
Die mogelijkheden zijn traditioneel nogal beperkt. Vandaar dat mediabeleid ook bijna altijd alleen maar omroepbeleid was.
Blijkt de WRR alleen over het hoofd te hebben gezien dat ook het auteursrecht grote kansen biedt tot regulering. Neem nu de broadcast flag in de Verenigde Staten. Is er een smerige oorlog aan de gang in de wereld, waarin overheden een nogal beslissende rol spelen, maakt dat in Nederland blijkbaar helemaal geen indruk voor een rapport dat pretendeert vooruit te kijken.
[wordt vervolgd]
[x]#1055 fan maandag 7 februari 2005 @ 00:03:45
skareth op 15 mei 2006 @ 14:41:37
nomoh di dante mi se cere que serra