Wie of wat bepaalt hoeveel openbaarheid genoeg is?

Om mee te kunnen denken met de overheid en te kunnen participeren aan het werk van de overheid moeten burgers over voldoende informatie beschikken. Burgers moeten ook toegang tot overheidsinformatie hebben om het bestuur adequaat te kunnen controleren en eventuele misstanden aan de kaak te kunnen stellen. Nederland was in 1980 een van de eerste landen ter wereld met een wet waarin de openbaarheid van bestuur is geregeld. Het overgrote deel van deze verzoeken om informatie wordt naar tevredenheid afgehandeld. De Wob blijkt in internationaal rechtsvergelijkend perspectief een goede basis voor de openbaarheid van bestuur. Een grootscheepse aanpassing van de Wob, zoals eerder voorgesteld in het Voorontwerp Algemene wet overheidsinformatie uit 2006, is daarom niet noodzakelijk.

brief aan de Kamer over de
Wet openbaarheid van bestuur
[pdf]

De noodzaak van de wet wordt duidelijk uit de gang van zaken rondom het CIOT, de databank met de actuele klantgegevens van internet providers en telefoonaanbieders. Met de Wob in de hand wordt duidelijk dat de praktijk van bevraging door opsporingsdiensten al jaren zorgwekkend is en de wettelijk verplichte rapportages onvolledig waren. Ook de opzet van het internetfilter is gebaat bij openbaarheid, net als de camera’s boven de weg die kentekens scannen en de bedroevend slechte Nederlandse inbreng voor de Europese evaluatie van de bewaarplicht. Bij deze en vele andere onderwerpen heeft de Wob een belangrijke rol gespeeld, ondanks actieve tegenwerking van de overheid. Onnodig uitstel van de beslissing op het verzoek en het onzorgvuldig censureren van documenten zijn beproefde middelen voor obstructie. Bezwaar maken loont bijna altijd.
 
In 2010 heb ik enkele tientallen verzoeken gedaan. Bij meer dan één derde ervan nam de overheid de beslissing te laat. […]

Rejo Zenger,
‘Controle overheid moet niet bij overheid’


[x]#8818 fan dinsdag 31 mei 2011 @ 21:45:19