Ideeën, Zesde bundel | 1177 – 1205
Multatuli

De Zesde bundel Ideeën is dus werkelijk niet meer dan een feuilleton vol verwikkelingen over Woutertje Pieterse. Voor bezorger J.J. Oversteegen was dit reden genoeg om dit boek de enige roman te noemen die Multatuli geschreven heeft na Max Havelaar.
Maar naar mijn hedendaagse smaak zat er voor een roman wel erg weinig vorm in.
Slechts tweemaal begaf de schrijver zich buiten het verhaal, om weer eens wat stokpaardjes te berijden. Idee 1199 gaat over de spelling van het Nederlands — waar Eduard Douwes Dekker duidelijke voorkeuren bij had. Tegelijk ziet hij ook wel in dat spelling alleen voor kleine schoolkinderen en taalprofessoren een halszaak is. Bij schrijven gaat het om iets anders.
In Idee 1181 verwoordde Multatuli namelijk weer eens wat zijn kunstideaal was.
De ware artist tekent de Natuur na, zo als die zich aan hém vertoont. Wie hierin oprecht naar juistheid streeft, is kunstenaar. Maar de heren vinden het makkelijker, een printje natetrekken, waarop ’n ander — óók al een nátekenaar van nátekenaars — getracht heeft iets aftebeelden.
Dat deed me dan weer erg denken aan wat Kurt Vonnegut zei over schrijvers — al citeerde hij daarbij Saul Steinberg:
Kurt Vonnegut: Saul, I am a novelist, and many of my friends are novelists and good ones, but when we talk, I keep feeling we are in two very different businesses. What makes me feel that way?
Saul Steinberg: It’s very simple. There are two sorts of artists, one not being in the least superior to the other. But one responds to the history of his or her art so far, and the other responds to life itself.
[ volg mijn opmerkingen over Multatuli’s Ideeën hier ]
[x]#9156 fan vrijdag 19 augustus 2011 @ 11:05:45