Lessen geleerd
Te fietsen | week 51

Misschien wel de nuttigste lessen geleerd over het fietsen kwamen er niet bijster bewust, die kennis ontstond geleidelijk in de afgelopen jaren. Ik kan inmiddels bijvoorbeeld heel goed inschatten welke kleding ik aan moet, om het weer en de mogelijke verwachtingen daarin. En toch werd daar nooit gericht studie naar verricht. Terwijl het o zo makkelijk is om te veel aan te trekken in de winter; en dan te veel te zweten.

Net zo is mijn pacing doorgaans in orde. Aan het einde van een rit hoor ik even ontspannen en snel te kunnen fietsen als aan het begin. En dat gaat me goed af. Vast omdat ik nooit vreselijk snel fiets op het vlakke. In sporttechnisch jargon: ik blijf altijd ruim onder mijn omslagpunt.

Dit jaar kwam er wel een nuttig inzicht bij. Vermoeidheid op de fiets ontstaat namelijk niet door de inspanning alleen. Het comfort van een fiets weegt nogal zwaar mee.

En het enige probleem waar ik last van bleef houden, was dat mijn handen op den duur, na een uur of drie vier vijf in het zadel, konden gaan tintelen.

Daarop ben ik gaan experimenteren met de bandendruk voor; opdat de voorvork niet zo over het wegdek stuitert, en de trillingen van de weg al in de band konden worden gedempt. Een heel exacte wetenschap blijkt dat variëren van de bandenspanning vervolgens niet te zijn — wat de spanning worden moet voor, blijkt van de fiets af te hangen, het type band, en de buitentemperatuur zelfs. Maar in elk geval is me wel duidelijk geworden dat ik mijn voorband voorheen altijd veel te hard heb opgepompt.


[x]#12846 fan maandag 19 december 2016 @ 10:23:03