Die Welt von Gestern | 7 – 113
Stefan Zweig
Bij veel leesprojecten is de vraag: wat maakte nu precies dat ik eerder dit boek niet in kwam? Waarom werd het nodig om huiswerk te maken van het lezen?
En bij Zweig vallen dan al snel twee dingen op.

Hij heeft veel woorden nodig om iets te zeggen. Bovendien doet de schrijver dit in schier eindeloze paragrafen, waardoor alle pagina’s van een afstandje op elkaar lijken ook. Dat zijn massieve rechthoekige vlakken grijs op witte vellen.
De tekst lijkt alleen daardoor al moeilijk doordringbaar.
En er is het gegeven dat dit weliswaar een autobiografie heet te zijn. Terwijl de schrijver daarin zijn eigen ervaringen juist telkens veralgemeniseerd. Dus biedt dit boek amper persoonlijke ontboezemingen — wel had hij een hekel aan school, door de starheid van het systeem, en omdat alles zo vreselijk veel tijd vroeg — en probeert hij te laten zien hoe het voor vrijwel iedereen was, indertijd. In die jaren voor de Grote Wereldbrand, toen oorlog vanuit Wenen bekeken nog iets onbestaanbaars leek.
Goed is dat Zweig alles aanstipt dat naar mijn 21e-eeuwse smaak ook aandacht hoort te krijgen. In het hoofdstuk ‘Eros Matutinus’, dat vooral over de moeizame omgang met sexualiteit gaat in die periode, en de onderdrukking van de vrouw daardoor, komt toch ook het gegeven langs dat er nogal wat syfilis was. Iets dat een historicus in een boek over de jaren tot 1914 wel durfde te negeren.
De toen gebruikelijke geneeswijze tegen deze venerische ziekte was nogal barbaars, met kwikbadjes, waardoor de tanden van de patiënt uitvielen, waardoor menigeen vlot na de diagnose zelfmoord pleegde, volgens Zweig.
En zolang hij zulke feitjes door zijn tekst weet te sprenkelen, is hij minder vervelend dan gevreesd.
[ lees al mijn gedachten bij het lezen van Die Welt von Gestern hier ]
[x]#13819 fan donderdag 1 maart 2018 @ 12:18:00