Die Welt von Gestern | als project
Stefan Zweig

Leesproject voor de maand maart wordt weer eens een boek waar anderen altijd vol bewondering over spreken, maar dat ik tot nu toe steeds verveeld terzijde legde ergens in de eerste hoofdstukken. De postume autobiografie van Stefan Zweig [1881 — 1942], met ‘het meest treffende tijdsbeeld van de jaren 1900-1940’. Die Welt von Gestern.

Van Zweig lijkt me dat hij door zijn zelfgekozen dood, een balanszelfmoord dan ook nog, veilig in Brazilië in 1942, net een tikje heiliger is geworden als schrijver dan de kwaliteit van zijn werk billijkt. Hij was goed in de oorlog, en voor de oorlog ook al.

Dit vooroordeel is alleen haast nergens op gegrond. Behalve dan op mijn verveling tijdens al die eerste pogingen om Die Welt von Gestern te lezen. Plus het gegeven dat zijn Schachnovelle een principieel onbegrip toont over hoe je in de schaaksport beter wordt als speler.

Enfin, vooroordelen dienen soms om onderzocht te worden.

[ lees al mijn gedachten bij het lezen van Die Welt von Gestern hier ]


Die Welt von Gestern | 7 – 113
Stefan Zweig

Bij veel leesprojecten is de vraag: wat maakte nu precies dat ik eerder dit boek niet in kwam? Waarom werd het nodig om huiswerk te maken van het lezen?

En bij Zweig vallen dan al snel twee dingen op.

Hij heeft veel woorden nodig om iets te zeggen. Bovendien doet de schrijver dit in schier eindeloze paragrafen, waardoor alle pagina’s van een afstandje op elkaar lijken ook. Dat zijn massieve rechthoekige vlakken grijs op witte vellen.

De tekst lijkt alleen daardoor al moeilijk doordringbaar.

En er is het gegeven dat dit weliswaar een autobiografie heet te zijn. Terwijl de schrijver daarin zijn eigen ervaringen juist telkens veralgemeniseerd. Dus biedt dit boek amper persoonlijke ontboezemingen — wel had hij een hekel aan school, door de starheid van het systeem, en omdat alles zo vreselijk veel tijd vroeg — en probeert hij te laten zien hoe het voor vrijwel iedereen was, indertijd. In die jaren voor de Grote Wereldbrand, toen oorlog vanuit Wenen bekeken nog iets onbestaanbaars leek.

Goed is dat Zweig alles aanstipt dat naar mijn 21e-eeuwse smaak ook aandacht hoort te krijgen. In het hoofdstuk ‘Eros Matutinus’, dat vooral over de moeizame omgang met sexualiteit gaat in die periode, en de onderdrukking van de vrouw daardoor, komt toch ook het gegeven langs dat er nogal wat syfilis was. Iets dat een historicus in een boek over de jaren tot 1914 wel durfde te negeren.

De toen gebruikelijke geneeswijze tegen deze venerische ziekte was nogal barbaars, met kwikbadjes, waardoor de tanden van de patiënt uitvielen, waardoor menigeen vlot na de diagnose zelfmoord pleegde, volgens Zweig.

En zolang hij zulke feitjes door zijn tekst weet te sprenkelen, is hij minder vervelend dan gevreesd.

[ lees al mijn gedachten bij het lezen van Die Welt von Gestern hier ]


Die Welt von Gestern | 114 – 245
Stefan Zweig

Dit boek wordt persoonlijker in het tweede kwart. En het lijkt haast alsof Zweig daarmee erkent dat alles wat hij voor zijn twintigste meemaakte, beleefd werd door een heel ander mens. Iemand die hij later niet zo goed meer kende.

Cesuur is dan het moment dat hij debuteerde als schrijver, met een dichtbundel, op zijn negentiende. Want aan die gedichten was nog zo weinig van hemzelf dat hij dat hele boek al binnen een paar jaar verafschuwde.

Zweig debuteerde ook al jong als de schrijver van feuilletons, in de krant die zijn ouders lazen. Wat hem thuis ineens een status gaf die er niet eerder was geweest. Zijn oudere broer was ook al in het familiebedrijf gestapt. Stefan Zweig mocht daarom nog even freewheelen — waaronder zelfs het volgen van een universitaire opleiding werd verstaan.

Bij de krant ontmoette hij Theodor Herzl, die zijn feuilleton voor publicatie accepteerde. En met Herzl kruipt er een wat vreemd element in het boek. Zweig gaat er namelijk later telkens uitgebreid op in welke beroemdheden hij zoal ontmoet.

De Eerste Wereldoorlog begint in het derde kwart van Die Welt von Gestern, dus is het nog allemaal tamelijk ongestoord wat ik las. Over antisemitisme ging het nog niet. Zweig had de totale vrijheid om te reizen — tot en met een reis naar Nederlandsch-Indië aan toe, waar helaas nauwelijks over geschreven wordt.

In romans wordt er altijd conflict op de personages afgestuurd, om zo te laten zien wie zij zijn. En conflict ontbrak tot nu toe wat in deze autobiografie.

[ lees al mijn gedachten bij het lezen van Die Welt von Gestern hier ]


Die Welt von Gestern | 246 – 346
Stefan Zweig

De Eerste Wereldoorlog, en de nasleep daarvan, leverde beschrijvingen op met grote contrasten. Zweig kon niet verhelen zichzelf een Europeaan te vinden, en daarom een afschuw te hebben van het blinde nationalisme dat ineens opborrelde in Oostenrijk, en daaraan gekoppeld een werkelijk enorm enthousiasme om oorlog te willen.

En dat is vanaf een afstand ook het meest merkwaardige aan de Grote Wereldbrand. In alle landen liepen jonge mannen juichend de loopgraven in, waarop er daar tenminste al snel meer realisme volgde.

Zweig poogt die volgzaamheid te verklaren uit het blinde vertrouwen dat autoriteiten tot dan toe nog altijd genoten hadden, om de vijftig jaar aan vrede. Eerder in het boek heeft hij ook moeite gedaan uit te leggen dat elke man rond 1900 graag veel ouder wilde lijken dan hij was, omdat pas met leeftijd ook enig gezag kwam. En zo een autoriteit was belangrijk.

Jonge doktoren van begin twintig lieten daarom enorme baarden staan.

Na de Eerste Wereldoorlog schoren mannen juist hun baarden af, om vrouwelijker te lijken. Net als er toen ineens wel op vele fronten een verzet kwam tegen oude vormen en gedachten.

Stefan Zweig maakte geen bijzonder enerverende oorlog door. Weliswaar moest ook hij dienst nemen, maar dat werd een kalm baantje bij een archiefdienst. En in 1917 mag hij ineens naar Zwitserland, om de eerste uitvoering bij te wonen van een toneelstuk dat hij schreef, met een strekking anti-oorlog. Oorlogsvoerende landen zonden hun kunstenaars ook gewoon uit naar neutrale landen, als propaganda.

En kunst had toen meer betekenis.

Na de oorlog keerde Stefan Zweig toch terug naar het verslagen Oostenrijk, dat nogal wat landsdelen heeft verloren, en ook zijn Keizer is kwijtgeraakt. Het land heeft dan bijna niets meer. Al zal voor Zweig, die zijn geld ook in het buitenland kon verdienen, vooral hebben geteld dat er geen bouwmaterialen waren om het lekkende huis in Salzburg op te knappen dat hij voor de oorlog al gekocht had.

Was er ook nog een periode met hyperinflatie — al was de geldontwaarding in Duitsland nog extremer — waardoor eenvoudige stenotypistes uit Holland tijdelijk voor hun lol de duurste hotelsuites in Wenen kwamen bewonen. De Oostenrijkse kroon was niets meer waard.

[ lees al mijn gedachten bij het lezen van Die Welt von Gestern hier ]


Die Welt von Gestern | 347 – 491
Stefan Zweig

Zweig werd éen van de meest gelezen schrijvers in Europa, na de Eerste Wereldoorlog. Dat zijn boeken oplagen haalden van in de honderdduizenden was normaal, en in de miljoenen niet uitzonderlijk. Alleen maakte de schrijver dus ruim een decennium later ook mee dat zijn werk verboden werd — enkel omdat hij een Jood was — en in Duitsland verbrand werd.

En misschien staat Die Welt von Gestern wel in zo’n hoog aanzien, omdat Zweig’s leven meer van zulke werkelijk enorme contrasten kende. Dat zet wel aan tot doorlezen.

In de Eerste Wereldoorlog werkte hij in het leger voor de agressor, zij het in een kalm archiefbaantje, tot hij naar Zwitserland mocht.

Maar al lang vooraf aan de Tweede Wereldoorlog was duidelijk dat deze dienst aan het vaderland niet telde. Sterker nog, de Oostenrijkse nationaliteit werd hem zelfs afgenomen, waardoor hij enkel nog een staatlozenpas had, en voortaan alleen nog mocht hopen op gunsten.

En wat een verschil was die positie dan weer met het begin van de 20e eeuw, toen iedereen de aarde over reizen kon zonder dat er daarvoor ooit een paspoort nodig was. Zoals hij zo gretig had gedaan.

Zweig week al vroeg uit naar het buitenland, en belandde uiteindelijk in Groot-Brittannië. Alweer hij zich al evenmin veilig voelde. Want eenmaal het Verenigd Koninkrijk de oorlog aan Duitsland had verklaard, was er grote kans dat ook hij daar als vijand zou worden gezien.

De vlucht naar uiteindelijk Brazilië valt alleen buiten het bestek van dit boek. Net als er wel meer onduidelijk is gebleven over Zweig’s leven in deze autobiografie. Zo heeft hij de namen van zijn geliefden bewust verzwegen. En ook dat huis in Salzburg dat hij gekocht had, blijkt dan bijvoorbeeld een slot te zijn geweest.

Voor het boeklogje volgt, zal ik nog wat om deze autobiografie heen moeten lezen.

[ lees al mijn gedachten bij het lezen van Die Welt von Gestern hier ]


Die Welt von Gestern
Stefan Zweig

[…] Er worden nogal wat beroemde namen gedropt in dit boek. Zweig verheelt ook niet heel zijn leven handtekeningen te hebben verzameld, en later zelfs manuscripten van anderen. Al die ontmoetingen met grote mannen zullen zich misschien daarom dus onwisbaar in zijn herinnering hebben vastgezet.

Over zijn naasten staat er evenwel niets in het boek. Hoogstens valt in de hoofdstukken over de tijd na de Eerste Wereldoorlog op dat Zweig het telkens over ‘we’ heeft, en niet meer over ‘ik’. Wie deze ‘we’ zijn, mag de lezer vervolgens zelf uitzoeken. Om daarbij bijvoorbeeld te ontdekken dat er zelfs twee huwelijken zijn geweest. Hij verliet zijn eerste vrouw voor zijn assistente — met wie hij later in Brazilië in februari 1942 gezamenlijk zelfmoord pleegde. Wat dan ook nog een balanszelfmoord was, omdat Zweig zeker wist dat het nooit meer goed zou komen met de mensheid.

De slag om Stalingrad, die gauw eens als het keerpunt wordt gezien in de Tweede Wereldoorlog, werd ook pas een jaar later door de Sovjetrussen gewonnen.

Dus is wel te begrijpen dat Zweig zal hebben gevreesd zijn naasten in gevaar te brengen door ook over hun wederwaardigheden te schrijven in zijn autobiografie. […]

boeklog 23 iii 2017