Ynhâld fan ’e balhoofdstel-side

© eamelje.net 2001-2019. Alle rechten voorbehouden. All rights reserved

 

False brinelling
Te fietsen | week 21

Nog even en ook de Gazelle Sprinter Race heeft 10.000 kilometer afgelegd in mijn bezit. En omdat daar ritten bij waren tijdens twee natte winters is het tijd voor een grote onderhoudsbeurt.

Niet dat er heel veel hoeft te gebeuren. Het meeste onderhoud nu, zoals het vervangen van alle kabels, gebeurt preventief.

Wel zal het balhoofdstel vernieuwd moeten worden. Dit had ook al gezuld toen ik de fiets net had. Alleen zat ik toen niet op dat werk te wachten. Er moest al zo veel gebeuren, door mijn wens om met een naafversnelling te gaan rijden; waarvoor een wiel gevlochten worden moest. Terwijl ik nog niet eens wist of dat wel een fiets zou opleveren die me beviel.

Je kunt weliswaar van alles bedenken om aan een fiets te verbouwen en te doen. Maar als dit dan een exemplaar oplevert waarop je enkel op rijdt als er iets mis is met de andere fietsen in je stal, dan loont al die inspanning vooraf niet zo.

In een balhoofdstel zaten traditioneel twee kogellagers. En hoewel een fietsstuur altijd wel wat heen en weer beweegt tijdens het rijden — fietsen met een vastgezet stuur is trouwens onmogelijk — drukken die kogels telkens op dezelfde plek van dat lager. Dus kunnen er op den duur putjes komen in de lagerschaal.

Doorgaans is dat overigens slechts éen putje.

Brinelling heet dat slijtageproces, naar een methode om de hardheid van staal te bepalen; waarbij dan putjes worden geslagen. Daarom spreken pietlutten liever over ‘false brinelling’. En voor een fiets betekent deze vorm van slijtage dat het stuur ietwat vast lijkt te staan in het standje rechtuit. Draaien kost dan telkens even merkbaar wat moeite.

De luie fietsmaker, en ook ik, kan het effect van éen zo’n putje in de lagerschaal nog een tijd maskeren door losse kogels te gebruiken voor het lager, in plaats van de gebruikelijke kogelring. Want dan kan de last strategisch over meer kogeltjes verdeeld worden dan er voordien zaten.

Alleen blijft die truc dus niet eeuwig werken.

Voordeel van een 10.000 kilometer beurt is dan wel dat goed duidelijk is wat zo’n fiets voor je betekent. Wat het aanzienlijk makkelijker maakt om er duur goed spul voor te kopen.


Balhoofdstel
Te fietsen | week 24

Standaarden zijn mooi. Standaarden zijn prachtig. En daarom ook bestaan er heel veel van.

En zulks leidt er dan toe dat ik mij bijvoorbeeld nooit geïnteresseerd heb voor klassieke Franse fietsjes. De Fransen deden namelijk heel lang alles op hun manier. Dus zijn zulke oude fietsen vaak niet op te knappen met standaardonderdelen. Want veel van wat dan ergens in moet schroeven, past vervolgens niet. De spoedhoek is dan anders, of de draad loopt toevallig net de andere richting uit.

Raleigh zette lang de standaarden als grootste fietsfabrikant ter wereld, met vreemde Britse maten. Maar ergens in de loop van de jaren zeventig kwam er toch meer metrische orde en regelmaat overal. In Japan gemaakte onderdelen werden populair, waardoor veel strikt nationale standaarden langzamerhand zouden verdwijnen. De fietsenhandel werd internationaal.

Wat ik lang niet besefte was dat die verschillende standaarden invloed hadden op vrijwel alle maten die een fietsframe heeft.

Zo moet ik het balhoofdstel vervangen van mijn Clubman, die vermoedelijk uit 1979 stamt. En ik heb geen idee wat voor cups daar in zitten. Hopelijk is de fiets nieuw genoeg om al niet meer aan een inmiddels obscure Raleigh-standaard te voldoen. Maar dan nog. Moest ik een nieuw balhoofdstel hebben volgens de ISO-standaard, of eentje volgens JIS?

Het verschil tussen de breedte van beider cups is slechts 0,2 millimeter. ISO werkt met 30,0 mm brede cups, JIS met 30,2 mm. Het zou dus onhandig veel kracht en moeite kosten om een JIS-cup in een frame te persen dat volgens de ISO-maten is gemaakt. En omgekeerd blijft een ISO-cup nogal slecht in een JIS-frame zitten.

Vervelend genoeg weet ik pas wat ik hebben moet als de oude lagercups uit de stuurbuis zijn geslagen…

** illustratie ontleend aan WIkimedia commons


Balhoofdstel iii
Te fietsen | week 24

De belangrijkste wet bij het opknappen van oude fietsjes voor mij luidt: je weet altijd net niet genoeg.

Daarmee kleeft er telkens ook enige frustratie aan dit werk. Die op den duur verdwijnt, want een oplossing wordt uiteindelijk altijd wel gevonden. Een keer. Omdat de smarten mijn kennis vermeerderd hebben.

Op de lagercups die ik uit de stuurbuis van mijn Clubman had getimmerd, stond netjes de maat vermeld. 30,2 mm. Dus meende ik nog verheugd: dat is er eentje volgens de JIS-standaard. Die zijn nog alom te koop.

Daarop bleek alleen dat het gat van de conus op de vork — de onderkant van het balhoofdstel — 27,0 mm mat in de breedte. En geen 26,4 mm, zoals JIS dit voorschrijft.

Een speurtochtje online leerde me daarop dat het oude balhoofdstel een Italiaans maat had, die al geruime tijd in onbruik is geraakt. Laat staan dat er ongebruikte te kopen zouden zijn. Daarop probeerde ik nog wat te improviseren, door een 27,0 mm brede conus van een nieuw balhoofdstel te monteren — want zo breed zijn deze onderdelen volgens de ISO-standaard wel. Alleen wilde dat niet echt.

Had ik nog zo geïnvesteerd in de juiste gereedschappen voor deze klus.

Waarop ik toch maar weer het oude balhoofdstel terugplaatste, na daar onderin een kogelring te hebben geplaatst die op geen enkele manier samenviel met de zo duidelijke zichtbare deukjes in de conus; de reden waarom dit onderdeel versleten was. Flink veel vet erbij, en het stuur draaide weer als nieuw.

Leerde nog meer studie online me dat er handfrezen bestaan waarmee de stuurbuis op maat te krijgen is voor de montage van een JIS-balhoofdstel. Kost alleen een beetje boel. Maar daarmee was er ook de wetenschap dat er fietsenmakers zullen zijn met zulke frezen. Die ongetwijfeld desgevraagd een volgende keer tegen kleine vergoeding kunnen zorgen dat de vorkconus van een JIS-stel dan wel past.

Want geen idee hoelang mijn oplossing het houdt; ondanks de gunstige eerste tekenen.

Straks is de Clubman een veertig jaar oude fiets. Daar moeten toch nog vele decennia bij kunnen.