dit is het dossier:

Frits Bolkestein

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Gevaarlijke vaagtaal ~ Arjen Ligtvoet & Cathelijne de Busser

‘Vaagtaal is gevaarlijk en grijpt woest om zich heen’. Dit stellen Arjen Ligtvoet en Cathelijne de Busser in een pdf-uitgave van twee interviews die ook op hun weblog staan.

Vaagtaal is hun neologisme voor wat anderen, zoals journalisten, doorgaans dunspraak noemen:

Dunspraak is het gebruiken van bekende woorden en begrippen zonder er iets reëels of betekenisvols mee aan te duiden. [30]

Orwell muntte dan weer het begrip ‘Newspeak’ in 1984, en zo zullen er nog wel meer benamingen zijn voor taal die niet allereerst wordt ingezet om te communiceren.

Ligtvoet en De Busser geven in hun inleidende essay onder meer deze definitie:

Vaagtaal komt overal voor en heeft vele varianten. Zo lijden ambtenaren aan oubollige ambtenaritis, leggen beleidsmakers met beleidsbabbels een zachte wollen deken over snoeiharde maatregelen en spreken managers een semi-Engelse vorm van vaagtaal die managementspeak heet. [5]

Ik zou deze soorten taalgebruik eerder schimmel noemen, die bijna ongemerkt ineens alles overwoekerd hebben, dan een woest om zich heen grijpend verschijnsel. Kankers, desnoods; omdat daar de stille woeker ook al in zit.

Tegelijk is dunspraak of vaagtaal ook een fenomeen dat soms nut kan hebben.

Als ik als journalist een interview uitwerkte met iemand die ik mocht, werd al zijn jargon herschreven tot begrijpelijke spreektaal. Had het vraaggesprek me alleen irritatie opgeleverd, dan liet ik alle gelul zo letterlijk mogelijk staan. Wetende dat de goede lezer zo direct zou zien met een blaaskaak van doen te hebben, met niets meer dan lege praatjes in de aanbieding.

In deze elektronische uitgave staat een interview met de oud-politicus Frits Bolkestein, die zich opeens de luxe veroorlooft met enig afstand naar zijn vorige bezigheden te kijken. Al heeft hij eerder wel het neologisme ‘Binnenhofbargoens’ bedacht, voor de wollige ontaal in die politiek Den Haag voor Nederlands moet doorgaan.

Als je in de Nederlandse politiek stante pede komt met een heldere analyse en een oplossing, zou je gek genoeg die oplossing wel eens sterk kunnen vertragen. Politici denken dan dat er te weinig geworsteld en gediscussieerd is. De oplossing is te eenvoudig, en dus verdacht. [13]

In Nederland is het onnozel om duidelijke standpunten in te nemen, aldus Bolkestein; daarmee illustrerend wat hier op boeklog al te vaak in de orde kwam. In politiek Nederland is een ja nooit een ja; maar op zijn best een opening tot onderhandelen.

Bolkestein moppert verder nog wat over onze decadentie, of die van Europa, en pleit daarbij, zoals te verwachten viel, voor een nieuwe elite. Al zal hij waarschijnlijk eerder een echte elite bedoelen.

De andere gesprekspartner voor de auteurs van deze uitgave was Charles den Tex. Deze is vooral bekend als thrillerschrijver. Maar hij schreef ooit ook een boek over adviestaal, getiteld Van Aai-instrument tot zwaluwstaarten. Dat was mede een afrekening met de tijd dat hij als adviseur aan de kost kwam.

Den Tex weet onder meer duidelijk te maken dat de strijd tegen zulk taalmisbruik een vrijwel hopeloze opgave zal zijn:

In jullie boek ‘Vaagtaal’doen jullie de oproep om mee te vechten tegen vaagtaal. Te laat! Iedereen beschouwt deze taal al als volstrekt normaal. Vaagtaal en adviesbeeldspraak zijn voor de meeste mensen tastbare werkelijkheid. Door deze manier van spreken aan te vallen, val je mensen persoonlijk aan. De meesten zullen dat niet accepteren en hoeven het ook niet te accepteren. Kijk maar hoe managers zichzelf onmisbaar hebben gemaakt en zich afschermen met bonussen, optieregelingen en lucratieve winstuitkeringen. [22]

Enfin. Door publicaties als deze, hoe bescheiden ook, besef ik onder meer dat mijn boeklog ook een wapen is tegen alle wanstaltig taalgebruik, en het daarmee gepaarde slordige denken.

Al richt mijn strijd zich dan eerder nog tegen alle imponeergebazel. Vaagtaal is er in nog veel meer soorten dan Ligtvoet en De Busser in kort bestek hebben kunnen aangeven. En erger nog is de manipulatie die met een mist aan ontaal bedekt wordt, of de drang naar macht.

Arjen Ligtvoet & Cathelijne de Busser, Gevaarlijke vaagtaal
26 pagina’s
www.vaagtaal.nl, 2011

Grensverkenningen ~ Frits Bolkestein

Boeklog dient ook om me meer bewust te worden van de vooroordelen die ik heb. En over politiek bezit ik er vele. Zo is me meermaals gebleken dat met éen politicus apart heel goed een interessant gesprek gevoerd kan worden. Maar zet meerdere politici bij elkaar, en gebeurt iets vreemds. Dan lijken ze meteen elkaars beste eigenschappen op te heffen. Gaat het alleen nog maar over wat er in een partij gebeurt. Heb ik het nog niet eens over zoiets als democratie — of over hoe weinig principieel de principes van politici blijken te zijn, als ze die moeten aanpassen in ruil voor wat macht.

Maar in deze tijd, nu Nederland geregeerd wordt door een angstige verzameling lichtgewichten, is het mogelijk nostalgisch te worden over een recent verleden. Het kan namelijk altijd slechter dan je denkt. Frits Bolkestein vond ik voorheen een zeldzaam parmantig politicus, maar hij had toch een heel andere statuur dan die lui van het moment. Bolkestein gaf de indruk in elk geval nog weleens een boek te hebben gelezen, en ook nog weleens na te denken, zelf.

Toch had ik wat vragen vooraf aan het lezen van dit boek, en vermoedde ik dat mijn waardering nauw zou samenhangen met de antwoorden die ik kreeg.

  1. Want, hoe wordt iemand Europees Commissaris?
  2. En, hoe vrij is hij vervolgens om beleidskeuzes te maken. Loont het om over enige visie te beschikken?
  3. Wat moet een Europees Commissaris allemaal doen op zijn beleidskeuzes algemeen aanvaard te krijgen?
  4. En, maken die dan nog verschil?

Een subvraag was voor mij ook nog hoe Luuk van Middelaar in het Brusselse kabinet van Bolkestein terecht is gekomen. Ik heb namelijk nog met hem gestudeerd.

Frits Bolkestein ontmoette Van Middelaar voor het eerst tijdens een lunch, zoals Bolkestein vrijwel steeds met mensen praatte tijdens zijn lunches. In dit boek komt er geen boterham uit een trommeltje voor. Zijn oordeel na de eerste ontmoeting.

Slimme jongen die zich wat moeizaam uitdrukt [125]

Van Middelaar maakte dan toch genoeg indruk om stagiaire te worden bij Bolkestein. Vrij kort daar weer op lobbyt deze zelfs actief om hem tot nieuwe directeur van het Institút Neerlandais in Parijs te laten benoemen.

Ik vond de vrijheid die Bolkestein nam om ook dit handwerk uit te leggen een grote verdienste van dit dagboek. Hij zal zeker niet alles verteld hebben. Maar te vaak komen terloops de inspanningen langs die nodig zijn om iets aanvaard te krijgen; zoals de tijdelijke coalities die gesloten moesten worden, of de deals om iets in ruil te kunnen krijgen.

Bolkestein begint dit boek er al mee om terloops te melden dat hij nooit Europees Commissaris had kunnen worden als de PvdA vervolgens niet de burgemeester van Utrecht had mogen leveren, en D66 niet de Nationale Ombudsman. Iets later moest ook nog half liberaal Europa zijn voordracht steunen. Bolkestein’s sollicitatie was wat controversieel. Hij had zich weleens negatief uitgelaten over de EU.

Dit boek hielp overigens niet mee om mijn scepsis over het functioneren van de Europese instituties weg te nemen. De uitvoering van sommige richtlijnen laat soms decennia op zich wachten, zo niet langer. Pas toen de ruzie tussen Spanje en Groot-Brittannië over Gibraltar beslecht was, konden tal van handelsbepalingen voor de gehele interne markt worden ingevoerd waarover al dertig jaar daarvoor was beslist.

En dan is er nog het eeuwige probleem dat politici zo vaak vergaande beslissingen nemen over iets waar zij totaal niets weten. Het ene moment klaagt Bolkestein geen verstand van IT te hebben, maar dat gaat dan om over zo iets simpels als het machtsmisbruik van Microsoft als monopolist. Dan weer is hij zonder een spoor van twijfel trots een beslissing over het software-octrooi geforceerd te hebben, terwijl hij dat waarschijnlijk niet was geweest als hij had begrepen waartoe werd besloten.

Het is overigens mede door de laatste twee zaken dat ik belangstelling had voor Bolkestein’s ideeën over zijn commissariaat. Door deze onderwerpen heb ik over hem moeten schrijven in andere media.

Ik denk trouwens daardoor ook dat dit dagboek te weinig context biedt, voor al die lezers zonder inzicht in hoe de besluitvorming werkt in Europa. De teksten zijn gelardeerd met een vreselijk jargon dat ik helaas wel heb leren kennen, maar dat normaal niet in de courant komt. En dan helpt zo’n verklarend woordenlijstje als er nu achterin staat volgens mij te weinig.

Evenmin is dit boek geschreven in de

elegante, maar scherpzinnige en niets verdoezelende stijl

waar de blurb van rept. Een niet altijd voor anderen bedoelde aantekenstijl was een aannemelijker omschrijving geweest.

Bolkestein is wel opmerkelijk eerlijk, soms. Running gag in dit boek is zijn afkeer van de actualiteitenprogramma’s op de Nederlandse TV. Ook personen worden regelmatig in éen zin keihard weggezet.

Uiteindelijk vind ik dat eigenzinnige nog het meest te prijzen aan dit boek.

Tegelijk is de grote paradox voor mij hoe dat eigenzinnige zich dan in éen persoon kán verenigen met die eeuwig dienende rol van de politicus, van een klein radertje te zijn in een oneindig trage bureaucratische papiermolen. Maar ik wil dan ook niet de politiek in.

Dat zou me trouwens dankbaarder moeten maken voor hen die zich wel geroepen weten, dan ik meestal opbrengen kan.

Frits Bolkestein, Grensverkenningen
Dagboek van een Eurocommissaris

323 pagina’s
Uitgeverij Bert Bakker, 2005