dit is het dossier:

H.M. van den Brink

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Dijk ~ H.M. van den Brink

Een man neemt zichzelf de maat in deze korte roman van Hans Maarten van den Brink. Of is het de hele Nederlandse samenleving, sinds begin jaren zestig?

Drie verhalen lopen er elegant vervlochten door elkaar in dit boek. Zo staat de schrijver uitgebreid stil bij het gênante moment dat ontstaan als een bedrijf na decennia trouwe dienst afscheid neemt van een werknemer. Dijk. Karl Dijk. Alleen komt deze niet opdagen bij deze gelegenheid. Zijn vertrek was ook niet helemaal vrijwillig. Waarop de vrouw die op dat moment de onderneming leidt toch de speech gaat voorlezen die voor dat afscheid was geschreven.

Die speech werd opgesteld door de naamloze verteller van deze roman. Een man die toevallig ooit op precies dezelfde dag in 1961 met het werk daar begonnen is als Karl Dijk. Samen deden ze de tweejarige opleiding die er nog bij hoorde. Samen deelden ze in de eerste tijd een kamertje, en gingen ze het land in voor controle.

Want dat bedrijf was niet altijd een bedrijf. Ooit was het IJkwezen gewoon een overheidsdienst. Tot de onvermijdelijke verzelfstandiging volgde, in 1989 volgens Van den Brink, en controlerende ambtenaren met een wettelijke taak, en de bevoegdheid om boetes op te leggen, ineens de op service gerichte medewerkers dienden te worden van een onderneming dat dienstbaar werd aan de eisen van klanten.

De spanning in deze roman zit dan in het gegeven dat de naamloze verteller zich altijd geplooid heeft naar alle veranderingen, anders dan zijn oudste collega Karl Dijk. Deze schreef zijn missives zelfs tot op het allerlaatst, ook in de tijden van e-mail, nog op een ouderwetse typmachine.

Maar wie had daarbij nu gelijk gehad?

Grootste aardigheid had ik aan het tijdsbeeld dat Van den Brink terloops schetste in het boek. Van hoe Nederland begin jaren zestig nog een land was van kruidenaars, en tal van losse handelaartjes meer, die allemaal weegschalen in gebruik hadden of balansen, die allemaal gekeurd moesten zijn en dit lang altijd niet waren. En van hoe zoiets schijnbaar willekeurigs als de opkomst van de supermarkt met alle voorverpakte voedsel, waar de gewichtsaanduiding al op de verpakking staat, dus ook een keuringsdienst trof. Vele keuringsambtenaren zullen daarmee overbodig zijn geworden.

Vervelend aan de roman Dijk was het te opgelegde verband van van alles met het SI-stelsel van Eenheden. De verteller komt nogal eens met historische informatie over maten en gewichten, die dan gauw eens rechtstreeks gekopieerd is uit een heel andere uitgave: Ken Alder’s The Measure of All Things. En niet alleen kende ik dat boek al. De symboliek lag me er door deze keuze veel te dik op. Waaruit mij dan iets te doorzichtig de wens spreekt dat dit boek toch vooral literatureluur moest worden.

Man die zijn hele werkzame leven betrouwbare eenheden had om de wereld mee te keuren, ontbeert ineens dat elementaire houvast als het erom gaat te oordelen of het wel klopte wat hij zoal heeft gedaan.

Zucht.

H.M. van den Brink, Dijk
Een vergelijking

192 pagina’s
Uitgeverij Augustus, 2016

Eeuwig leven ~ Hans Maarten van den Brink & Michaël Zeeman

Drie brieven slechts schreef Michaël Zeeman voor dit boekproject in 2009. Toen ging hij naar het ziekenhuis. Werd duidelijk dat er iets goed mis was. En daarop kwam het einde nog overwacht snel; zelfs al was dat dan zelfgekozen.

Drie brieven schreef Michaél Zeeman die me bijna deden geloven dat met hem een groot auteur is heengegaan. Alleen had ik al een bloemlezing met het beste van de man gelezen; en waren de stukken daarin me te zelden meegevallen.

Wat een uitgave als Eeuwig leven duidelijk maakt, is dat Michaël Zeeman zich tot een publiek moest richten dat hij kende. Een ontvanger die hij niet hoefde te imponeren, of te overtuigen, maar waarbij het wederzijdse vermaak voorop stond.

In krantenstukken kan dat niet, terwijl hij weinig anders schreef dan krantenstukken.

Van den Brink en Zeeman hadden al eens eerder een publieke briefwisseling gevoerd. Dat deden zij in de Volkskrant, mede om Van den Brink een zakcentje te bieden, omdat hij in scheiding lag; zoals uit dit boek blijkt.

Maar, de ruimte in de Volkskrant was te vaak te krap gebleken. Dus werd dit boekproject begonnen. Dat dus al strandde voor het op gang was gekomen. De heren hadden nog net wat kunnen mopperen op het culturele en politieke onbenul in Nederland, en beschaafd wat kunnen roddelen. En toen was het alweer over.

Daarop zette Hans Maarten van den Brink nog een half boek in zijn eentje door — gebruik makend van die eerdere briefwisseling uit de Volkskrant — en vormde hij dit brievenboek om tot een hommage aan zijn overleden vriend.

Dat heeft ook zo z’n nut, maar levert teksten op die uiterst makkelijk te vergeten zijn.

Nee, Eeuwig leven is bijvoorbeeld alleen al de moeite waard om wat Michaël Zeeman bijvoorbeeld over Martin Bril schrijft. Die slechts een jaar jonger was als hij, maar toch een leerling van Zeeman was geweest. Als student filosofie in Groningen kreeg Bril een werkgroep les van student-assistent Michaël Zeeman. Beiden maakten hun studie overigens nooit af.

Het gaat er dan om hoe Zeeman schrijft over de dood van Bril, die het publiek al maanden van tevoren openhartig kon mee beleven in de krant. Terwijl Martin Bril bij een persoonlijke ontmoeting juist altijd ontweek om te vertellen hoe het met zijn gezondheid was.

Vervolgens zweeg Zeeman in dit boek over zijn kwaal, om dan zelf dood te gaan.

Ook prettig is dat hij soms zo scherp de status quo in Nederland veroordeelde.

scheiding

Ik ben het volstrekt met je eens dat het polemiseren daarmee geen enkele zin heeft en bovendien altijd iets dorps met zich meebrengt. Maar betekent dat, dat je kritiek net eens meer mag denken of haar juist niet meer mag verwoorden in een brief aan vrienden, juist waar die kritiek ontstaan is ten gevolge van vergelijking? […] Hoe ingetogen moet men het hoofd buigen voor de kakelende klasse, de tierende gelijkhebbers? [42-43]

scheiding
Hans Maarten van den Brink & Michaël Zeeman
Eeuwig leven
Een briefwisseling over geloven

140 pagina’s
De Bezige Bij, 2010