dit is het dossier:

David Byrne

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Bicycle Diaries ~ David Byrne

De Bicycle Diaries van David Byrne riepen iets op dat me toch zelden overkomt. Al tijdens het lezen had ik het idee: wat is dit een leuke en interessante man.

Vanaf een fiets is genoeg te observeren, blijkbaar.

Byrne fietst al ruim dertig jaar, maar zonder zich daarvoor ooit in Lycra te hullen; iets dat Amerikanen en Britten altijd moeten zeggen om niet meteen voor idioot te worden aangezien.

Nog mooier is dat hij zijn fiets vaak meenam, op reis, tijdens de tournees die hij onder meer ooit maakte met zijn groep Talking Heads. Want, in den vreemde was het fijn om even uit de hotelkamer te ontsnappen door iets vertrouwds te kunnen doen. En fietsen was dan zoiets bekends. Met een eigen kalmerend ritme, bovendien.

Toch gaat Bicycle Diaries zelden heel direct over fietsen — op het laatste hoofdstuk na, dat zich afspeelt in Byrne’s woonplaats New York. Omdat hij dan ineens kan schrijven over wat er fietsers verbeterde de afgelopen dertig jaar in de stad. Dan ook is hij ineens activistisch, door het over energiegebruik te hebben.

En goed, het boek bevat een Appendix, met tips over hoe je voorkomt dat de fiets gestolen wordt, en wat een redelijke fietshelm is.

In Bicycle Diaries is de fiets allereerst een metafoor voor vrijheid, en zelfstandig denken. Mede omdat Byrne op plaatsen komt die ideaal zouden zijn om te fietsen, maar waar dan toch niemand dat doet. In Buenos Aires was hij de enige. En dat is alleen te verklaren uit culturele oorzaken. En zulke omstandigheden zijn te veranderen.

Het boek beschrijft Byrne’s verblijf in vele wereldsteden, en de gedachten die hij daarbij had. In die zin zijn het naderhand gestileerde dagboeken. Talloze bezoeken aan Berlijn, voor en na Die Wende, leveren ook maar éen hoofdstuk op.

En die dagboekpassages verrassen telkens, omdat ze niet te voorspellen zijn. Byrne is namelijk niet alleen in muziek geïnteresseerd, maar ook in literatuur, en beeldende kunst, en nog heel wat andere zaken. Er staan zelden obligate passages in het boek. En zelfs de name-dropping is bescheiden, en veeleer intrigerend dan irritant. Verder is een goed evenwicht gevonden tussen tekst en illustraties.

Maar het was vooral interessant om de observaties en gedachten van Byrne direct mee te krijgen.

* David Byrne houdt een weblog bij over zijn fietsen en reizen.

David Byrne, Bicycle Diaries
303 pagina’s
faber and faber 2010, oorspronkelijk 2009

How Music Works ~ David Byrne

Hoe David Byrne het doet, weet ik niet. Maar opnieuw was mijn voornaamste gevoel na het lezen van een boek van hem om de auteur een heel sympathieke man te vinden.

How Music Works probeert nochtans het onmogelijke. Te schrijven over muziek. Wat volgens Elvis Costello zoiets is als dansen over architectuur.

Basis van het boek was een reeks van losse artikelen die Byrne in de loop der tijd her en der publiceerde. Die stukken zijn stevig bewerkt.

Basis van dit boek is vanzelfsprekend ook Byrne’s eigen carrière in de muziek. Hij begon met een live band in de New Yorkse punkclub CBGB. Brak internationaal door met de groep Talking Heads. En hij ging sindsdien samenwerkingen aan met muzikanten en groepen uit alle mogelijke landen en muziekstijlen.

Geef David een zak Doritos, en hij doet met je mee, werd daar dan over geschreven.

Tegelijk zit in wat Byrne schrijft over die samenwerkingsprojecten wel de belangrijkste boodschap van dit boek. Omdat hij daarin uitlegt hoe een muzikant kan overleven op dit moment. Nu alle oude zakenmodellen overhoop zijn gehaald.

Muziek is immers ook gratis te krijgen. Digitaal? Online? Zonder dat de maker er iets aan verdient?

En dan valt op dat David Byrne geen enkele manier van werken nog zalig wil verklaren. Bij elk nieuw project moet worden gekeken waar de inkomsten vandaan zullen komen. De ene keer worden opnames gefinancierd met optredens. De volgende keer via crowd funding online. Een derde keer neemt toch weer een platenmaatschappij alle risico op zich.

Alleen al omdat de muziekwereld het eerst geraakt werd door alle digitale veranderingen — liedjes op MP3-formaat zijn al sinds 1997 online te vinden — lopen muzikanten overigens voorop in deze ontwikkelingen.

De traditionele boekenwereld lijkt alle fouten te willen herhalen die de muziekbranche en video-industrie allang gemaakt heeft.

Schrijvers schijnen zich nog niet zo bewust te zijn dat ze ook hun eigen uitgevers kunnen worden.

Een principieel verschil is alleen wel dat de meeste muzikanten gewend zijn om op te treden, en daar een inkomen uit te halen — anders dan schrijvers. How Music Works is ook een pleidooi voor live muziek; alleen al omdat David Byrne het vak in de praktijk heeft geleerd.

Mooi is daarom alleen al een opmerking uit het begin van het boek, die alleen door een muzikant gemaakt kan worden met speelervaring. Muziek werd altijd gecomponeerd voor de ruimte waar die zou worden uitgevoerd, staat er dan. En door dit basale idee werd mij een groot deel van de muziekgeschiedenis begrijpelijker.

Heeft vervolgens de manier waarop muziek wordt opgenomen effect — vroegere beperkingen in de opnamekwaliteit hebben omgekeerd zelfs weer beïnvloedt hoe muziek live werd gespeeld.

Tegenwoordig laten muzikanten horen te hebben geleerd van drumcomputers — zoals topschakers door technologie ook nieuwe manieren van spelen ontdekken waar zij uit zichzelf nooit zouden zijn opgekomen.

De crooner Bing Crosby blijkt dan weer verantwoordelijk te zijn voor het gebruik van tape als opname-apparatuur. Crosby had ook een populair radioprogramma overdag, maar haatte het dat die uitzendingen altijd live de lucht in moesten. Hij speelde liever golf op dat tijdstip; om op een moment dat hem beter uitkwam verschillende uitzendingen achter elkaar op te nemen.

Crosby’s obstructie maakte dat de radiozender waar hij voor werkte Ampex-machines ging gebruiken — waardoor Ampex eindelijk de fabricage van de apparaten kon financieren..

En het is altijd prettig om een boek te lezen dat mijn grote vooroordeel bevestigt dat technische ontwikkelingen de meeste invloed hebben op de loop van de geschiedenis — omdat zo veel historici daar nog altijd blind voor zijn.

Een volgende stap in de techniekgeschiedenis is dat inhoud weer los komt te staan van de drager. Nu muziek altijd en overal beschikbaar is online, worden CD’s, laat staan cassettes, of LP’s, al gauw stofnesten die onbehoorlijk veel plaats innemen voor wat ze bieden.

Datzelfde kan vanzelfsprekend ook voor teksten gelden. Want, waarom nog een boek publiceren, als dat alleen maar geld kost? En woorden ook zo simpel voor iedereen toegankelijk zijn te maken online?

David Byrne, How Music Works
374 pagina’s
Canongate 2013, oorspronkelijk 2012