Book of Other People ~ Zadie Smith ed.

Er is een categorie boeken die ophoudt te bestaan zodra boeklog zijn reguliere dienstregeling staakt. De uitgaven die ik enkel uitlas in de hoop dat ik er nog wat bijzonders over op te merken hebben zou.

Het kwam nu eenmaal voor dat de doorgaans zeer spontaan genoteerde inhoud van een boeklogje me later positief verbaasde. Niet zelden gebeurde dit met tekstjes over boeken die me juist bijna niets hadden gedaan.

En de verhalenbundel The Book of Other People was zo’n type uitgave waarvan ik ontdekt heb dat ze weinig nut meer hebben voor mij. Dit boek is uitgegeven om een goed doel te steunen — 826 New York — een stichting die jonge Amerikanen stimuleert bij hun schrijven. Daartoe werden 23 auteurs bereid gevonden om een bijdrage te leveren.

Twee daarvan brachten stripverhalen in; wat nog wel opvallend was.

De deelnemende schrijvers hadden verder geen andere instructie gekregen dan te schrijven over een fictioneel iemand. Oorspronkelijk hadden de opgenomen verhalen ook enkel de naam zullen krijgen van dat bedachte personage. Maar uiteindelijk heet er nu ook weleens iemand ‘de leugenaar’ of ‘het monster’.

23 verhalen van 23 verschillende auteurs bieden alleen een erg vreemde mix aan stijlen en inhoud. Dus zegt het vrijwel niets als een verhaal er eens positief uitspringt. Daarmee zal ik namelijk zelden een auteur ontdekt hebben; zo deze schrijver mij nog onbekend was. De anderen ervoor en erna kunnen simpelweg ondermaats hebben gepresteerd.

Ik vond de simpele grap van Nick Hornby nog het aardigst, om de levensgeschiedenis van een niet zo succesvolle auteur te schetsen in een reeks kleine biografietjes; zoals die achter op een boek hadden kunnen staan.

Alleen is de boodschap nogal cynisch die Hornby daarmee gaf aan al de jonge Amerikaanse would-be-schrijvers, die steun kregen door de verkoop van zijn verhaal.

Maar wellicht ben ik nu te argwanend.

En ik had dus al enige tijd terug ontdekt weinig te kunnen met zulke samengestelde bundels. Verzamelingen van éen auteur hebben nu eenmaal het voordeel dat het ene verhaal ontvankelijk maakt voor het andere. Want zelfs al is dan dat verhaal helemaal anders, de persoonlijkheid van de auteur zal constant zijn gebleven.

Bij dit boek had ik dus eigenlijk alle 23 verhalen afzonderlijk moeten lezen, om ze te kunnen beoordelen op hun merites. Afzonderlijk, met enkele dagen pauze daar tussen. Alleen bood The Book of Other People geen enkel verhaal dat zo sterk waren dat het een hele dag kon vullen. De opgenomen bijdragen zijn ook aan de korte kant. En van schrijvers die me bekend waren, las ik hoogstens vingeroefeningen; niets dat me eerder overtuigd had van de kracht van hun werk.

The Book of Other People
Edited by Zadie Smith
289 pagina’s
Hamish Hamilton, 2007

Complete Polysyllabic Spree ~ Nick Hornby

Er wordt weleens onderzoek gedaan naar wat mensen nu eigenlijk onthouden van het TV-journaal dat net is uitgezonden, of de inhoud van het weerbericht. De antwoorden op die simpele vraag vallen altijd tegen. Naar het nieuws kijken, of het weerbericht, is meer een ritueel dan iets anders.

Niet dat ik beter in elkaar zit. Drie kranten lees ik per dag, maar vraag me niet wat afgelopen vrijdag het belangrijkste nieuws was. Laat staan dat ik onthouden heb wat er dinsdag gebeurde.

Maar geef me de krant erbij, en ik zal nog vrij precies weten wat ik toen las, of wat mij juist helemaal niet is opgevallen.

Bestaansgrond voor dit boeklog is dat ik hier vrij kort na het lezen van een boek daar iets over opschrijf. Terwijl sommige boeken toch hun waarde soms pas na weken openbaren. Goed schrijven, is onthouden worden, volgens W.F. Hermans. Wat blijvend indruk maakt, kondigt zich niet altijd al zo bij de eerste kennismaking aan.

Auteur Nick Hornby schrijft maandelijks voor het tijdschrift Believer over wat hem bijbleef van de boeken die hij las in de weken daarvoor. Opdracht is wel dat hij positief blijven moet, daarbij. In The Complete Polysyllabic Spree zijn de columns gebundeld die gepubliceerd zijn van september 2003 tot juni 2006.

Nu schrijf ik hier eveneens over boeken, dus bijna automatisch zocht ik bij Hornby naar bevestiging. Wat las hij dat ik ken? Hoe doet hij de boeken af die hem verveelden? Waar is hij enthousiast over, en hoe uit hij dat dan?

Mij is vooral bijgebleven op dat Hornby nogal eens schmiert in zijn stukken; breed op het lezerspubliek schrijft zonder daarbij iets mee te delen. Lezen moet volgens hem ook vooral leuk zijn. Hij lijkt me weleens wat op routine te schrijven, om de lengte te halen die het artikel hebben moet.

Ook ben ik het erg vaak met zijn oordelen eens, als dat boeken betreft die ik ken. Dit is enerzijds mooi, want zo wordt Hornby een betrouwbare gids om me op titels te wijzen die me misschien wel liggen. En tegelijkertijd was het wel zo aardig geweest als we een keer of wat van mening hadden verschild. Nooit lees ik intelligenter dan als het erom gaat te bedenken wat de ander verkeerd ziet.

Door al dit was het een prettig boek om te lezen, maar zal ik me waarschijnlijk er al snel niets anders over herinneren dan dat het prettig om te lezen is, en aardige observaties heeft.

Blij daarom dat ik dit besprekinkje niet eind februari heb hoeven schrijven, voor een maandelijks overzicht.

Nick Hornby, The Complete Polysyllabic Spree
278 pagina’s
Viking © 2006

How To Be Good ~ Nick Hornby

Uitgekeken raken op een schrijver is doorgaans niet eens een bewuste daad. Je hoeft er enkel maar voor te stoppen met lezen, en het boek weg te leggen, om het nooit meer open te slaan. Dat gaat helemaal vanzelf. Zonder enige moeite.

Ik was lang zonder meer een fan van de eerste boeken van de Britse auteur Nick Hornby. Goed, About a Boy uit 1998 was weliswaar minder dan Fever Pitch of High Fidelity eerder. Alleen had ook die roman nog altijd wel wat. Een kern. Authenticiteit.

Door de roman How to Be Good was die eerbied evenwel ineens over. Want ondanks herhaalde pogingen lukte het me eerder nooit om door de eerste hoofdstukken te komen.

Kocht ik wel nog automatisch de romans die daarna van Hornby verschenen. Zodat er een heel rijtje van diens boeken me ongelezen met de rug staat aan te staren uit de kast.

Bij de zoveelste poging om How to Be Good te lezen, werd duidelijk dat me twee aspecten tegenstaan van deze roman. Allereerst is het boek een farce — Hornby brengt een stel mensen in een moeilijk pakket, vergroot daarbij wat voor iedereen herkenbare zaken nogal overdreven uit, en al doende zou dan humor ontstaan.

Maar een wezenlijker probleem bleek nog te zijn dat ik de vertelstem van het boek domweg niet geloof.

Heel het verhaal komt tot de lezer via Katie Carr; een general practioner van de NHS in de Londense deelgemeente Holloway. En pas op het laatst wist Nick Hornby haar realistisch te maken. Of wellicht had toen enkel de leesvermoeidheid toegeslagen, en was ik murw.

De roman begint als Carr haar man David op een parkeerplaats door de telefoon meedeelt dat ze scheiden wil. Katie Carr is dan net vreemd gegaan.

David accepteert de scheiding niet, maar het idee alleen al dat er een echtbreuk mogelijk wordt, helpt hem om tot opvallende gedragswijzigingen te komen. En de acceptatie van How To Be Good valt of staat er waarschijnlijk uiteindelijk mee of de lezer gelooft dat iemand zo plots zo’n radicale verandering kan doormaken.

Want David’s nieuwe keuzes plaatsen ook Katie steeds voor nieuwe dilemma’s. En hun beider kinderen daarbij.

Tot dan was David een gefrustreerd auteur, schrijver onder van een column in een lokale krant waarin hij zich over van alles opwindt. Vervolgens komt er een gebedsgenezer in zijn leven, DJ Goodnews, genaamd, en raakt hij zijn kwaadheid kwijt.

Van dat moment wil hij alleen nog goed doen — hoogtepunt in het boek, wat dit betreft, is als hij nogal wat buren overtuigd hun ongebruikte slaapkamer beschikbaar te stellen aan een dakloze.

Al deze activiteit verwart Katie dan weer. Want was zij niet de arts in huis, en dus de goeddoener, want de redder van levens? Leed zij niet voor de samenleving door zieke mensen in de kont te kijken?

En dan zit mijn blijvende onvrede over dit boek waarschijnlijk vooral in de overdrijving van de oplossingen die Hornby vond. Ik bedoel, wie de hypocrisie van de goeddoeners wil aantonen, hoeft namelijk niet zo te overdrijven.

In Nederland bestaat een politieke partij, genaamd GroenLinks, die vooral hoogopgeleide kiezers trekt, toevallig ook de groep mensen die het meest milieuonvriendelijk reist per vliegtuig. Door Groen te stemmen, kopen zij simpel een aflaat voor hun kwalijk gedrag. En zo zijn er tientallen voorbeelden meer te geven.

Hornby vertrouwde er niet op dat zijn lezers intelligent genoeg zouden zijn om de satire in zijn boek op te pikken. Dat is eigenlijk behoorlijk beledigend.

Nick Hornby, How To Be Good
256 pagina’s
Viking Press, 2001