Vertalen wat er staat ~ Arthur Langeveld

Grootste probleem voor vertalers is het niet om de inhoud van een brontekst op een goede manier over te zetten. Moeilijkst blijft het om de bron zo veel eer aan te doen dat de vertaling hetzelfde effect krijgt op de lezer als de schrijver er in de eigen taal mee heeft nagestreefd.

Nu was me dat op zich wel bekend. Wie kent er het cliché niet: poëzie is dat wat verdwijnt in de vertaling. De unieke kwaliteiten van een schrijver verdwijnen het eerst als hij of zij geschikt moet worden gemaakt voor een heel ander leespubliek.

En toch was het goed om dit probleem uitgebreid behandeld te zien worden in hoofdstuk 4 van Vertalen wat er staat van Arthur Langeveld.

Volgens Wikipedia is Langeveld in 1986 bij Karel van het Reve gepromoveerd op een dissertatie met een gelijknamige titel. Dat kan ook best dit boek zijn; uitgeverij Atlas blinkt namelijk niet uit in het geven van zulke vanzelfsprekende en nuttige informatie in zijn publicaties.

En hoogstens merkte ik tijdens het lezen éen overeenkomst met Van het Reve op. Die klaagde ooit stevig over vertalingen naar het Engels — hij noemde die te vaak ‘doing a job for Reader’s Digest’. Zijn leerling Langeveld volgt hem in deze kritiek in het boek.

Punt voor mij, als simpele lezer, is alleen dat ik het weleens een pluspunt vind dat het in die Engelse vertalingen allereerst om de inhoud gaat, en de schrijfstijl wat makkelijk wordt genegeerd. Spaanse en Portugese schrijvers genoeg die ik liever lees in een Engelse versie, dan in een Nederlandse editie, waarvoor de vertaler rechtstreeks vanuit de brontaal heeft gewerkt. Die talen zijn me gewoon niet eigen genoeg om helemaal ingespeeld te zijn op de ritmen en accenten.

Zo’n Mario Vargas Llosa is voor mij in een Nederlandse versie zelf bijna onleesbaar, die moet ik in wel in het Engels lezen.

Problemen treden er soms wel weer op als ik een vertaling lees van een vertaling naar het Engels — zoals onlangs met de verhalen van Etgar Keret. Omdat alle versimpeling dan ineens nogal storend kan opvallen.

Vertalen wat er staat is een verkennend leerboek. Het biedt de lezer een eerste indruk van welke problemen een vertaler zoal heeft op te lossen. De voorbeelden stammen daarbij vooral uit het Engels, en in mindere mate het Duits en Frans. Langeveld studeerde vanzelfsprekend ooit Russisch, dus komen ook de eigenschappen van die taal ruim aan bod.

Arthur Langeveld, Vertalen wat er staat
206 pagina’s
Atlas 2008, 1986