Laten we eerlijk zijn ~ Frénk van der Linden

Vooropgesteld zij: ik heb een onberedeneerbaar diepe afschuw voor Frénk van der Linden. Als ik zijn stem hoor temen op de radio, gaat die naar een andere zender. Verschijnt de man op televisie, dan pak ik de afstandsbediening. Het enige voordeel van zo’n bundel als deze is dat hij er niet in zijn eentje in voorkomt; zelfs al staat alle tekst in zijn woorden.

Van der Linden heeft het nu eenmaal erg goed met zichzelf getroffen. Dat is heel fijn voor hem, maar oninteressant voor vrijwel ieder ander.

Van der Linden noemt zichzelf zonder ironie een meesterinterviewer. Maar zoals Ischa Meijer zei: waar ben je dan het beste in? Elke interviewer is een parasiet, die zich laaft aan het bloed van zijn gastheer. Soms blijft deze zelfs tamelijk gewond achter nadat de parasiet zich volgevreten verwijdert, als dank voor het aangenaam verpozen. Daarop heet zo’n interview dan spraakmakend in het jargon.

Van der Linden is er erg trots op al heel lang spraakmakende interviews te maken. Zo trots dat hij die regelmatig bundelt tot een boek. Aan deze uitgave, met het beste uit 25 jaar werk, valt op dat waar hij voorheen nog weleens internationale grootheden te spreken kreeg, dat tegenwoordig vooral de eendagsvliegen onder de Nederlandse politici zijn. Al worden bijna alle politieke partijen in Den Haag tegenwoordig bemand door passanten.

Van der Linden werkte bij publicatie van dit boek aan een roman — misschien vanuit het besef dat al die interviews toch gauw hun actualiteitswaarde verliezen. Wat nu spraakmakend heet, is morgen al weer oud nieuws, en overmorgen vergeten. Behalve bij de slachtoffers. Maar romans schrijven, is dan weer een vak. En het leek na publicatie van zijn debuut of hij het wat moeilijk kon accepteren in dat métier helemaal van nul te moeten beginnen.

Van der Linden’s boeken werden dit jaar aangeboden op de plaatselijke braderie, voor prijzen variërend van éen euro tot twee euro het stuk. Dus kocht ik deze bundel, omdat er een DVD bijzat, met onder meer het laatste publieke interview met Martin van Amerongen, en ook uit het vage gevoel misschien iets te missen als de inhoud me onbekend zou blijven. Wellicht had een beroemdheid ergens in een vlaag van helderheid nog iets verstandigs gezegd dat uitsteeg boven het strikt autobiografische.

Misschien was dat zo, maar Van der Linden heeft dat in elk geval dan niet opgetekend.

Frénk van der Linden, Laten we eerlijk zijn
25 jaar spraakmakende interviews
met een inleiding door Arnon Grunberg
588 pagina’s
L.J. Veen, 2005
 
opmerking: met DVD