Prettig gesprek ~ Theo van Gogh

► door: A.IJ. van den Berg

Hoe zal Theo van Gogh herinnerd worden? Afgezien van de brute manier waarop hij vermoord is… Zal ook maar iets van zijn eigen werk houdbaar blijken te zijn?

Theo van Gogh was een begenadigd interviewer. Maar dat was hij dan wel op televisie. Waar het positief opviel dat hij luisterde, en oprechte belangstelling voor zijn gasten had. Die twee eigenschappen alleen al onderscheidden zijn optredens enorm van het doorsnee stukgeproduceerde toneelstukje, dat zo vaak voor interview moet doorgaan op TV.

En, de gesprekken die hij voerde, mochten even duren. Wat indertijd ook bijzonder was.

In dit boek zijn een aantal opvallende interviews verzameld die Van Gogh voor de Amsterdamse kabeltelevisie afnam tussen 1989 en 1992. Wel zijn deze gesprekken voor publicatie bewerkt; gestileerd en ingekort.

Al die gesprekken waren met bekende Nederlanders, waaronder aardig wat schrijvers. Auteurs zelfs ruim op boeklog vertegenwoordigd, als Boudewijn Büch, Maarten ’t Hart, Theodor Holman, Kees van Kooten, Hein de Kort, Jan Mulder, en Joost Zwagerman.

Daarvan viel bijvoorbeeld bij Van Kooten op, dat Van Gogh prettig sceptisch is over diens bescheidenheid. Ook vond ik opmerkelijk dat Van Kooten toen al een voorzetje gaf naar wat tijden later op DVD zou verschijnen; een verzameling met onvergetelijk komische scènes van hem en Wim de Bie.

De sterkste gesprekken vond ik evenwel de interviews met mensen waar iets triests aan is. Of was. Zoals Dolf Brouwers.

Tegelijk is dat interviewen wel een bedenkelijke vaardigheid, zoals Ischa Meijer aangeeft in het interview dat Van Gogh met hem had:

TvG:Wanneer werd je goed?
IMMet interviewen? Het valt me achteraf altijd ontzettend tegen.
TvGLees je ze weleens terug?
IMStiekem weleens een keer. Zo’n bundeltje.
TvGEn dat valt dan niet mee?
IMNee dat valt niet mee. En waar ben je dan het beste in, hè? Het is ook heel treurig om daar het beste in te zijn. Lijkt me. In het weergeven van andermans woorden.

Ik miste het bewegende beeld niet, bij het lezen van deze bundel. En het boek had van mij rustig dubbel zo dik mogen zijn. Tegelijk geloof ik niet dat me iets van de inhoud zal bijblijven.

Maar dat geldt nu eenmaal voor de meeste gesprekken, hoe prettig ook.

Theo van Gogh, Een prettig gesprek
183 pagina’s
L.J. Veen, 1992

[x]