Grensverkenningen ~ Frits Bolkestein
Boeklog dient ook om me meer bewust te worden van de vooroordelen die ik heb. En over politiek bezit ik er vele. Zo is me meermaals gebleken dat met éen politicus apart heel goed een interessant gesprek gevoerd kan worden. Maar zet meerdere politici bij elkaar, en gebeurt iets vreemds. Dan lijken ze meteen elkaars beste eigenschappen op te heffen. Gaat het alleen nog maar over wat er in een partij gebeurt. Heb ik het nog niet eens over zoiets als democratie — of over hoe weinig principieel de principes van politici blijken te zijn, als ze die moeten aanpassen in ruil voor wat macht.

Maar in deze tijd, nu Nederland geregeerd wordt door een angstige verzameling lichtgewichten, is het mogelijk nostalgisch te worden over een recent verleden. Het kan namelijk altijd slechter dan je denkt. Frits Bolkestein vond ik voorheen een zeldzaam parmantig politicus, maar hij had toch een heel andere statuur dan die lui van het moment. Bolkestein gaf de indruk in elk geval nog weleens een boek te hebben gelezen, en ook nog weleens na te denken, zelf.
Toch had ik wat vragen vooraf aan het lezen van dit boek, en vermoedde ik dat mijn waardering nauw zou samenhangen met de antwoorden die ik kreeg.
- Want, hoe wordt iemand Europees Commissaris?
- En, hoe vrij is hij vervolgens om beleidskeuzes te maken. Loont het om over enige visie te beschikken?
- Wat moet een Europees Commissaris allemaal doen op zijn beleidskeuzes algemeen aanvaard te krijgen?
- En, maken die dan nog verschil?
Een subvraag was voor mij ook nog hoe Luuk van Middelaar in het Brusselse kabinet van Bolkestein terecht is gekomen. Ik heb namelijk nog met hem gestudeerd.
Frits Bolkestein ontmoette Van Middelaar voor het eerst tijdens een lunch, zoals Bolkestein vrijwel steeds met mensen praatte tijdens zijn lunches. In dit boek komt er geen boterham uit een trommeltje voor. Zijn oordeel na de eerste ontmoeting.
Slimme jongen die zich wat moeizaam uitdrukt [125]
Van Middelaar maakte dan toch genoeg indruk om stagiaire te worden bij Bolkestein. Vrij kort daar weer op lobbyt deze zelfs actief om hem tot nieuwe directeur van het Institút Neerlandais in Parijs te laten benoemen.
Ik vond de vrijheid die Bolkestein nam om ook dit handwerk uit te leggen een grote verdienste van dit dagboek. Hij zal zeker niet alles verteld hebben. Maar te vaak komen terloops de inspanningen langs die nodig zijn om iets aanvaard te krijgen; zoals de tijdelijke coalities die gesloten moesten worden, of de deals om iets in ruil te kunnen krijgen.
Bolkestein begint dit boek er al mee om terloops te melden dat hij nooit Europees Commissaris had kunnen worden als de PvdA vervolgens niet de burgemeester van Utrecht had mogen leveren, en D66 niet de Nationale Ombudsman. Iets later moest ook nog half liberaal Europa zijn voordracht steunen. Bolkestein’s sollicitatie was wat controversieel. Hij had zich weleens negatief uitgelaten over de EU.
Dit boek hielp overigens niet mee om mijn scepsis over het functioneren van de Europese instituties weg te nemen. De uitvoering van sommige richtlijnen laat soms decennia op zich wachten, zo niet langer. Pas toen de ruzie tussen Spanje en Groot-Brittannië over Gibraltar beslecht was, konden tal van handelsbepalingen voor de gehele interne markt worden ingevoerd waarover al dertig jaar daarvoor was beslist.
En dan is er nog het eeuwige probleem dat politici zo vaak vergaande beslissingen nemen over iets waar zij totaal niets weten. Het ene moment klaagt Bolkestein geen verstand van IT te hebben, maar dat gaat dan om over zo iets simpels als het machtsmisbruik van Microsoft als monopolist. Dan weer is hij zonder een spoor van twijfel trots een beslissing over het software-octrooi geforceerd te hebben, terwijl hij dat waarschijnlijk niet was geweest als hij had begrepen waartoe werd besloten.
Het is overigens mede door de laatste twee zaken dat ik belangstelling had voor Bolkestein’s ideeën over zijn commissariaat. Door deze onderwerpen heb ik over hem moeten schrijven in andere media.
Ik denk trouwens daardoor ook dat dit dagboek te weinig context biedt, voor al die lezers zonder inzicht in hoe de besluitvorming werkt in Europa. De teksten zijn gelardeerd met een vreselijk jargon dat ik helaas wel heb leren kennen, maar dat normaal niet in de courant komt. En dan helpt zo’n verklarend woordenlijstje als er nu achterin staat volgens mij te weinig.
Evenmin is dit boek geschreven in de
elegante, maar scherpzinnige en niets verdoezelende stijl
waar de blurb van rept. Een niet altijd voor anderen bedoelde aantekenstijl was een aannemelijker omschrijving geweest.
Bolkestein is wel opmerkelijk eerlijk, soms. Running gag in dit boek is zijn afkeer van de actualiteitenprogramma’s op de Nederlandse TV. Ook personen worden regelmatig in éen zin keihard weggezet.
Uiteindelijk vind ik dat eigenzinnige nog het meest te prijzen aan dit boek.
Tegelijk is de grote paradox voor mij hoe dat eigenzinnige zich dan in éen persoon kán verenigen met die eeuwig dienende rol van de politicus, van een klein radertje te zijn in een oneindig trage bureaucratische papiermolen. Maar ik wil dan ook niet de politiek in.
Dat zou me trouwens dankbaarder moeten maken voor hen die zich wel geroepen weten, dan ik meestal opbrengen kan.