This Space of Writing ~ Stephen Mitchelmore

De interessantste weblogs bieden de stem van éen enkel individu. Want op het moment dat meerdere mensen zo’n website gaan vullen, worden alle mechanismen daar achter anders. Tot en met de vraag toe waarover voortaan gepubliceerd gaat worden, en hoe dit dan gebeurt.

Boeiend wordt het al helemaal als een weblog jaren bestaan blijft — want dat is uitzonderlijk — en er een soort band kan groeien met de maker. Hij of zij zal daarbij bovendien een groei doormaken. Maar de bezoeker aan de site hoeft zich juist niet op dezelfde manier te ontwikkelen.

Oftewel, ik lees Stephen Mitchelmore’s beschouwingen over boeken online al heel lang — van ver voor boeklog bestond zelfs al. Hij was éen van eerste boekloggers in het Engelse taalgebied. Zijn weblog over boeken bestaat, in verschillende gedaanten, sinds 2000. Mitchelmore weert zich al op internet sinds 1996.

Tegelijk kan ik tegenwoordig ook best eens een maand of wat zonder hem. Want waar Mitchelmore’s belangstelling naar uit gaat, is me dus al even bekend. Hij schrijft vrijwel alleen over fictie. En hij schrijft toch ook op een manier die het Engels ineens weer tot een vreemde taal kan maken — geconcentreerd proza, dat er niet per se op uit is om alle lezers te pleasen. Hoog informatief, dat zeker; alleen soms wat te.

Zijn wat sardonische humor is allereerst voor de goede verstaander bedoeld.

Eind 2015 verscheen een bundel met een kleine selectie van de stukken die Mitchelmore online publiceerde over boeken. This Space of Writing. En sterker nog dan op zijn weblog laat deze uitgave zien dat hij een programma heeft. De boeken die hij ruime aandacht geeft, worden namelijk gauw eens door de Britse massamedia genegeerd in hun boekenrubrieken.

Zo leest Stephen Mitchelmore ook vertaalde literatuur.

En hij leest daarbij zelfs moeilijke of omstreden auteurs.

Alleen doet zich voor mij bij zijn stukken over bijvoorbeeld Peter Handke, of Thomas Bernhard, altijd een wat vreemd fenomeen voor. Noem dat een cultuurschokje. Ik ben dan namelijk zijn publiek domweg niet. Mij is allang het belang duidelijk van zulke schrijvers.

Ik ken namelijk doorgaans de boeken al heel lang waarvan Mitchelmore blij signaleert dat er een vertaling is in het Engels, of dat er na decennia eindelijk weer een nieuwe druk verschijnt van een oude vertaling. Alleen betreft dit dan de originelen. Want mij is het wel mogelijk om naar het Duits uit te wijken als er eens geen vertaling bestaat.

Duitse paperbacks zijn bovendien aanzienlijk goedkoper dan Nederlandse uitgaven in vertaling.

Verder wordt er in Nederland aanzienlijk meer uit het buitenlands vertaald dan in het Verenigd Koninkrijk. En wij lijden hier al evenmin onder de overmacht in de media van een ander land dat toevallig dezelfde taal in gebruik heeft. Als er hier meer dan tien Vlaamse literaire schrijvers nog breed gelezen worden, zou mij dat verbazen.

Stephen Mitchelmore daarentegen kampt met een boekenwereld die vergeven is van glad gestreken en behapbaar proza dat voor een deel rechtstreeks voortkomt uit de programma’s ‘creative writing’ op de Amerikaanse universiteiten. Hij zoekt, en vraagt, daarom blijvende aandacht voor boeken die wel wat durven te eisen van een lezer. Innovatieve romans. De uitgaven waarin nog wat op het spel kan staan.

Want zulke boeken blijven zo makkelijk onzichtbaar in zijn deel van de wereld.

De bundel This Space of Writing was mede daarom lang altijd niet voor mij bedoeld. Meest intrigeerde mij nog wat het dan oplevert, zo’n boekselectie uit vele jaren webloggen — omdat iemand ooit zo’n plan over boeklog had. Om daarbij te merken dat in deze bundel wel heel weinig stond dat ik nog niet eerder had gelezen.

Zijn bundels met boekbesprekingen bovendien onmogelijke boeken om inhoudelijk te beoordelen, omdat het toeval zo zeer bepaalt wat de bespreker zoal las. Puur inhoudelijk is daar geen meta-recensie noch een boeklogje over te schrijven.

Stephen Mitchelmore, This Space of Writing
269 pagina’s
Zero Books, 2015