Like Life ~ Lorrie Moore

Elke dag zou ik een kort verhaal lezen in 2013. En dat lukte me niet. Ondanks het besef dat ik meer aan fictie moet blijven proeven dan me blijkbaar uit mijzelf nog interesseert.

Het voornemen mislukte vooral omdat ik er niet in slaagde een voldoende afwisselend menu aan verhalen samen te stellen; of van schrijvers. Want je wilt nu eenmaal niet alle dagen hetzelfde eten. Er moet uit een rijke afwisseling te kiezen zijn.

Maar ik vond die zo gewenste afwisseling nergens. Nogal veel van wat ik las viel bovendien tegen. Zelfs ooit favoriete verhalen bleken volgens een formule geschreven te zijn bij nadere beschouwing. Of geliefde auteurs hadden zich er soms wel heel makkelijk vanaf gemaakt.

En al kreeg Alice Munro de Nobelprijs voor haar verhalen — als eerste auteur — die laatste collectie van haar leverde toch ook geen enkele keer de betovering op die ik bij eerdere boeken van haar wel beleefde.

Toen kwam Lorrie Moore nog op mijn pad. Moore was me aanbevolen door iemand van wie ik de aanbevelingen vertrouwde. Ze was grappig, zo werd me verteld. En ook zij werd overal vergeleken met Tsjechov, net als voor Alice Munro geldt.

Zulke vergelijkingen deugen toch ook wel heel zelden.

En die pogingen van de Amerikaanse auteur om grappig te willen zijn, zag ik. Alleen kleefde aan de acht verhalen in Like Life allereerst toch het bezwaar dat zo veel fictie heeft. De mensen in de verhalen zijn me gauw eens te treurig passief.

Wel willen en niet kunnen, het zal de ‘condition humaine’ zijn. Maar moet ik daar dan ook nog over gaan lezen?

Lorrie Moore heeft absoluut een thema te pakken doordat ze meestal over goed opgeleide personages schrijft, die iets in hun leven zijn gaan doen dat niets van hun intelligentie vraagt. Vervolgens levert dat leegtes op in zulke levens. De samenleving zit nu blijkbaar zo in elkaar dat dit velen overkomt; en in de VS was dat al even eerder duidelijk dan in West-Europa.

Moore’s stijl is het om dan aan de buitenkant te blijven van haar personages — ze dingen te laten doen, en die dan te beschrijven.

Ook staat ze in die Amerikaanse school van verhalenvertellers die slechts even inzoomt op een leven, om dat daarna weer los te laten; zonder dat er enig inzicht is in hoe het verder zal gaan. Behalve dan dat de passiviteit van de personages natuurlijk niets belooft.

Dus las ik bijvoorbeeld ‘You’re Ugle, Too’ dat éen van de meest gebloemleesde verhalen is van Lorrie Moore, en dan lag het mij er allemaal net iets te veel bovenop.

De ongetrouwde Zoë wordt in dat verhaal op een gekostumeerd feestje bij haar zus gekoppeld aan een vent die besloten heeft om in een dikpak als een grotesk vrouwelijk naakt te komen. Dat had leuk kunnen zijn, ik houd van droog geserveerde slapstick, alleen wordt dan telkens net té nadrukkelijk beschreven hoe die kerel zijn borsten nu weer draagt. En dan zeggen dat hij er éen onder zijn arm klemde, als een Fransman een stokbrood, is me gewoon te weinig subtiel.

Wellicht is acht verhalen niet genoeg, en heb ik meer Moore nodig om aan haar stem gewoon te raken. Schrijven kan ze zeker. Mij tot blinde bewondering betoveren lukte haar alleen niet.

Lorrie Moore, Like Life
192 pagina’s
Faber & Faber 2010, oorspronkelijk 1990