Another Fine Mess ~ Tim Moore

Schrijver schiet zichzelf in zijn voet, en maakt er vervolgens een heel nummer van hoe hij daardoor kreupelen moet. Ondanks alle kwaliteiten van Tim Moore als auteur blijf ik problemen houden dat al zijn boeken dit ene uitgangspunt hebben.

Kijk mij toch eens grappig lijden, door mijn zelf gekozen probleem.

Leedvermaak is mijn soort humor niet, zoiets zal het zijn. Of misschien heb ik het er gewoon moeilijk mee als non-fictie ineens de wetten van de roman volgt — waar het normaal is als de hoofdpersoon een bak ellende over zich krijgt uitgestort.

In Another Fine Mess beschrijft Moore een reis per auto in 2017, door alle staten van de VS waar een meerderheid van de inwoners voor Donald Trump heeft gekozen, van de oostkust naar de westkust. Zijn vervoermiddel daarbij is Ford Model T van bijna honderd jaar oud, die de bijnaam ‘Mike’ krijgt. Tim Moore heeft deze auto van tevoren niet gezien; en al evenmin heeft hij ooit eerder een T-Fordje bestuurd.

Dus komt het als een verrassing dat dit type auto weliswaar de gebruikelijke drie voetpedalen heeft, maar dat daar dan toch geen gaspedaal bij zit.

Mede daarom duurt het een hele tijd voor hij leert dat het mogelijk is om achteruit te rijden met de Ford.

Zoals te doen gebruikelijk met verhalen over roadtrips gaat ook dit boek voornamelijk over de momenten dat er niet wordt gereden. In dit geval omdat een honderdjarige auto, uit een tijd dat de betrouwbaarheid van dit type vervoermiddel toch al niet hoog was, nogal eens kapot gaat.

Moore wordt dan telkens gered door leden van een Ford Model T-genootschap; wat nog een zeer omvangrijke club is ook. Hij is niet eens de enige Tim Moore onder de leden. En al deze mannen stellen er eer in om zijn Fordje te repareren en weer op gang te helpen. Hem doorgaans meewarig aankijkend om zijn onhandigheid.

Grote reparaties zijn onder meer nodig omdat zijn krukas breekt, en omdat bij de eerste de beste testrit daarna zijn auto in brand vliegt. Gelukkig zat Moore toen niet zelf achter het stuur. Hij had op dat moment zelf niet geweten wat te doen, en de auto rustig in de woestijn laten uitfikken. Nu kostte het vuur hem amper 24 uur meer aan oponthoud.

Toch, ondanks dat een deel van dit boek nogal voorspelbaar was — aan een oude auto kan heel veel stuk — had Tim Moore met dat oude Fordje wel een ijsbreker van jewelste. Overal waar hij kwam, oogstte de schrijver waardering voor zijn vervoermiddel. Het kostte hem mede daarom geen moeite om met de lokale bevolking in gesprek te komen. En zelfs als deze mensen politiek gezien aan de foute kant stonden, voor Moore, dan nog was het doorgaans nog onmogelijk kwaads in hen te ontdekken.

Woede verdiende vooral Donald Trump, volgens de schrijver, om hoe hij al deze brave Amerikanen zal verloochenen.

Mede om de vele onbaatzuchtige hulp die Tim Moore ontving onderweg, was dit dus een veel optimistischer boek uiteindelijk dan ik vooraf verwacht had. De meeste mensen zijn goed of willen goed; wat het daarom zo vervelend maakt dat ze blijkbaar zo makkelijk gemanipuleerd kunnen worden door een paar doelbewuste kwaadwillenden.

Dit boek biedt terloops ook een biografie van het leven en werk van Henry Ford, gekoppeld aan die Ford Model T. Een model dat te lang zonder structurele veranderingen op de markt bleef, volgens Tim Moore. Als hij eens een lift krijgt in een Ford Model A die amper een paar jaar minder oud is dan zijn open T-Ford, valt hem onmiddellijk het enorme verschil op in comfort. Die A-Ford heeft wel ramen, geluidsisolering, en de standaard drie voetpedalen zoals die nu nog in gebruik zijn.

De Ford Model A werd alleen nooit een legende, zoals de Ford Model T; die verschillende culturele veranderingen in gang zette; met de eerste massaal beschikbare auto ontstonden allerlei nieuwe vrijheden — zo nam de inteelt op het platteland af doordat er ook elders naar partners gespeurd kan worden. En daar zit dan alle verschil in. Mag die T-Ford nog zo’n primitief geval zijn geweest.

En als een boek, zoals dit, iets weet vast te leggen van de kracht van al die nieuwe mythen, dan is het gelukt.

Tim Moore, Another Fine Mess
Across Trumpland in a Ford Model T

361 pagina’s
Yellow Jersey Press, 2018


Cyclist Who Went Out in the Cold ~ Tim Moore

Er zijn avonturen en avonturen. En op deze schaal waardeer ik het zelfgezochte ongeluk niet erg hoog. De moeilijkheden opzoeken door met te weinig geld op pad te gaan, of in het verkeerde seizoen, of met ondeugdelijk materiaal is allereerst dom. En ik moet daarover dan enkel zuchten. Leedvermaak is me doorgaans vreemd. Ergernis over een doorzichtige pose bestaat er wel.

Zie daar mijn aanvankelijk bijna onoverkomelijke probleem met The Cyclist Who Went Out in the Cold van de Britse auteur Tim Moore. Diens gimmick is het inmiddels om iets problematisch te gaan doen, en daar dan een boek over te schrijven. Zo wandelde hij met een ezel door Spanje, reed hij zonder behoorlijke fietservaring een hele Tour de France na, en in 2017 toerde hij met een antieke T-Ford door Trump’s Verenigde Staten.

The Cyclist Who Went Out in the Cold beschrijft een reis in 2015, langs het vroegere IJzeren Gordijn, van de poolkou in het noorden tot de zomerhitte in het zuiden — die deels de herhaling is van een autoreis die hij en zijn vrouw maakten in 1990; toen het Communisme op imploderen stond.

Extra truc deze maal is dat hij deze tocht op een fiets deed die niemand anders daartoe zou hebben uitgekozen. Een MIFA 904, met boodschappenrekken voor en achter. Een Oostduits mirakel op kleine 20 inch wielen. De meest geproduceerde fiets in een Communistische heilstaat ooit — reken China voor het gemak even niet mee.

Moore’s MIFA was alleen zo instabiel dat een bevriende framebouwer het scharnier verwijderde dat er ooit een vouwfiets van had gemaakt, en een extra bovenbuis monteerde; om het ding toch nog enigszins betrouwbaar te maken heuveltje-af.

Van de 8600 kilometer die Moore reed, werd evenwel slechts een enkele beschreven. Boeken over een fietsreis gaan ook nooit over het fietsen; of hoe het is om onderweg te zijn. Maar dit eeuwige probleem bij fietsreizigers, dat zij de voornaamste handeling elke dag doorgaans weglaten uit hun verhalen, redde nu eens een boek voor mij. Tim Moore moest het wel hebben over de recente geschiedenis van de twintig landen waar hij doorheen trok. En dat boeide wel. En daarbij maakte het wel uit dat hij een zin kan schrijven, en in alles de humor kan laten zien.

Moore begeleidde zijn tocht indertijd met toen actuele berichten in de sociale media. Wat dan weer zijn weerslag had op ontmoetingen onderweg. Er waren er die even kwamen kijken of die vent echt op zijn boodschappenfiets van het Finland ver boven poolcirkel naar de Zwarte Zee aan het rijden was.

Meest memorabele scène in het boek wat mij betreft, evenwel, was het mediamoment dat de Mitteldeutsche Fahrradwerke (MIFA) dacht te creëren door Tim Moore uit te nodigen voor een bezoek. Deze fabriek maakt allang zelf geen fietsen meer, zoals bij vrijwel alle oude fietsmerken in Europa vindt er hoogstens assemblage plaats van in het Verre Oosten ingekochte onderdelen.

Niettemin meende de directeur dat het een goed idee zou zijn om Moore van een nieuwe fiets te voorzien. Een hedendaagse MIFA. Niet begrijpend waar het Tim Moore nu echt om te doen was met diens Communistische product.

En dat is ook heel slecht uit te leggen, voor wie Tim Moore en diens inmiddels gevestigde werkwijze niet kent.

Tim Moore, The Cyclist Who Went Out in the Cold
Adventures Along the Iron Curtain

342 pagina’s
Yellow Jersey Press, 2016


French Revolutions ~ Tim Moore

Eén van de oudste trucs uit het humoristische genre moet dit zijn. Man gaat iets doen wat hij niet kan. En beschrijft vervolgens wat er zoal misging.

Vrijwel elke columnist die zichzelf in zijn of haar stukken opvoert, heeft dit typetje in petto.

Al te dol ben ik dan ook niet op deze kunstgreep. Die is al zo vaak uitgevoerd.

French Revolutions van de Britse reisschrijver Tim Moore heeft als variant dat een niet-fietser alle etappes van de Tour de France uit het jaar 2000 gaat afleggen. Waarbij hij, anders dan professionele coureurs, een groot deel van de tijd fietstassen meezeult op een bagagedrager.

En dan viel dit boek me mee, omdat Moore leuk formuleert. Maar ook omdat French Revolutions zo’n aardige variatie was op het genre fietsreisboeken; waarvan ik in 2011 nogal wat las.

Moore is tenminste onverbloemd eerlijk dat fietsen bij tijden gewoon een vervelend langdurige bezigheid kan zijn.

Moore snijdt, zeker in het begin, hele stukken van zijn route af, om al te overdreven inspanningen te ontlopen.

Maar dan krijgt het fietsvirus ook hem te pakken. Bij de beklimming van de Mont Ventoux, waar hij net de top niet haalt. Zijn experiment met doping pakte niet helemaal goed uit. Zelfs een algemeen verkrijgbaar pepmiddel als Efedrine komt een bijsluiter, die wel gelezen moet worden.

De laatste etappes rijdt hij wel helemaal serieus. Misschien omdat zijn vrouw en kinderen hem zijn komen aanmoedigen. In elk geval doorbreekt hun komst ook even heel prettig het stramien waaraan de meeste fietsreisboeken niet ontkomen.

In al zulke verslagen is een standaardprobleem dat er steeds nog een plaats moet worden gevonden om de nacht door te brengen. Moore neemt al een deel van die moeilijkheid weg door in hotels te slapen. Evenmin gaan primus of pannen mee. Waardoor de echte fietsreiziger Moore’s trip zal afdoen als een makkelijke checkboekvakantie.

Maar juist doordat Tim Moore zo prettig afweek van het standaard reisboek, liet hij ook zien waar dat genre doorgaans in tekortschiet. Moore leek na thuiskomst ook geen enkele reden te zien om verder te blijven fietsen.

Tim Moore, French Revolutions
277 pagina’s
Vintage 2002, oorspronkelijk 2011